Na een box waarin pareltjes uit de barok zijn samengebracht (“Les Maîtres du Baroque” – Alpha 372), geeft het label Alpha nu in een gelijkaardige box, de piano een ereplaats.
De box “Les Maîtres du Piano” bevat 11 cd’s waarin grote vertolkers drie eeuwen pianomuziek voorstellen, van Bach tot Busoni en Sjostakovitsj, Beethoven, Brahms, Chopin, Liszt, Schubert, Schumann, Rachmaninov en Debussy. De pianisten zijn Edna Stern, Francois-Frédéric Guy, Alexander Lonquich, Nelson Goerner, Eric Le Sage, Ivan Rudin en Anna Vinnitskaya. De andere uitvoerders zijn Tobias Willner (trompet), Kremerata Baltica, de NDR Elbphilharmonie en de Staatskapelle Dresden o.l.v. Krzysztof Urbanski en Omer Meir Wellber.
Op de eerste cd’s speelt Edna Stern (foto) Bach, Brahms en Busoni. Dan volgen François-Frédéric Guy die Beethoven en Liszt speelt, Nelson Goerner speelt Chopin en Debussy, Alexander Lonquich speelt Schubert, Eric Le Sage speelt Schumann, en als laatste, speelt Anna Vinnitskaya Brahms en Concerti en andere werken voor piano en orkest van Rachmaninov en Sjostakovitsj. Niet te missen!
Een grote meerwaarde van de box is de uitvoering van Bachs préludes en fuga’s op piano, en de aanverwante composities van Busoni en Brahms. Veel componisten hebben voor klavecimbel of orgel, preludes en fuga’s gecomponeerd in de 24 majeur- en mineur toonaarden. Deze waren in het algemeen geïnspireerd op de twee boeken preludes en fuga’s, “Das wohltemperierte Klavier”, BWV 846-893, van Johann Sebastian Bach, uit respectievelijk ca. 1722 en 1744. Maar, zoals blijkt uit de cyclus in 20 toonaarden van Johann Caspar Ferdinand Fischer, “Ariadne musica” uit 1702, was Bach blijkbaar niet de eerste.
De titel “Ariadne musica” verwees naar de Griekse mythe waarin Theseus een uitweg uit het labyrint van de Minotaurus vond met behulp van een klos draad die Ariadne, de dochter van koning Minos van Kreta, hem had gegeven. De muziek in deze collectie leidt de luisteraar als het ware doorheen een doolhof van toonaarden. Fischer gebruikte de Griekse mythologie ook voor de naam van een andere belangrijke muziekcollectie, “Musicalischer Parnassus” uit 1738. De evocatie van de Parnassus verwees naar de namen van de negen suites, overeenstemmend met elk van de negen muzen uit de Griekse mythologie, die hun woning op de berg hadden.
In 1894 verscheen in Berlijn het eerste deel van Busoni’s editie van de muziek van Johann Sebastian Bach voor piano. Deze was voorzien van bijlagen, waaronder “Over de transcriptie van Bachs orgelwerken voor pianoforte”. Dit zou uiteindelijk een deel vormen van de Bach-Busoni-editie, een onderneming die dertig jaar zou duren. Zeven delen zijn door Busoni zelf bewerkt; deze omvatten de editie uit 1890 van o.a. de twee- en driedelige inventies. Busoni begon ook zijn pianotranscripties van Bach te publiceren, die hij vaak in zijn eigen recitals opnam. Deze omvatten enkele van Bachs orgelkoraalvoorspelen, Toccata en Fuga in re klein, en de Chromatische Fantasie en Fuga.
Brahms orgelwerken worden vaak over het hoofd gezien, maar vormden een belangrijk aspect van zijn algehele muzikale ontwikkeling. Ze belichaamden zijn levenslange toewijding aan Bach. Brahms componeerde zijn 11 koraal Preludes, op. 122 in 1896 aan het eind van zijn leven. Ze werden postuum gepubliceerd in 1902 en waren gebaseerd op verzen van lutherse koralen, o.a. het hier opgenomen “Schmücke dich, o liebe Seele”, een Duitse, lutherse hymne met teksten van Johann Franck en een melodie van Johann Crüger uit 1649. Het is een lied voor de lutherse communie en verscheen voor het eerst in 1649 in Crüger’s gezangboek “Geistliche Kirchen-Melodien”, later ook in de editie 1653 van zijn “Praxis pietatis melica”.
In 1768 publiceerde Carl Philipp Emanuel Bach als eerste, “Kurze und leichte Klavierstücke”, Wq 113. Schubert componeerde zijn Drei Klavierstücke D. 946 in mei 1828, slechts zes maanden voor zijn vroegtijdig overlijden. Ze waren aanvankelijk gepland als een derde reeks van vier Impromptus, maar hij voltooide er maar drie. Ze werden voor het eerst gepubliceerd in 1868 onder redactie van Johannes Brahms. In vergelijking met de sets D. 899 en D. 935 worden deze werken grotendeels verwaarloosd en worden ze niet vaak gespeeld of opgenomen. Er bestaat daarnaast ook twijfel of deze stukken daadwerkelijk een cyclus vormden of dat ze willekeurig door Brahms zijn samen gevoegd.
Een andere meerwaarde van de box is de uitvoering door Anna Vinnitskaya (foto) van de beide Pianoconcerti van Sjostakovitsj. Hij componeerde zijn eerste pianoconcerto in 1933. De volledige titel van de compositie luidt Concerto nr. 1 voor piano, trompet en strijkers in do klein op. 35. Op de première in oktober 1933 van het nauwelijks 20 minuten durend concerto speelde de componist zelf de pianopartij. De Weense dirigent, Fritz Shtidri (1883-1968) dirigeerde het Leningrad Philharmonisch Orkest (nu Sint Petersburg Philharmonisch Orkest). Van de compositie bestaat ook een bewerking voor twee piano’s. Anders dan in zijn latere werken is de uitstraling van het werk vrolijk, al is de ondertoon ironisch. De trompetpartij zorgt voor humoristische en sardonische interrupties. Sjostakovitsj heeft in zijn compositie citaten opgenomen uit andere composities, o.a. Haydns pianosonate in D, een fragment uit “Die Wut über den verlorenen Groschen“ van Beethoven en een fragment uit Beethovens “Appasionata”.
Dmitri Sjostakovitsj componeerde zijn 2de Pianoconcerto in F op. 102 in 1956 en 1957. Gedurende zijn hele leven heeft Sjostakovitsj pianocomposities geschreven voor de muzikale opleiding van zijn dochter Galya en zijn zoon Maxim. Die werken kenden een oplopende moeilijkheidsgraad. Wanneer zoon Maxim (°1938) aan de beurt was voor zijn afstudeerproject, vroeg hij aan zijn vader om een “echt” pianoconcerto voor hem te willen componeren. Uiteindelijk kwam dat pianoconcerto er in 1957. Maxim speelde het op zijn afstudeerconcert in het Conservatorium van Moskou op 10 mei 1957. Om te oefenen met zijn vader, maakte Sjostakovitsj ook een versie voor twee piano’s. Sjostakovitsj had eerder in december 1953, zijn concertino voor twee piano’s voor zijn toen zestienjarige zoon Maxim gecomponeerd. Die speelde het in november 1954 in première met Alla Maloletkova, een medestudent aan het conservatorium van Moskou.
Tracklist :
Busoni: Nun komm der heiden Heiland’ (after Bach, BWV659)
Bach, J S: Prelude & Fugue Book 1 No. 2 in C minor, BWV847
Bach, J S: Prelude & Fugue Book 1 No. 15 in G major, BWV860
Bach, J S: Prelude & Fugue Book 1 No. 10 in E minor, BWV855
Brahms: Chorale Prelude Op. 122 No. 5 ‘Schmücke dich, o Liebe Seele’
Bach, J S: Prelude & Fugue Book 1 No. 9 in E major, BWV854
Bach, J S: Prelude & Fugue Book 1 No. 19 in A major, BWV864
Bach, J S: Prelude & Fugue Book 1 No. 6 in D minor, BWV851
Busoni: Ich ruf zu dir, Herr Jesu Christ (Bach BWV 639)
Bach, J S: Prelude & Fugue Book 1 No. 12 in F minor, BWV857
Bach, J S: Prelude & Fugue Book 1 No. 11 in F major, BWV856
Bach, J S: Prelude & Fugue Book 1 No. 22 in B flat minor, BWV867
Busoni: Wachet auf, ruft uns die Stimme (Bach BWV 645)
Bach, J S: Prelude & Fugue Book 1 No. 21 in B flat major, BWV866
Bach, J S: Prelude & Fugue Book 1 No. 17, BWV862
Bach, J S: Prelude & Fugue Book 1 No. 7 in E flat major, BWV852
Beethoven: Piano Sonata No. 16 in G major, Op. 31 No. 1
Beethoven: Piano Sonata No. 17 in D minor, Op. 31 No. 2 ‘Tempest’
Beethoven: Piano Sonata No. 18 in E flat major, Op. 31 No. 3 ‘The Hunt’
Schubert: Piano Sonata No. 21 in B flat major, D960
Schubert: 3 Klavierstücke, D946
Chopin: Polonaise No. 5 in F sharp minor, Op. 44
Chopin: Berceuse in D flat major, Op. 57
Chopin: Barcarolle in F sharp major, Op. 60
Chopin: 24 Preludes, Op. 28
Schumann: Abegg Variations, Op. 1
Schumann: Toccata in C major, Op. 7
Schumann: Kinderszenen, Op. 15
Schumann: Variations on a theme by Beethoven
Schumann: Carnaval, Op. 9
Liszt: Harmonies poétiques et religieuses (10), S. 173
Liszt: Piano Sonata in B minor, S178
Brahms: 5 Studies, Anh.1a / 1: Chaconne (voor de linkerhand) van J.S. Bach
Brahms: 8 Klavierstücke, Op. 76
Brahms: 2 Rhapsodies, Op. 79
Debussy: 3 Estampes
Debussy: 6 Études pour piano Boek 2
Debussy: Images pour piano – Boek 1
Debussy: L’isle joyeuse
Rachmaninov: Piano Concerto No. 2 in C minor, Op. 18
Rachmaninov: Rhapsody on a Theme of Paganini, Op. 43
Shostakovich: Piano Concerto No. 1 in C minor for piano, trumpet & strings, Op. 35
Shostakovich: Piano Concerto No. 2 in F major, Op. 102
Shostakovich: Concertino voor twee piano’s, Op. 94
Shostakovich: Tarantella voor twee piano’s
Les Maîtres du Piano diverse uitvoerders 11 cd ALPHA 443