De Cremonese componist Marc’Antonio Ingegneri (ca. 1545/1546-1592) is bijna nog uitsluitend bekend als de leraar van Claudio Monteverdi. Deze baanbrekende opname laat weliswaar zien dat Ingegneri één van dé meesters van zijn tijd was, die muziek componeerde van adembenemende rijkdom en schoonheid. De meerkorige werken die hier worden gepresenteerd, combineren geleerd, ingewikkeld contrapunt met het soort pure, sonore sensatie dat een rilling van fysieke opwinding veroorzaakt.Marc Antonio Ingegneri studeerde bij Cypriano de Rore in Parma, en Vincenzo Ruffo in Verona. Hij was aanvankelijk kapelmeester in zijn geboortestad Verona, maar werd in 1576 benoemd tot kapelmeester in Cremona (foto), waar hij Monteverdi als een van zijn leerlingen had. Als vertegenwoordiger van de 16de eeuwse, Romeinse school van polyfone kerkmuziek, waren zijn composities stilistisch verwant aan de stijl van Palestrina. Ingegneri was nl. bevriend met de bisschop van Cremona, Nicolò Sfondrato uit Varese, de mooie città-giardino, in Lombardije, die later paus Gregorius XIV (foto) werd en nauw betrokken was bij de hervormingen van het Concilie van Trente.
Dit uitte zich in Ingegneri’s meerstemmige muziek, die net als bij Palestrina, helder en eenvoudig van stijl was. Zijn boek met 27 responsoria voor de Goede Week werd trouwens lang ten onrechte toegeschreven aan Palestrina en uitgegeven in deel XXVII van de verzamelde werken van Palestrina. Ingegneri’s leraar, Cypriano de Rore, ontwikkelde op een volledig nieuwe wijze de hem typerende chromatiek (madrigalismen) ten dienste van de tekstuitbeelding. Monteverdi moet via Ingegneri hiervan kennis hebben genomen en heeft dit verder ontwikkeld. Ingegneri componeerde 8 bundels madrigalen, 2 bundels missen (1573 en 1587), 3 bundels motetten, hymnen en andere kerkmuziek.
Giovanni Croce (1557-1609) werd geboren in Chioggia, een vissersdorp aan de Adriatische kust ten zuiden van Venetië. Hij kwam reeds vroeg naar Venetië en werd er tegen de tijd dat hij acht jaar oud was, lid van het jongenskoor van San Marco, dat geleid werd door zijn dorpsgenoot, Gioseffo Zarlino, nu vooral bekend als muziektheoreticus. Zarlino trof Croce kennelijk aan in een koor in de kathedraal van Chioggia, en rekruteerde hem voor San Marco. Croce was mogelijk ook parochiepriester in de kerk van Santa Maria Formosa. Hij onderhield nl. blijkbaar enige band, waarschijnlijk als koorleider, met Santa Maria Formosa naast zijn taken aan San Marco.
Na de dood van Zarlino werd hij tijdens de ambtstermijn van Baldassare Donato, assistent-maestro di cappella. Toen Donato in 1603 overleed, nam Croce de taak van maestro di cappella over. De zangnormen van de beroemde San Marco-kathedraal daalden echter onder zijn leiding. Dit waarschijnlijk meer omwille van zijn afnemende gezondheid dan door zijn vermeend gebrek aan muzikaliteit. Croce overleed in 1609. De functie van maestro di cappella ging tot 1613 naar Giulio Cesare Martinengo, waarna Monteverdi (foto) de functie overnam.
Vijf ordinariumdelen van Ingegneri’s 8-stemmige “Missa Laudate Pueri Dominum” worden afgewisseld met en gevolgd door zeven van zijn 8- tot 12-stemmige motetten. Het programma wordt afgerond met het dubbelkorig motet, “In Spiritu Humilitatis” van Giovanni Croce. De uitvoerders zijn het Choir of Girton College, Cambridge en Historic Brass of the Guildhall School and Royal Welsh College of Music and Drama o.l.v. Jeremy West. James Mitchell en Wayne Weaver spelen orgel, en het geheel staat o.l.v. Gareth Wilson. Heel vooraanstaand. Warm aanbevolen.
Marc’Antonio Ingegneri Missa Laudate Pueri Dominum A8 Motets Giovanni Croce In Spiritu Humilitatis Choir of Girton College Cambridge Historic Brass of the Guildhall School and Royal Welsh College of Music and Drama, Jeremy West, leader Gareth Wilson, director cd Toccata TOCC0556
https://www.stretto.be/2017/10/29/ancor-che-col-partire-schitterende-cipriano-de-rore-1515-1565/