Met deze cd viert The Nash ensemble de talenten en het belang van de ‘andere’ Mendelssohn en de ‘andere’ Schumann, die met triomfantelijke kamermuziek uit de schaduw van hun illustere familienamen komen. Op de cd staan nl. het Pianotrio op. 17 van Clara Schumann en het Pianotrio op. 11 en het Strijkkwartet in Es van Fanny Mendelssohn.
Clara Schumann (1819-1896) componeerde haar Pianotrio in sol klein op. 17 in 1846, tijdens de jaren in Dresden. Ze had veel kamermuziek gepeeld, ze was de organisator van een kamermuziekserie waarin ze zelf regelmatig optrad, maar ze had zelf nog nooit eerder kamermuziek met piano gecomponeerd. Haar hier opgenomen Pianotrio ontstond trouwens in een tijd van grote onrust en nood. Haar vierde kind, Emil, was als baby net overleden, en zowel zij als haar man waren ziek en waren die zomer naar het Waddeneiland, Norderney gevlucht in een poging om Robert te genezen. Opvallend is dat Robert toen nog geen pianotrio had gepubliceerd, en het dagboek van het huishouden onthult dat haar werk zijn interesse in het genre inspireerde. Het zou in 1847 resulteren in zijn eerste Pianotrio op. 63. De twee werken werden vaak gecombineerd op concerten en beide behielden repertoire. Sommige critici waren zelfs zo verbaasd over de kwaliteit van het Trio van Clara, dat ze dachten dat het door haar man was gecomponeerd.
Voor haar Pianotrio richtte Clara Wieck-Schumann zich tot de vierdelige, klassiek geïnspireerde sonatevorm. Dit volgt een patroon van snelle grootschalige buitenste bewegingen die een speels scherzo en een bijzonder mooi, lyrisch andante samenvoegen. De laatste beweging omvat o.a. de substantiële fuga-passage die zo indruk maakte op Joseph Joachim en Mendelssohn. Pianistisch was de muziek met voorkeur voor transparante texturen, geworteld in de traditie waarin Clara werd opgeleid.
Het Pianotrio van Fanny Mendelssohn (1805-1847) (foto) in re klein werd het jaar na het Trio van Clara Schumann voltooid. Net als Clara had Fanny veel zorgen met haar gezin, in haar geval met de professionele toekomst van haar jonge zoon, Sebastian Ludwig Felix (1830-1898). Desalniettemin slaagde Fanny erin dagelijks piano te spelen en Clara bezocht haar in maart 1847 ook regelmatig. Fanny voerde het voltooid werk uit tijdens één van haar gevierde zondagssalons, de Sonntagsmusiken, op 11 april 1847, met Robert von Keudell, viool en haar broer Paul op cello. Iets meer dan een maand later overleed ze na een aantal beroertes. Het Trio werd postuum gepubliceerd in 1850 als haar op 11.
Na een gedreven Allegro molto vivace, leidt de waardige, ingetogen, koraalachtige opening van het ‘andante espressivo’ van de 2de beweging, tot een statige wals, elegant maar doordrongen van verlangen, voor het overgaat naar een berustend, rustig einde. Voor de derde beweging, getiteld ‘Lied-Allegretto’, putte ze uit de wereld van het Duits volkslied. Het is een licht intermezzo voor de rapsodische solo-piano-opening van de finale, die aan de elegante melancholie van Chopin herinnert, voor hij overgaat in een polka-achtige textuur met dezelfde motorische energie als in de eerste beweging. Het werk danst uiteindelijk als het ware naar een triomfantelijke, uitbundige finale.
Fanny Mendelssohns Strijkkwartet in Es werd in 1834 gecomponeerd, gebaseerd op een onvoltooide pianosonate die ze vijf jaar eerder componeerde. Dit buitengewoon, rapsodisch werk was haar enige Strijkkwartet. Fanny Mendelssohn dacht na over of zij geen excentrieke of overdreven sentimentele persoon was geworden, door zulke muziek te schrijven. Volgens haar kwam dit voort uit het feit dat ze de buitengewoon ontroerende en emotionele stijl van Beethoven had leren kennen, toen ze nog een kind was.
Net als Clara Schumann betwijfelde ze of ze in staat was om met grootschalige vormen om te gaan, met het argument dat ze niet in staat was ideeën op de juiste manier te ordenen en ze de nodige consistentie te geven. Het werk opent met een uitgebreid somber ‘adagio ma non troppo’, inclusief een lange fuga passage, gevolgd door een stekelig, speels ‘allegretto’ in een uitgebreide scherzo-en-trio-vorm. Deze twee bewegingen waren trouwens herwerkte versies van de openingsbewegingen van haar pianosonate. Samen leiden ze naar het expressieve hart van het kwartet, de ongrijpbare, zoekende ‘Romanze’, waarin Mendelssohn een droomwereld van Duitse romantiek creëerde met muziek van een verbazingwekkende, harmonische originaliteit.
Het werk is maar één keer uitgevoerd, privé. Haar broer keurde het af, vooral wat hij zag als een ongedisciplineerde benadering van de vorm. Mogelijks heeft Fanny daardoor nooit meer een Strijkkwartet gecomponeerd. Even belangrijk was echter dat ze niets wijzigde aan wat ze had gecomponeerd. De muziek van Fanny Mendelssohn vereiste een andere uitvoeringsbenadering dan die van haar broer. Haar muziek had nl. een eerder rauwere, meer gepassioneerde klank dan de elegantie van de muzikale wereld van haar broer.
Het Nash Ensemble is een veelgeprezen, Londens kamerensemble. Het werd in 1964 opgericht door artistiek directeur Amelia Freedman en Rodney Slatford, terwijl ze nog studenten waren aan de Royal Academy of Music, en werd vernoemd naar de Nash Terraces rond de Academy. Het Ensemble heeft prijzen gewonnen van de Edinburgh Festival Critics en de Royal Philharmonic Society, evenals in 2002, een Gramophone Award voor hedendaagse muziek. Naast hun klassiek repertoire voert het Ensemble nl. werken uit van tal van hedendaagse componisten, onder wie Richard Rodney Bennett, Harrison Birtwistle, Elliott Carter, Henri Dutilleux, Mark-Anthony Turnage en Peter Maxwell Davies. De uitvoerders zijn Stephanie Gonley (foto) en Jonathan Stone (foto) viool, Lawrence Power, altviool, Adrian Brendel cello en Simon Crawford-Phillips (foto), piano.Warm aanbevolen.
Clara Schumann Piano Trio Fanny Mendelssohn Piano Trio String Quartet The Nash Ensemble cd hyperion CDA68307