De klachten over slechte spelling, het minder lezen, slordige uitspraak, dalend niveau van het onderwijs, invloed van sms-taal en het gebruik van Engelse leenwoorden, zijn legio. Zelfs zij die niet klagen, erkennen dat er op taalgebied onthutsend veel verandert. We lezen en schrijven nl. al anders dan amper tien of twintig jaar geleden. Wat overkomt ons, wat is er gaande?
Een standaardtaal wordt gekenmerkt door o.a. het vermijden van uit andere talen afkomstige woorden, constructies en uitdrukkingen, en het vermijden van woorden en constructies die lijken op woorden en constructies in een andere taal, ook als ze daar niet aan ontleend zijn. Volgens taalhistoricus Joop van der Horst in zijn boek, “Het einde van de standaardtaal, een wisseling van Europese taalcultuur”, zijn de recente ontwikkelingen te zien als een wisseling van taalcultuur, die zich niet alleen in Nederland maar in alle westerse landen voltrekt. Teneur is dat onze ideeën over taal, spelling, woordenboeken, grammatica en onderwijs, in de Renaissance ontstaan zijn.
U ontmoet dan ook bekende en minder bekende taalkundigen van de 16de– tot de 18de eeuw, werkzaam op het gebied van spraakkunst, spelling en lexicografie. O.a. Pietro Bembo, Leonardo Salviati, die mede aan de basis lag van de Accademia della Crusca, opgericht in 1583, de oudste taalacademie ter wereld, François de Malherbe, Claude Favre de Vaugelas, Pieter Corneliszoon Hooft, Balthazar Huydecoper (1695-1778) (foto), de auteur van “Proeve van Taal- en Dichtkunde; in vrijmoedige aanmerkingen op Vondels vertaalde Herscheppingen van Ovidius” (1730), Robert Lowth (1710-1787) (foto), Samuel (Dr.) Johnson, Johann Christoph Gottsched, de auteur van “Deutsche Schaubühne nach den Regeln der alten Griechen und Römer eingerichtet” (6 delen) uit 1745, en Johann Christoph Adelung (1732-1806) (foto), “Maar”, zo schrijft van der Horst, “wat we momenteel beleven is het einde van die Renaissance-taalcultuur, en het begin van een radicaal andere omgang met taal.”
Het einde van de standaardtaal is behalve een prikkelend betoog ook een buitengewoon heldere en levendige geschiedenis van de geschreven en gedrukte taal zoals die zich vanaf de Renaissance heeft ontwikkeld. Het boek is verplichte kost voor iedereen in het taalonderwijs (aan hen is het boek ook opgedragen), voor iedereen die werkt met taal of houdt van taal, of gewoon voor wie geboeid is door wat er omgaat in onze tijd. De wereld zal niet vergaan zonder standaardtaal, maar ze zal door het gebruik van formele talen zoals computertaal, wel heel anders zijn. Dit boek is een grondige, verruimende cultuurgeschiedenis aan de hand van het meest rechtstreeks communicatiemiddel van de mens, zijn gesproken en geschreven taal, als product en tegelijk producent van sociale verhoudingen. Uitzonderlijk interessant. Warm aanbevolen.
Joop van der Horst (°1949) is hoogleraar Nederlandse taalkunde aan de universiteit van Leuven. Naast een lange reeks boeken en artikelen over de geschiedenis van onze taal schreef hij columns voor het Leids Dagblad, Haarlems Dagblad en De Standaard, en werkte hij meer dan twintig jaar mee aan het NOS-radioprogramma, “Wat een taal”. Van der Horst won in 2006 de populariseringsprijs van de Landelijke Onderzoeksschool Taalwetenschap.
Joop van der Horst, Het einde van de standaardtaal, een wisseling van Europese taalcultuur 375 bladz. uitg. Meulenhoff ISBN 9789029082655