De vroegste van de ondertussen in totaal 80 bekende klaviersonaten van Haydn, stammen waarschijnlijk uit zijn jeugd in de jaren 1750. De laatste werd voltooid in de zomer van 1795.
Sommige van de verloren Sonates zijn werken die Haydn weg schonk als jonge man, en sindsdien is er nooit meer iets van vernomen. Halverwege de 18de eeuw werd de Weense muziek voornamelijk verspreid in de vorm van manuscriptkopieën gemaakt door kopiisten. Pas in 1774 publiceerde Haydn zijn eerste verzameling van zes sonates. Deze werd onmiddellijk elders in Europa herdrukt en in Londen verscheen een versie met vioolbegeleiding, gearrangeerd door niemand minder dan Charles Burney.
De sonaten van Haydn worden doorgaans in 8 perioden onderverdeeld, de vroege Sonaten van voor 1766, de Sonaten uit de jaren 1766-1772, 6 Sonaten op. 13 voor Fürst Nikolaus Esterházy (1773) en 6 Sonaten op. 14 (1776), de Sonaten uit de jaren 1776-1783, 6 Sonaten op. 30,”den Fräulein Katharina und Marianna Auenbrugger gewidmet” (1780), 3 Sonaten voor Prinses Marie Esterházy (1784), 2 Sonaten van rond 1790, en de 3 Engelse Sonaten (1794).
Van de sonates die voor dit project werden geselecteerd, componeerde Haydn deze alle gedurende een periode van ongeveer 15 jaar vóór zijn 40ste verjaardag. Hakkila heeft een instrument in Italiaanse stijl geselecteerd voor twee sonates (E majeur en G mineur), een kopie van een Gottfried Silbermann pianoforte. J.S. Bach bezat waarschijnlijk een dergelijke Silbermann pianoforte. Het hamermechanisme in het instrument lijkt op dat van de vroege instrumenten van de Italiaanse instrumentenbouwers Bartolomeo Cristofori en Giovanni Ferrini. In zes Sonates (G majeur, A majeur, A majeur, D majeur, E mineur en C mineur) bespeelt Hakkila haar eigen origineel instrument uit 1790, een Weense pianoforte van vijf octaven vergelijkbaar met die van Anton Walter. De maker van dit instrument is onbekend, maar het is bekend dat het in het begin van de 19e eeuw aan Finland werd verkocht door het Bureau de Musique in Leipzig, een bedrijf van componist Franz Anton Hoffmeister, die een kennis was van Haydn.
De Finse pianiste, Tuija Hakkila (°1959), studeerde bij Jacques Rouvier aan het Conservatorium van Parijs en behaalde haar doctorsgraad in de muziek in 2005. Tussen 2005 en 2008, gaf ze les aan het Koninklijk Deens Conservatorium in Kopenhagen en in 2014 werd ze benoemd tot hoogleraar pianomuziek aan de Sibelius Academie. Haar repertoire varieert van Bach tot hedendaagse muziek. Ze heeft interesse ontwikkeld in de uitvoering op historische instrumenten en presenteert klassieke en romantische programma’s op historische piano’s. Ze werkt samen met een aantal hedendaagse componisten en wordt uitgenodigd om wereldpremière-uitvoeringen van nieuw werk te spelen.
De solo-discografie van Hakkila omvat de volledige cyclus van Mozart-klaviersonates, een compilatie van Jean Sibelius’ pianowerken, een recital van pianomuziek uit de 20ste eeuw, en een wereldpremière van de muziek van de vroege 19deeeuwse, Finse gebroeders Lithander. In het najaar van 2012 verscheen een opname met de kamermuziek van Kaija Saariaho voor trio-ensembles. Daarnaast heeft ze de kamermuziek van Niccoló Castiglioni, Haydn-fluittrio’s en Byström-sonates voor piano en viool opgenomen. Haar discografie omvat ook Brahms vioolsonates, de cellowerken van Gabriel Fauré en alle werken van Beethoven voor cello en piano.
Tracklist :
Piano Sonata No. 12 in A major, Hob.XVI:12
Piano Sonata No. 13 in G major, Hob.XVI:6
Piano Sonata No. 15 in E major, Hob.XVI:13
Piano Sonata No. 19 in E minor, Hob. deest
Piano Sonata No. 30 in D major, Hob.XVI:19
Piano Sonata No. 31 in A flat major, Hob.XVI:46
Piano Sonata No. 32 in G minor, Hob.XVI:44
Haydn: Piano Sonata No. 33 in C minor, Hob.XVI:20
Joseph Haydn Eight Early Sonatas ArtistsTuija Hakkila, fortepiano 2 cd Ondine ODE 1360-2D