Deze nieuwe opname van Concerto Köln brengt vier uitmuntende solisten op de barokviool samen, Mayumi Hirasaki, Shunske Sato, Evgeny Sviridov en Jesús Merino Ruiz. Zij spelen concerti voor vier solo violen van Vivaldi, Valentini en Locatelli en soloconcerti van Bonporti en Castrucci, het eerste met Evgeny Sviridov, het tweede met Jesús Merino Ruiz als solist. Zowel de cd als het dubbelvinyl verschijnen op 28 augustus. Gedurende de 18deeeuw was het lot van veel Italiaanse componisten om te emigreren. Deze componisten kwamen dan in dienst van prestigieuze, buitenlandse hoven. Ze ontwikkelden elk de ‘Italiaanse stijl’, gebaseerd op hun eigen smaak of die van het land waar ze hun toevlucht hadden gezocht. In het bijzonder exporteerden de Italianen hun melodische elegantie en een bepaald soort van individualisme, geërfd van de Italiaanse opera en van de Italiaanse, instrumentale virtuozen. Elke componist creëerde zijn eigen stijl of klankidioom.
De Italianen verhuisden naar verschillende Europese landen op zoek naar een beter bestaan. Soms was dit definitief, zoals in het geval van Michele Mascitti, die in Parijs bleef tot zijn overlijden in 1760, of tijdelijk, zoals in het geval van Baldassarre Galuppi, die Venetië twee keer verliet, om Londen en het hof van Catherine de Grote in Petersburg te bezoeken. Ook was de verhuizing niet altijd synoniem voor succes. Dit was bv. het geval met Antonio Vivaldi. Hij trok naar Wenen om er zijn fortuin te zoeken, maar overleed er in armoede. Daarentegen was Pietro Locatelli (foto) in Amsterdam, heel succesvol als componist en als vioolvirtuoos.
Pietro Castrucci (1679-1752) werd geboren in Rome, waar hij studeerde bij Arcangelo Corelli. In 1715 vestigde hij zich in Londen, waar hij bekend werd als één van de beste virtuoze violisten van zijn generatie. In 1718 werd hij de leider van het operaorkest van Händel, een functie die hij bekleedde tot 1737, toen hij werd opgevolgd door de helaas jong overleden, Ierse violist, John Clegg. In 1739 werd Castrucci een van de eerste begunstigden van de pas opgerichte “Royal Society of Musicians”, maar daarna werd er weinig van vernomen, afgezien van een foutief bericht van zijn overlijden in 1746. Na een benefietconcert in Dublin in 1750 overleed hij daar aan malaria in 1752 en werd hij er met een volledige ceremonie begraven in de St. Mary’s Church, Dublin. Castrucci was de uitvinder van de ‘violetta marina’, een variant van de viola d’amore.
Giuseppe Valentini (1681-1753) (foto) was naast componist ook dichter en schilder. Hij studeerde tussen 1692 en 1697 bij Giovanni Battista Bononcini in Rome, in de periode 1710 tot 1727 was hij als “Suonator di Violino, e Componitore di Musica”, werkzaam bij prins Michelangelo Caetani, en hij werd als opvolger van Corelli, directeur van het Concertino van S Luigi dei Francesi. Tijdens zijn leven werd zijn werk weliswaar overschaduwd door het werk van Vivaldi, Giovanni Mossi, Corelli en Locatelli, maar toch was zijn bijdrage aan de Italiaanse barokmuziek belangrijk. Veel van zijn werk werd trouwens gepubliceerd in heel Europa.
“Als violist is de speelervaring niet alleen muzikaal, maar ook fysiek: ik kan de fysieke kenmerken van de handen en armen van elk van deze componisten vaak heel goed raden. De een had een sterke pink of een lange middelvinger, de ander speelde graag licht of zwaar in de rechterarm enzovoort ”, vertelt Shunske Sato. Mayumi Hirasaki, Shunske Sato en Evgeny Sviridov zijn vaste concertmeesters van het orkest. Jarenlang hebben de musici bij de selectie van hun projecten bewezen dat artistieke maatstaven en toeschouwerssucces elkaar niet tegenspreken. Nu de live-opname “Concertos 4 Violins” beschikbaar is, presenteert Concerto Köln ze voor het eerst samen op één opname. In dit geval kregen ze het gezelschap van de jonge Spaanse violist, Jesús Merino Ruiz. Niet te missen!
Concertos 4 Violins Concerto Köln Berlin Classics cd 0301419BC 2 VINYL 0301420BC