‘Moord en doodslag’ is sinds de 19de eeuw de eerste verzameling verhalen over werkelijk gebeurde misdaden, over echte misdadigers en hun soms gruwelijk lijfelijke bestraffing, opgelegd door het Amsterdams gerecht.
De Grote Raad der Nederlanden in Mechelen was vanaf de 15de eeuw het hoogste rechtscollege in de Nederlanden. In de 16de eeuw groeide de territoriale bevoegdheid van de Grote Raad en door de vestiging van het gezag van keizer Karel V over Doornik, Utrecht, Friesland, Overijssel en Gelre, omvatte het gebied nu het geheel van de zeventien Provinciën. Na de Tachtigjarige Oorlog werden de Verenigde Provinciën onafhankelijk en in de Noordelijke Nederlanden werd de rechterlijke macht vanaf 1582 weer overgenomen door de provinciale raden en door de Hoge Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland.
De Grote Raad van Mechelen behield alleen een rol in de overblijvende Zuidelijke Nederlanden, waarvan Frankrijk dan weer de meest zuidelijke provincie Artesië en delen van Vlaanderen, Henegouwen en Luxemburg annexeerde. Een aantal provinciale raden verklaarden zich soeverein: in het begin van de 16e eeuw deden de raden van Brabant en Henegouwen dat al; op het einde (1782) ook nog de justitieraden van Luxemburg en Doornik. Zo bleven alleen nog Vlaanderen, Mechelen, Namen en Opper-Gelre over. De Grote Raad ging ten onder door de Franse Revolutie. De geschiedenis van de rechterlijke macht, zoals Nederland die nu kent, begon in 1811.
De gebeurtenissen in dit boek spelen zich af vanaf de 16de– tot in het begin van de 19de eeuw. Aan de orde komen niet alleen moord en doodslag, maar ook onderwerpen als kleine criminaliteit, geweldpleging, zedenmisdrijven en godslastering. Sommige gebeurtenissen kunnen in een paar regels worden afgedaan of worden gevoegd in een breder verband. Andere vragen een uitgebreide toelichting. Misdaad stemt niet vrolijk, maar af en toe kan met enige ironie een hilarische draai aan de zaak worden gegeven. Met een lach en een traan kan men zich dan afvragen: waar was men in al die eeuwen toch mee bezig? En dat betreft zowel de Heeren van den Geregte als de dames en heren die ter verantwoording werden geroepen.
Frans Thuijs heeft het in zijn boek achtereenvolgens over kleine criminaliteit, geweldpleging en mishandeling, moord en doodslag en moord of manslag, kindermoord, zedenzaken, de politieke Ordonnantiën, ontucht, echtbreuk en de trouwbelofte, prostitutie, aanranding en verkrachting, kindermisbruik, Godslasteringen en hekserij, en gewetensvrijheid.
Frans Thuijs (°1942) studeerde rechten aan de Universiteit van Amsterdam, geschiedenis aan de Universiteit Utrecht en promoveerde aan de Vrije Universiteit. Hij doet al vele jaren onderzoek in gerechtelijke archieven en publiceert artikelen in verschillende tijdschriften.
Frans Thuijs Moord & doodslag In drie eeuwen rechtsgeschiedenis 272 bladz. geïllustreerd uitg. Noordboek ISBN 9789056156152