De cd in de reeks “De Gouden Eeuw van het Frans orgel” laat het Groot Orgel van de Koninklijke Kapel van Versailles, door de keuze van een symbolisch en gevarieerd programma uit de Barokperiode, in al zijn facetten schitteren.De essentiële werken van het Frans klassiek orgelrepertoire (o.a. Couperin, Marchand, de Grigny, Dandrieu, Corrette), werden gecomponeerd om de bijzondere esthetiek van instrumenten zoals die van de kapel van Louis XIV te versterken, maar ook, om aan de hand van transcripties, zijn andere rijke klank te onthullen, van “Le Sommeil d’Atys” van Lully tot de contradansen uit “Les Boréades” van Rameau. Om een nieuwe dimensie aan het klankuniversum van het orgel toe te voegen en de orkestkwaliteiten ervan te sublimeren, zijn moderne montage- en heropname-processen subtiel in dienst gesteld van de superpositie van muzikale stemmen. “Le Grand Jeu” laat het instrument van Versailles klinken “voor de glorie van God en van de koning”.
In de 17de eeuw evolueerde de Franse orgelstijl van gesofisticeerde, middeleeuwse en Renaissance polyfonie, naar een steeds meer verticale, harmonieuze stijl. Kenmerkend voor de Franse school was de bijzondere aandacht die aan de registratie werd besteed. De componisten gaven dit vaak heel precies aan, bv. in “Kyrie, Dialogue sur la trompette et le chromhorne”, “Gloria,Trio a dessus de chromhorne et la basse de tier” of “Plein Chant de l’Agnus – En Basse et en Taille alternativement”, in de “Messe a l’usage ordinaire des paroisses” uit 1690 van de 22-jarige Couperin, die toen organist was van St Gervais. Dit typisch kenmerk moet weliswaar worden gesitueerd in een tijd waarin men weinig aandacht schonk aan de klankkleur van de instrumenten.
Van veel stukken werd aangeven dat ze konden worden gespeeld op de viool, de fluit, de hobo, de gamba, e.a. De beroemde gambist, Marin Marais, ging zelfs zo ver dat hij aangaf dat zijn werken gespeeld konden worden op het orgel, het klavecimbel, de viool, gamba, de theorbe, de gitaar, de dwarsfluit, de blokfluit en hobo. Dit was mede een commercieel argument om de composities beter te doen verkopen, in een tijd dat het drukken en vooral het graveren van partituren erg duur was, trouwens ook de reden waarom vele composities niet werden gepubliceerd en daarom in de vorm van manuscripten bleven die geleend en gekopieerd werden.
Na zijn studie orgel, klavecimbel en kamermuziek aan het CRR (Conservatoire à rayonnement régional) van Versailles (foto) en St-Maur-des-Fossés, trad Gaétan Jarry (foto’s) toe tot het CNSM in Parijs (klas van Michel Bouvard en Olivier Latry), waar hij in 2010 de orgel- en vertolkingslicentie behaalde. Hij is mede-titularis van de grote orgels van de kerk van Saint Jeanne d’Arc in Versailles en van de grote historische orgels van Saint Gervais in Parijs. In 2007 richtte hij het Ensemble Marguerite Louise op en sinds 2012 heeft hij de leiding van Les Petits Chanteurs de Saint François de Versailles.
De jonge, Parijse organist Gaétan Jarry bespeelt het orgel van de paleiskapel van Versailles, dat in opdracht van Louis XIV, ontworpen werd door de beroemde koninklijke orgelbouwer, Robert Clicquot, en in 1711 ingehuldigd werd door François Couperin. Dit prachtig, kleurrijk instrument met robuuste tongwerken en betoverend warme solo-registers, is uitstekend geschikt voor de muziek van het Frans (klassiek) Barok orgelrepertoire. Gaétan Jarry heeft een aantrekkelijk en gevarieerd programma samengesteld en speelt het met een zeldzame frisheid en vrijheid, vitaal en krachtig, met sprankelende registraties en natuurlijk klinkende versieringen. Afwisselend plechtig, dansant, speels en ontroerend. Schitterend!
Tracklist:
Marchand: Grand Dialogue (1696)
Rameau: Les Boréades: Contredanse en rondeau
Dandrieu: Offertoire pour le jour de Pâques. ‘O filii et filiae’
Couperin: Messe des Couvents: Plain chant du premier Kyrie, en taille
Grigny: Premier livre d’orgue: Gloria. Récit de tierce en taille
Lully: Atys: Ouverture
Corrette: Concerto No. 2 en La Majeur, Op. 26
Anglebert: Passacaille d’Armide
Rameau: La Livri in C minor
Rameau: Les Indes galantes: Air pur les Sauvages
Lully: Dormons, dormons tous (uit Atys)
Charpentier: Te Deum, H146: Prélude
Purcell: When I am laid in earth (uit Dido and Aeneas)
Handel: Arrival of the Queen of Sheba (uit Solomon)
Le Grand Jeu Florilège Baroque Français French Baroque Organ Favourites Gaétan Jarry Grandes Orgues 1710 Chapelle Royale-Versailles Collection l’Âge d’or de l’orgue français cd Château de Versailles Spectacles CVS024