Bij het prestigieus label, Le chant du Monde, verscheen een eerste box, “Bourvil, Mes p’tites chansons” met chansons van de Franse komiek, “Célébration bourvil 1970-2020, Touts ses chansons de 1946 à 1962”. Later verschijnt “Bourvil- la Tendresse, De Mocky à Melville 1963-1970″.
Bourvil (1917-1970) was één van de beroemdste, Franse acteurs van de 20ste eeuw. Iedereen herinnert hem van films als “La Traversée de Paris” (met Jean Gabin), “Les Misérables” (met Jean Gabin), “Le Miroir à deux faces” (met Michèle Morgan), “Le Capitan” (met Jean Marais), “Un drôle de paroissien” ( met Francis Blanche), “Les Grandes Gueules” (met Lino Ventura), “La Grande Vadrouille” (met Louis De Funès), en “Le Cercle Rouge” (met Alain Delon). Maar, Bourvil was ook een zanger, wiens repertoire was verdeeld tussen aanstekelijke, fantasievolle liedjes en romantische liedjes. In beide gevallen straalde er uit zijn stijl, zijn stem en zijn manier van zingen, een gevoeligheid en eenvoud, die zijn vele opnames heel bijzonder maakten. Bourvil verpersoonlijkte het beeld van een eenvoudige mens, bescheiden maar getalenteerd. Zijn ca. 300 liedjes getuigden daarvan.
Naast zijn filmcarrière trad Bourvil tussen 1945 en 1970, herhaaldelijk op in music-halls en in operettes. Meestal speelde hij aardige personages. Reeds in de tijd van de stille film, tijdens de eerste helft van zijn filmcarrière, raakte hij stilaan bekend als zanger, en begon zijn 25-jaar durende carrière. In 1945 verscheen het subliem chanson,“Les Crayons”, op tekst van Bourvil en muziek van Étienne Lorin (1913-1975), voor de film van Jean Dréville, “La Ferme du pendu”. In 1970 verscheen “Pauvre Lola”, een parodie op het gelijknamig chanson van Serge Gainsbourg, met de Franse toneelactrice, Jacqueline Maillan (1923-1992), op tekst van Gainsbourg en Bourvil zelf.
Vanaf 1937 was André Raimbour, alias Bourvil, een muzikant die verschillende instrumenten speelde, en een operette- en music hall-zanger was, zelfs in “Les Contes d’Hoffmann” van Offenbach in het Théâtre des Champs-Élysées met het orkest van de Opéra-Comique (1948). Het was effectief door zijn liedjes dat Bourvil, voor het eerst bekend werd, een kunstenaarsnaam die deze Normandische boerenzoon uit Prétot-Vicquemare, dankte aan het geboortedorp van zijn moeder, Bourville, in Seine-Maritime.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleven zijn eerste rollen beperkt tot het zingen van liedjes, Net als “C’est l’piston” (uit “Blanc comme neige”, 1948), of “La tactique du gendarme” (uit “Le Roi Pandore”, 1949), zong hij veel van zijn liedjes in films waarin hij zelf acteerde. Maar beetje bij beetje evolueerden zijn komische liedjes naar een meer dramatische stijl, zoals het weinig bekend “Mon frère d’Angleterre” (1960). En hoewel hij beroemd werd als de zanger (interprète) van “La Bicyclette”, “Salade de fruits” of “Un clair de lune à Maubeuge”, is veel minder geweten dat hij in 1963, als allereerste, “La Tendresse” van Noël Roux (tekst) & Hubert Giraud (muziek) zong, een jaar later gevolgd door de toen 25-jarige, Marie Laforêt.
“Mon Dieu, mon Dieu, mon Dieu…
Dans votre immense sagesse
Immense ferveur
Faites donc pleuvoir sans cesse
Au fond de nos coeurs
Des torrents de tendresse
Pour que règne l’amour
Règne l’amour
Jusqu’à la fin des jours”
Van de 8 cd’s zijn de cd’s 6, 7 en 8, thematisch geordend, nl. “Duos”, “Opérettes” en “Monologues et Documents”. Bij de cd’s hoort een uitgebreid boekje met een uitvoerige tekst over het leven en de carrière van Bourvil van Alain Raemackers. Grandioos. Niet te missen!Bourvil, Mes p’tites chansons Célébration Bourvil 1970-2020, Toutes ses chansons de 1946 à 1962 – 206 titres – 8 cd Livret 64 pages Le Chant du Monde 5743129.36