Met als titel Animam gementem cano, “Ik bezing de zuchtende ziel”, voeren het Pluto Ensemble en het onvolprezen Hathor Consort u langs verschillende levensfases. Het ‘Stabat Mater’ symboliseert de reis van geboorte naar dood naar het beeld van de eenzame moeder bij haar gestorven zoon aan het kruis. Animam gementem cano, de eerste twee woorden citeren de Stabat Mater-tekst, neemt u mee op een reis door veel van de belangrijkste momenten van het leven, een confrontatie met leven en dood, maar ook met het persoonlijk pad naar bewustzijn. Het programma is niet alleen bedoeld om troost te bieden aan de ‘gevangen rouwende ziel’, maar ook om elke muziekliefhebber een ontdekkingsreis aan te bieden.
Op het programma staan werken van Heinrich Ignaz Franz von Biber (1644-1704), Andreas Christophorus Clamer (ca.1640-ca.1700), Johann Heinrich Schmelzer (1620/23-1680) en František Ignác Antonín Tůma, (1704-1774). Recent ontdekte Marnix De Cat een ‘Stabat Mater’ uit ca.1752 van de Boheemse componist František Tůma. Deze ‘verborgen parel’ wordt nu uit de vergetelheid gehaald en opnieuw tot klinken gebracht. Verder plaatst dit concert een meditatie over de dood van Schmelzer naast de droom van bescherming uit psalm 109 in de toonzetting van Colonna. Het resultaat is een bespiegeling over de vluchtigheid van het bestaan en de hoop op troost, verklankt in de versmelting van stem met snaren.
Biber en Schmelzer zijn ondertussen voldoende bekend. Clamer en Tůma daarentegen, niet. Andreas Christoph Clamer was de zoon van Gaudenz Clamer, de muziekdirecteur van het Salzburgs hof. Vanaf 1682 was Clamer de directeur en instructeur van de koorjongens van de Dom van Salzburg. In hetzelfde jaar gaf hij de Salzburgse uitgever Johann Baptist Mayr, de opdracht om een 42-delige collectie sonates te drukken, de “Mensa harmonica XLII Rarioribus Sonatis” voor twee violen, viool en basso continuo, onderhoudende sonates die bestaan uit verschillende dansbewegingen, vergelijkbaar met “Mensa sonora” van Heinrich Ignaz Biber of de “Armonico tributo” van Georg Muffat, zijn Salzburgerse collega’s in dezelfde periode.
De Boheemse componist, kapelmeester en organist, František Ignác Antonín Tůma (foto) uit Kostelec nad Orlicí (Adlerkosteletz), kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn vader, de kerk-organist, Václav Tůma. Later was hij leerling aan het Clementinum in Praag. Daar was hij ook koorlid en zong onder Bohuslav Matěj Černohorský aan de Minorieten-kerk van St. Jakob. Waarschijnlijk was Černohorský ook zijn leraar. František Tůma was kapelmeester van het hoforkest van graf Franz Ferdinand Kinsky von Wchinitz en Tettau in Gambitz, Neder-Silesië (nu Karlova Koruna in Tsjechië), de hoogste kanselier en koninklijke gevolmachtigde voor de jacht van Bohemen. Met deze graaf vertrok Tůma naar Wenen. Hij werkte er als organist en koorleider en met steun van graaf Kinsky, kon hij bij Johann Joseph Fux in Wenen contrapunt studeren. Samen men Jiří Antonín Benda en Sylvius Leopold Weiss volgde hij de première van de opera “Constanza e Fortezza” van Fux.
In 1734 werd hij door graaf Kinsky als kapelmeester voor de Praagse kathedraal aanbevolen, maar zijn sollicitatie was te laat en hij bleef in dienst van de graaf tot in 1741, het jaar, waarin de graaf overleed. In 1742 werd hij kapelmeester in de dienst van de weduwe van keizer Karel Elisabeth Christine van Brunswijk-Wolfenbüttel. Daarna was hij ook nog kapelmeester bij keizerin Maria Theresia van Oostenrijk en in 1768 werd hij lid van het klooster van de premonstratenzers in Geras in Niederösterreich, Bezirk Horn.
Dit klooster (foto’s) bezit een orgel uit 1731 van Ignaz Jakob Florian Casparides. František Tůma componeerde ca. 65 missen, vijf toonzettingen van het Stabat Mater, psalmen, litanieën, en talrijke sonates voor strijkers en orgel, partita’s voor strijkers en klavecimbel, en symfonieën voor strijkers met orgel of klavecimbel.
Met de wereldpremière opname van een herontdekt Stabat Mater, een laat werk van deze Boheemse meester, breidt Pluto-Ensemble en Hathor Consort (foto) de barokke discografie uit met een emotioneel aangrijpend werk. De hier gepresenteerde versie, één van Tůma’s vijf toonzettingen van de tekst, lag lang in de vergetelheid in de abdijbibliotheek in Ottobeuren, tot Marnix De Cat, de artistiek directeur van het Pluto Ensemble, dit juweeltje herontdekte. Het is hier te horen met het Requiem in F minor van H. I. F. Biber en instrumentale werken van Biber, zijn leraar J. H. Schmelzer en zijn Salzburgse collega, A. C. Clamer. In deze zelden gehoorde muziek klinkt vaak nog de vrijheid die de ontdekking van een nieuwe koers met zich meebrengt. Het resultaat is fris, aantrekkelijk en gevarieerd. Zeker in de virtuoze handen van Marnix De Cat en Romina Lischka. Warm aanbevolen.
Het Pluto-ensemble werd opgericht om muziek te brengen gebaseerd op waarheid over de mens, met een boodschap van schoonheid en vreugde. In deze tijden van mondiale verwarring is het goed dat vanuit o.a. kunst, specifiek hier de muziekkunst, een weldoende invloed wordt uitgeoefend op uitvoerders én luisteraars. Dit in eerste instantie door de programmatie van de muziek, de uitvoering, maar ook de toelichting hier rond en het uitdragen van de opdracht van elk mens om mee te werken deze verwarring bij de oorzaak aan te pakken, nl. bij onszelf.
Elk programma van middeleeuws tot nu, heeft zo zijn eigen bezetting van zangers en instrumenten. Met de contratenor, Marnix De Cat (foto) als inspirator, een specialist in het Franco-Vlaams Polyfonie repertoire, wil het Pluto-ensemble ook nieuwe muzikale wegen inslaan en ontdekken. Van de 14de eeuwse Ars Nova en Ars Subtilior, over de Gouden Renaissance van Vlaanderen tot Italië, Frankrijk, Duitsland en Engeland, behoudt de polyfonie zijn merkwaardige en opwindende manier om de oren te prikkelen. Over klassieke polyfone structuren heen bereiken we bij hen ook de barokperiode en ontmoeten er Straus, Biber, Tuma, Bach… eindigend in hedendaagse polyfonie met o.a. minimal music en repetitieve muziek.
Tůma Stabat Mater Biber Requiem in F minor Animam gementem cano Pluto Ensemble Marnix De Cat Hathor Consort Romina Lischka cd Ramée RAM1914