Haar leven lang boog Hannah Arendt (1906-1975) zich over de onzekere grens tussen goed en kwaad. Ze leidde een leven dat een cruciaal hoofdstuk in de geschiedenis van het Westen omvatte, een tijd waarin onze ideeën over de mens en zijn waarde, schuld en verantwoordelijkheid, opnieuw werden gedefinieerd, en waarin Hannah Arendt uitgroeide tot één van de belangrijkste denkers van de 20ste eeuw. Filosofie is als normatieve wetenschap en descriptief onderzoek, even moeilijk eenduidig te definiëren als de begrippen schoonheid en liefde. Beminnen, houden van en liefhebben, zeggen daarentegen zo veel meer. Zo ook de werkwoorden beschouwen, bezinnen, analyseren, denken en nadenken, in verband met het wel en wee van de mensheid.
Als dochter van Joodse ouders groeide Hannah Arendt uit Linden nabij Hannover, op in het woelige Duitsland van de jaren ‘30, waar ze zich vanaf jonge leeftijd volledig toelegde op de filosofie. In 1910 verhuisde de familie naar het Oost-Pruisische Königsberg, en in 1924 startte ze haar studie filosofie en theologie in Berlijn. Ze vervolgde haar studie in Marburg bij Martin Heidegger (foto).Ze begon een relatie met de Duitse filosoof Martin Heidegger, die echter enkele jaren later, net als zo vele andere, niet-joodse intellectuelen, een fervent aanhanger werd van het nazisme. Hannah Arendt was als joodse daarentegen actief in de zionistische politiek. Ze werd dan ook gedwongen het land te ontvluchten en zou zich tot aan haar overlijden in New York, buigen over de aard van het kwaad, de mens, liefde en politieke theorie. Haar “ontdekking” van het Kwaad, gesymboliseerd in “Auschwitz”, als een bewust, ambtelijk-technologisch voltrokken genocide, werd het centraal thema in haar denken.
In Jeruzalem startte op 11 april 1961 het Eichmann-proces (foto), dat Arendt als journaliste nauwgezet volgde. Ze werd hoogleraar aan de University of Chicago en bleef dat tot 1968. Daarna werd zij hoogleraar aan de New School for Social Research in New York tot aan haar overlijden in 1975. Haar driedelig werk, “The Origins of Totalitarianism” (1951), leverde haar bekendheid bij het grote publiek op.
In deze biografie verweefde Ann Heberlein het bewogen leven van Hannah Arendt met haar gedachtegoed, dat ook nu, een halve eeuw na haar overlijden, nog altijd relevant is in een wereld die steeds verder verdeeld raakt. Het boek werd uit het Zweeds vertaald door Marika Otte.
De Zweedse auteur, Ann Helen Heberlein (°1970), schrijft over theologie en ethiek. Ze is vooral bekend om haar autobiografisch verslag van leven met een bipolaire stoornis, “Jag vill inte dö, jag vill bara inte leva” (2008; “Ik wil niet dood, ik wil gewoon niet leven”). Ze stelde zich in 2018 kandidaat voor het parlement bij de algemene verkiezingen, als vertegenwoordiger van de gematigde partij. Heberlein verdedigde in 2005 haar proefschrift “Kränkningar och förlåtelse” (“Misbruik en vergiffenis”) aan de Universiteit van Lund. Het proefschrift ging over schuld, schaamte, morele verantwoordelijkheid, misbruik en vergiffenis. In januari 2007 begon ze praktische filosofie te geven aan de Universiteit van Stockholm, terwijl ze werkte aan een project over het strafrechtsysteem. Sinds 2009 werkt Heberlein aan de universiteit van Lund. Ze schreef in 2004 “Den sexuella människan” en werkte mee aan “Systematisk teologi” (Martinsson, Sigurdson & Svenungsson, 2007). Heberlein is ook auteur en columniste voor de kranten Sydsvenskan en Dagens Nyheter, schreef eerder ook columns voor Expressen en Axess, heeft ook een column in de christelijke krant, “Kyrkans tidning”, en heeft haar eigen radioshow op P1 Sveriges Radio, “Tankar för dagen”. In 2008 publiceerde ze “Jag vill inte dö, jag vill bara inte leva”, een autobiografisch boek over haar leven met zelfmoordgedachten, ernstige angststoornissen en bipolaire stoornissen. In 2012 werd haar boek een toneelstuk, dat opgevoerd werd in het Kungliga Dramatiska Teatern in Stockholm.
Ann Heberlein Hannah Arendt Over liefde en kwaad De biografie 232 bladz. uitg. Spectrum ISBN 9789000370658