Bachs motetten nemen binnen de polyfone kunst een belangrijke plaats in. Tot op de dag van vandaag, vertegenwoordigen ze een speciale artistieke en interpretatieve uitdaging voor elk koor. (Releasedatum: 25 september 2020)Bachs 8-stemmige motetten waren de eerste werken die, nog voor de Bach-revival door de heruitvoering van de “Matthäus Passion” in 1829, de ononderbroken traditie van de Bach renaissance inluidden. En dit ook omdat ze niet enkel voor de eredienst, maar voor een vroege, burgerlijke cultuur waren gecomponeerd. Bachs Motetten zijn monumenten van de laat barok en bieden grote artistieke en technische uitdagingen voor de uitvoerders.Deze opname van Ensemble Pygmalion en Raphaël Pichon (koor en orkest) bestaat uit de volgende motetten: Lobet den Herrn, alle Heiden (BWV230), Komm, Jesu, komm BWV229, Der Geist hilft unser Schwacheit auf BWV226, Fürchte dich nicht, ich bin bei dir BWV228, Jesu, meine Freude BWV227, Singet dem Herrn ein neues Lied BWV225. De motetten van Johann Sebastian Bach worden afgewisseld met motetten van voorgangers als Vincenzo Bertolusi (ca.1550-1608) (Promptuarium musicum, Pars Tertia: Osculetur me osculo oris sui), Hieronimus Praetorius (1560-1629) (Cantiones sacrae de praecipuis festis totius anni: Tulerunt Dominum meum), Gabrieli (1558-1613) (Symphoniae sacrae I: Jubilate Deo), en Jacobus Gallus (1550-91) (Opus musicum: Ecce quomodo moritur justus).“Jesu, meine Freude” BWV 227 is een vijfstemmig motet, dat waarschijnlijk voor het eerst werd gezongen in juli 1723, slechts een paar weken nadat Bach in zijn functie als Thomascantor was begonnen, ter gelegenheid van de begrafenis van Johanna-Maria Kresin, de vrouw van het hoofd van de post. “Der Geist hilft unsrer Schwachheit auf” BWV 226 voor 8-stemmig dubbelkoor is uitgevoerd in de Paulinerkirche in oktober 1729 voor de begrafenis van J. Heinrich Ernesti, professor van de Universiteit van Leipzig en rector van de Thomasschule.De motetten voor vijfstemmig koor en voor dubbelkoor, gecomponeerd in de eerste jaren van Bach in Leipzig, vormden een eigen groep werken, die zich onderscheidde van zijn andere religieuze muziek. Ze waren niet bedoeld voor de reguliere kerkliturgie, maar voor privé-begrafenisdiensten. Daarom werden ze op maat gemaakt volgens de wensen van de opdrachtgever en de eigen ideeën van Bach. Samen, en in tegenstelling tot de “moderne” cantates, hadden ze een eerder conservatieve tendens en stonden ze in de traditie van de waardige, oude, vocale polyfonie, die zijn hoogtepunt bereikte in de 16de eeuw. Vijf van de zes bestaande motetten zijn in opdracht gemaakt, alleen BWV 225 lijkt voor een andere gelegenheid gecomponeerd te zijn. Maar, ondanks het feit, dat motetten vaak tijdens een rouwplechtigheid uitgevoerd werden, hebben deze werken een zekere levendigheid in zich.Het waren “Kantoren-Motette” met een 4-stemmig deel voor de Bijbelse tekst en een contrapuntisch deel dat het koraaldeel bevatte. Het refrein werd niet gedragen door een orkest, maar door een eenvoudige instrumentale begeleiding met basso continuo. Bach had in 1730 aangegeven dat “zu jeweden musicalischen Chor…wenigstens 3 Sopranisten, 3 Altisten (dat wil zeggen falset zingende mannenstemmen), 3 Tenoristen und eben so viel Bassisten (gehören), damit, so etwa einer unpaß wird, wenigstens eine 2 chörigte Motette gesungen werden kann”. Dit impliceert dat de werken door solozangers werden uitgevoerd. Bach versterkte de baspartij van het koor met een basso continuo, maar tijdens uitvoeringen in de kerk, werd elke stem met een instrument verdubbeld die met de zang meespeelde (‘colla parte’) Lang is gedacht dat de werken a capella uitgevoerd moesten worden. De ontdekking van het instrumentaal materiaal van BWV 226 heeft tot de conclusie geleid dat in elk geval de stemmen van de 8-stemmige motetten, instrumentaal moeten worden verdubbeld.Om bij een a capella uitvoering, het ontbrekend orkest te compenseren, waren de vocale partijen,, bewust ingewikkelder en gedetailleerder dan gebruikelijk gecomponeerd. Daarenboven werden voor in een kleine ruimte, alle mogelijke technieken, contrapuntisch en concertovorm, meerstemmig koor en dubbelkoor gebruikt. Met op het eerste gezicht eerder bescheiden middelen, creëerde de geniale vakman Bach, even belangrijke, waardevolle en expressieve muziek als in zijn grootschalige werken.De absolute top van de polyfone kunst, Bachs motetten juichen met een vreugde die verrassend kan zijn als men hun traditioneel en meest voorkomend liturgisch gebruik kent, nl. bij begrafenisceremonies. Raphaël Pichon en zijn musici nemen u mee in hun jubelende interpretatie, een ware hymne aan de dans die vakkundig wordt afgewisseld met de grote traditie van het Duits motet. Het collectief werk van Pygmalion aan zowel de stilistische als de tekstuele aspecten doet volledig recht aan deze koorexuberantie.Raphaël Pichon (°1984) begon zijn muzikale opleiding aan de Maîtrise des Petits Chanteurs de Versailles en studeerde zang, viool en piano aan de Parijse Conservatoria (CRR, CNSMDP). Als jonge contratenor zong hij onder leiding van Jordi Savall, Gustav Leonhardt, Ton Koopman en Geoffroy Jourdain, met wie hij hedendaagse muziek uitvoerde. In 2006 richtte hij zijn eigen ensemble “Pygmalion” op, dat een koor en periode-instrumenten combineert. Het repertoire van het ensemble bestaat in de eerste plaats uit muziek die Bach verbindt met Mendelssohn, Schütz met Brahms, en Rameau met Gluck en Berlioz. Samen met zijn ensemble, dat ondertussen een geassocieerd ensemble is van de Opéra de Bordeaux, wordt hij uitgenodigd op de belangrijkste festivals, waarop hij schittert met zijn interpretaties van religieuze muziek van Bach en met zijn uitvoering van Tragédies lyriques van Rameau.
https://lnk.to/Bach-Motets-Pygmalion
JOHANN SEBASTIAN BACH MOTETS Pygmalion Raphaël Pichon cd harmonia mundi HMM902657.58