Orange Mountain Music presenteert de originele soundtrack van de documentaire “The Last Dalai Lama ?” Voor de bekendheid van de Dalai Lama in het Westen in de 20ste eeuw, was onder meer het boek “Zeven jaar in Tibet” van de Oostenrijkse bergbeklimmer, Heinrich Harrer, van groot belang. Op dit boek was de documentaire uit 1956 van regisseur Hans Nieter gebaseerd. Deze documentaire werd op het filmfestival van Cannes genomineerd voor een Gouden Palm. De verfilming in 1997, door van Jean-Jacques Annaud met Brad Pitt in de hoofdrol, leverde de film drie prijzen en tien nominaties op. Ook films als “Little Buddha” van Bernardo Bertolucci uit 1993 en “Kundun” van Martin Scorsese uit 1997, droegen bij tot de bekendheid van de Dalai Lama. Over de Dalai lama zijn ook een groot aantal documentaires gemaakt, zoals “Angry Monk” van regisseur Luc Schädler, met een registratie van het Tibet van de eerste helft van de 20ste eeuw, en “The Unwinking Gaze” van regisseur, Joshua Dugdale, waarin de 14de Dalai Lama gedurende drie jaar wordt gevolgd in de uitvoering van zijn taken.Mickey Lemle (foto) maakte in 1992 een film over de 14de Dalai Lama, getiteld “Compassion in Exile : The Life of the 14th Dalai Lama”. Met deze documentaire behaalde hij verschillende prijzen en werd hij in de categorieën beste regisseur en beste documentaire, twee maal genomineerd voor een Emmy Award. De documentaire behandelt Tenzin Gyatso (°1935), de 14de dalai lama, (Tenzin betekent Verdediger van de leer en Gyatso betekent oceaan), de opvolger van Thubten Gyatso (1876-1933), die noodgedwongen in ballingschap leeft in McLeod Ganj (foto), nabij Dharamsala in het district Kangra, in de Himachal Pradesh, in India.
Hij vertelt over zijn leven buiten Tibet, en de vele problemen die Tibet kent, en over zijn geweldloze strijd voor de onafhankelijkheid van Tibet. Mickey Lemle is een Amerikaans filmregisseur en -producent van speelfilms, televisieseries en documentaires. Hij behaalde een bachelor op de Brandeis Universiteit, diende voor het Amerikaans Vredescorps in Nepal en is bestuursvoorzitter van Tibet Fund. De impact van het boeddhisme en de Dalai Lama in het Westen is in de 25 jaar sinds zijn documentaire gestegen.Naar aanleiding van de 80ste verjaardag van de Dalai Lama, maakte Mickey Lemle in 2015, opnieuw een portret van His Holines, terwijl de Dalai lama de wereld rondreisde en sprak over zijn leven, zijn mededogen en zijn werk. De film presenteert getuigenissen van geestelijken die niet in de traditie van het Tibetaans boeddhisme leven, van geestgenoten en bondgenoten, tot zelfs van een voormalige Amerikaanse president. Regisseur Mickey Lemle combineerde materiaal uit zijn eerdere film met nieuwe opnames, waarin hij intieme gesprekken voerde met de Dalai Lama en zijn familie. Via archiefbeelden ging hij o.a. terug naar de ontmoeting met Mao tot het moment dat de Dalai Lama in 1959 besloot, uit Tibet te vluchten, wat het begin betekende van zijn ballingschap. Toen de Dalai Lama in een interview zei dat hij niet zou reïncarneren, kwam de eerste onmiddellijke en heftige reactie van de regering van de Volksrepubliek China, “Jij beslist niet of je reïncarneert, wij beslissen dat!”…
Orange Mountain Music presenteert nu de originele soundtrack van die documentaire. De organisatoren vroegen aan Glass om een stuk van onbepaalde lengte te componeren. Dit was de opdracht tot de originele muziek van Philip Glass en de Tibetaanse muzikant Tenzin Choegyal (foto). Als kind luisterde Tenzin Choegyal naar de liederen in de stijl van Tibetaanse nomaden, die zijn moeder zong. In 1997 verhuisde hij naar Australië, waar hij zijn debuut maakte in de wereld van de Australische muziek. Choegyal heeft met veel vooraanstaande musici gewerkt, onder wie Philip Glass, Laurie Anderson, Michael Askill, Shen Flindell, Spiros Rantos, Ash Grunwald, Paul Coppen, Stringmansassy, Oscar and Marigold, Riley Lee, James Coats, Tsering Dorjee Bawa, Baatar Sukh, Katherine Philp, Cathedral Band en Marcello Milani. Hij trad ook op met Tibetaanse monniken in ballingschap, die hij financieel ondersteunt via zijn reizen, en met de “Tibetan Children’s Villages”, de school voor Tibetaanse vluchtelingenkinderen waar hij als kind naar toe ging.
De muziek wordt uitgevoerd door Philip Glass en Michael Riesman, de leider van het Philip Glass Ensemble, op piano, Tenzin Choegyal, zang en verschillende Tibetaanse instrumenten zoals lingbu en dranyen, Tim Fain op viool, Robert Black op contrabas, en het Scorchio String Quartet. “Om Ma Mi Phad may Hum” is te horen in “Heart Strings” (Track 10), gezongen door 150 Tibetaanse kinderen van de “Tibetan Children’s Village School” (foto’s) (TCV) in Dharmasala in India. Tibetaanse kinderdorpen is een Tibetaanse niet-gouvernementele organisatie die in 1964 werd opgericht in McLeod Ganj. De organisatie sticht en beheert gemeenschappen van Tibetaanse kinderen in ballingschap die verweesd zijn of van hun ouders gescheiden leven.
De organisatie werkt zonder winstoogmerk en geeft zorg en onderwijs aan bijna 17.000 kinderen. De organisatie stelt zich ten doel zorg en onderwijs te geven aan jeugdige Tibetaanse vluchtelingen zodat deze kinderen zich kunnen ontwikkelen tot goede leden van de Tibetaanse gemeenschap en tot goede wereldburgers. Jetsün Pema, de zus van Tenzin Gyatso, de huidige dalai lama, was de voorzitster van TCV vanaf de oprichting in 1964 tot augustus 2006. Zij werd opgevolgd door Tsewang Yeshi.
De cd, in totaal 13 nummers, eindigt met Philip Glass’ eigen uitvoering van “Mad Rush”, live uitgevoerd in de kathedraal van St. John the Divine in New York. Glass is trouwens ook te zien in de film over de Dalai Lama wanneer hij “Mad” Rush speelt, een stuk dat werd gecomponeerd voor de eerste openbare toespraak van de Dalai Lama in New York in 1978.
Philip Glass maakte naam als componist van filmmuziek. “Koyaanisqatsi: Life out of Balance” was een film uit 1982. De film was de eerste in de Qatsi-trilogie van regisseur Godfrey Reggio (°1940). Het tweede deel, ‘Powaqqatsi’, werd uitgebracht in 1988 en het derde deel, ‘Naqoyqatsi’, werd uitgebracht in 2002. “Koyaanisqatsi” is Azteeks van de Hopi-indianen, en betekent zoveel als “de vraag naar een andere manier van leven”. De Hopi zijn een indianenvolk in het noordoosten van Arizona. Zij zijn Pueblo-Indianen. Hopi is trouwens de afkorting van Hopituh Sinom “de mensen van Hopi”. Vroeger werden de Hopi ook wel als Moki of Moqui betiteld. De Hopi wonen in hun pueblohuisjes in het reservaat van de Navajo.
Glass componeerde ook de muziek voor films als “The Hours” (2002) van Stephen Daldry, over drie vrouwen die met elkaar verbonden zijn door de roman, “Mrs. Dalloway”, van Virginia Woolf, voor “Mishima – A Life In Four Chapters” (1985) van Paul Schrader (°1946), gecoproduced door Francis Ford Coppola en George Lucas, en voor “Hamburger Hill” (1987) van de Engelse regisseur, John Irvin (°1940). Geïnspireerd door de films die de Orphée-triptiek vormden “Le Sang d’un poète” (1930), Orphée (1950) en “Le Testament d’Orphée” (1960)) van Jean Cocteau, componeerde Glass tussen 1991 en 1996, een tweede operatriptiek, als hommage aan deze schrijver en filmregisseur. Glass baseerde zich daarbij op Cocteau’s “Orphée” (1949), “La Belle et la Bête” (1946) en op zijn novelle, “Les Enfants Terribles” (1929).
The Last Dalai Lama ? A film by Mickey Lemle Music composed by Philip Glass and Tenzin Choegyal cd Orange Mountain OMM0146
https://www.stretto.be/2017/10/28/sjoerd-de-vries-boeddhisme-een-boeiende-en-heldere-inleiding/