Ontdek de unieke Pianosonate in si-klein (Klaviersonate h-Moll) van Franz Liszt en de beroemde Pianosonate nr. 2 in bes klein, op. 35 van Frédéric Chopin, in schitterende arrangementen voor twee piano’s, van Camille Saint-Saëns. Niet te missen!
Liszt componeerde zijn uitdagende maar grandioze Sonate in 1852-1853. Ze werd voor het eerst uitgevoerd in 1857 in Berlijn door zijn leerling en schoonzoon, de toen amper 27-jarige, Hans von Bülow (1830-1894) (foto). Dat jaar trouwde von Bülow nl. met Cosima, de middelste van de drie kinderen van gravin Marie d’Agoult en Liszt. Cosima en Hans von Bülow kregen twee dochters, Daniela, in 1860 en Blandine, in 1863. Maar, in de zomer van 1864 werd Cosima de minnares van Richard Wagner. In april 1865 werd een dochter, Isolde, geboren, die door von Bülow werd erkend en in 1867 werd Eva geboren, die eveneens door von Bülow werd erkend. “Als het een ander was geweest dan Wagner, had ik hem neergeschoten”, reageerde von Bülow … In november 1868 verliet Cosima Hans von Bülow weliswaar voorgoed, reisde naar Luzern om in te trekken bij Wagner, die ondertussen weduwnaar was, (hij leefde sinds 1858 door zijn affaire met Mathilde Wesendonck, van zijn vrouw Minna gescheiden, maar zijn vrouw was in 1866 overleden), en na de officiële scheiding van Hans von Bülow, trouwde Cosima in augustus 1869, met Wagner. Toen Richard Wagner in 1883 overleed, nam zij de gehele organisatie van de Bayreuther Festspiele op zich. Toen ze zelf op 92-jarige leeftijd in Bayreuth overleed, werd ze in de tuin van “Wahnfried” in Bayreuth, naast Richard Wagner, haar tweede echtgenoot, bijgezet. Isolde (1865-1919) en Eva (1867-1942) gingen uiteindelijk door het leven als Isolde en Eva Wagner. Isolde huwde met de dirigent, Franz Beidler, en Eva huwde met Houston Stewart Chamberlain, de auteur van “Die Grundlagen des neunzehnten Jahrhunderts” (1899), één van de bronnen voor de latere, racistische doctrine van de nazi-ideologie.Conservatieve critici als Eduard Hanslick braken de vooruitstrevende Sonate van Liszt af en Brahms viel in slaap toen Liszt hem de Sonate voorspeelde … De pianist en componist, Anton Rubinstein, had ook kritiek, de Duitse “Nationalzeitung” noemde het een uitnodiging om te fluiten en te stampen, maar het meesterwerk werd de hemel in geprezen door Richard Wagner. De sonate werd in 1854 gepubliceerd door Breitkopf & Härtel en werd opgedragen aan Robert Schumann, als dank voor Schumanns dedicatie van zijn Fantasia in C, op.17 uit 1836, aan de toen 25-jarige Ferenc (Franz) Liszt (foto)
In tegenstelling tot Liszt, die ‘slechts’ één Pianosonate componeerde, componeerde Frédéric Chopin drie Pianosonates, waarvan er twee tijdens zijn leven werden gepubliceerd en één postuum. Ze worden zowel muzikaal als technisch, beschouwd als van de moeilijkste pianocomposities van Chopin, en bestrijken een periode van 1828 tot 1844, de periode waarin zich de stijlevolutie van Chopin aftekende. Chopin componeerde zijn eerste Pianosonate als 18-jarige, in 1828, toen hij nog een leerling was van Józef Elsner, aan wie de sonate werd opgedragen. Ondanks het lage opusaantal werd dit werk pas in 1851 postuum uitgegeven door de zoon van Tobias Haslinger. Dit werk is één van de minst bekende en minst opgenomen werken van Chopin.Chopin componeerde zijn Pianosonate nr. 2 in bes mineur, op. 35, in 1839 in Nohant, nabij Châteauroux in Frankrijk. De beroemde 3de beweging, “Marche funèbre: Lento”, bekend als de “Treurmars”, was weliswaar al gecomponeerd in 1837. Deze sonate, met allusies op Bachs Cellosuite nr. 6 in D, BWV 1012 en Beethovens Pianosonate nr. 12 in As, op. 26 uit 1800-1801, (met als 3de beweging, “Marcia funebre sulla morte d’un eroe: maestoso andante”), is ongetwijfeld één van Chopins bekendste pianowerken en werd en wordt nog steeds het vaakst uitgevoerd. Chopin componeerde in 1844 ten slotte nog een 3de sonate en droeg deze op aan gravin, Emilie de Perthuis. Daarna volgde in 1846, nog een, nog steeds te weinig bekende, Sonate voor cello en piano, gecomponeerd voor de Franse cellist en componist, Auguste Franchomme (1808-1884).Saint-Saëns (foto) was vertrouwd met het componeren voor twee piano’s. In 1874 componeerde hij Variaties op een Thema van Beethoven, voor twee piano’s op. 35, gevolgd door een Polonaise, voor twee piano’s, op. 77 (1886), een Scherzo op. 87, Caprice Arabe, op. 96 (1884?), en Caprice héroïque, op. 106 (1898). Voor zijn versies van de twee Sonaten voor twee piano’s, Chopin in 1907 en Liszt in 1914, heeft hij de originelen nauwgezet gevolgd en de bedoelingen van de componisten gerespecteerd. Op alle momenten waar bv. slechts één van de piano’s alleen speelt, werd de originele tekst gerespecteerd. Daarnaast waren er uiteraard de vele complexere texturen waar Saint-Saëns zich vrij voelde om noten toe te voegen. Misschien wel de meest bevredigende kleurencombinatie komt in Chopins Treurmars, waar extra lage octaven in de bas, klinken als een doffe, sombere, grote trom. Door de relatief, nieuw gevonden eenvoud van elke pianopartij, kunnen de uitvoerders subtiel fraseren. Ongetwijfeld had Liszt ook al deze punten in gedachten toen hij overwoog om transcriptie van zijn eigen Sonate te maken, maar dat heeft hij helaas nooit gerealiseerd. Liszt had grote bewondering voor Saint-Saëns en u kunt zich levendig voorstellen dat hij het arrangement dat Saint-Saëns van zijn Sonate maakte, zeker zou hebben goedgekeurd. Op zijn beurt droeg Saint-Saëns in 1886, zijn “Symphonie avec orgue” (Symfonie nr. 3) op aan zijn net overleden goede vriend, Franz Liszt.
Als studenten van wijlen Yonty Solomon aan het Royal College of Music, ontmoetten Simon Callaghan en Hiroaki Takenouchi elkaar in 2003 en hebben sindsdien als “Parnassus Piano Duo”, een bloeiend partnerschap gehad, waarbij ze concerten gaven in het Verenigd Koninkrijk, Europa en Japan. In die tijd hebben ze een breed en uitgebreid repertoire ontwikkeld en tot hun engagementen behoorden galavoorstellingen met opdrachten van de English National Opera en een aantal belangrijke opnames. Hun twee delen van Delius ‘orkestwerken in arrangementen voor twee piano’s (meestal opnames in wereldpremière, ter gelegenheid van het jubileumjaar van de componist) op het SOMM-label, werden hartelijk ontvangen, International Record Review (juni 2012) beschreef hun spel als “sprankelend en oprecht” en BBC Music Magazine (juli 2012) sprak over hun “exacte synchronisatie”. Simon is hoofd piano aan de Ingenium Academy in Winchester in Engeland en Hiroaki geeft les aan het Koninklijk Conservatorium van Schotland in Glasgow.
https://www.ingeniumacademy.com
Ontdek voor de gelegenheid ook eens de twee andere Saint-Saëns cd’s op het label, Nimbus Records, en de arrangementen van orkestmuziek van Fredrick Delius op het label, Somm (foto’s). Om in de sfeer te blijven. Schitterend!
Saint-Saëns Simon Callaghan & Hiroaki Takenouchi Chopin & Liszt Sonatas Volume Three cd Nimbus NI5997
Saint-Saëns Music for Piano Duo & Duet Volume One Martin Jones & Adrian Farmer Nimbus NI5940
Saint-Saëns Music for Piano Duo & Duet Volume Two Martin Jones & Adrian Farmer Nimbus NI5941
Delius Orchestral Music arranged for two pianos Volume 1 Simon Callaghan & Hiroaki Takenouchi cd Somm (Series: Céleste) SOMM0112
Delius Orchestral Music arranged for two pianos Volume 2 Simon Callaghan & Hiroaki Takenouchi cd Somm SOMM0129