Het Mechels Koorboek, nu facsimile uitgegeven, bevat zeven Latijnse missen, de eerste van Matthaeus Pipelare (ca. 1450-ca. 1515), de overige zes van de hand van Pierre de la Rue (ca. 1452-1518), de favoriete componist van Margareta van Oostenrijk. Bij deze uitgave verscheen een boek waarin de zeven missen in het koorboek, uitvoerig beschreven worden. De Vlaamse polyfonist, Matthaeus Pipelare, trok niet naar Italië of Spanje, maar bleef werkzaam in de Nederlanden. Aangenomen wordt dat hij afkomstig was uit Leuven en dat hij in 1482 als koster en waarschijnlijk ook als zangmeester, aangesteld werd aan de Grote Kerk van Dordrecht. Men weet ook dat hij uit Antwerpen kwam, toen hij in ‘s-Hertogenbosch een betrekking kreeg. Misschien heeft Pipelare in de jaren 1460 of 1470 in de stad Gent, een ambt gehad. Hij was een begaafd en veelzijdig componist die missen, melancholische motetten en wereldlijke chansons componeerde. Elf volledige missen, 10 motetten en 8 chansons, zowel in het Frans als het Nederlands, bleven bewaard. Eén van zijn missen is een vierstemmige zetting in cantus-firmus stijl met gebruikmaking van het populair Bourgondisch lied, “L’homme armé”. Zijn in het boek besproken “Missa Fors seulement”, was gebaseerd op zijn eigen gelijknamig chanson, dat hij als cantus firmus aanwendde.Pierre de la Rue was in 1469-1470, zanger van de Brusselse Sint-Goedelekerk. In 1471 was hij in Gent verbonden aan de Sint-Jacobskerk, en vervolgens zou hij in dienst zijn genomen in Nieuwpoort (van 1472 tot ongeveer 1477), Keulen (tot 1489), en Kamerijk/Cambrai. Vermoedelijk was Pierre de La Rue nooit in Italië. De Illustere Lieve Vrouwe Broederschap in ‘s-Hertogenbosch, waartoe ook de schilder Hieronymus Bosch behoorde, bezoldigde hem voor de periode van juni 1489 tot maart 1492 voor bewezen muzikale diensten. In 1492 werd Pierre de la Rue nl. lid van de Grote Kapel van keizer Maximiliaan I (foto) en vergezelde hij zijn werkgever nog in hetzelfde jaar naar ‘s-Hertogenbosch, waar hij formeel lid werd van de Illustere Lieve Vrouw Broederschap.
Na het overlijden van Filips I de Schone (foto) in 1506, werd de hofkapel grotendeels overgenomen door zijn echtgenote, koningin Johanna van Castilië (foto). Pierre de la Rue bleef tot 1508 in Spanje en trok nadien terug naar de Nederlanden, waar hij in dienst kwam van de in Mechelen residerende landvoogdes, Margareta van Oostenrijk. Van 1514 tot 1516 behoorde hij tot de persoonlijke kapel van de latere keizer Karel V. Hij trok zich begin 1516 in Kortrijk terug, waar hij kanunnik werd aan de Onze-Lieve-Vrouwkerk. De la Rue componeerde missen, motetten, Magnificats, Lamentaties, en chansons.Het Mechels Koorboek is een van de mooiste en best bewaarde muziekhandschriften uit de 16de eeuw. Het werd wellicht tussen 1508 en 1519 gemaakt in het Mechels atelier van de kopiist, zanger, musicus, componist en ondernemer, Petrus Alamire (ca. 1470-1536). Uit de openingsminiatuur blijkt dat de opdrachtgever, het Bourgondisch-Habsburgs hof was. De miniatuur toont wellicht de jonge Karel V of Maximiliaan van Oostenrijk, omringd door zijn broer en zussen, op een troon, waaraan het Bourgondisch-Habsburgse wapenschild is bevestigd. Verschillende miniaturen zouden gemaakt zijn in het Gents atelier van Gerard Horenbout (ca. 1465-1540), een Vlaamse kunstschilder en miniaturist die werkzaam was in Gent en later in Londen.Het Mechels Koorboek is wellicht het enige stuk uit de kunstcollectie van Margareta van Oostenrijk dat altijd in Mechelen is gebleven. Sinds 1860 zat het opgeborgen in de Mechelse stadsarchieven en in 2007, werd het erkend als Vlaams topstuk. Sinds de heropening in 2018 van het Hof van Busleyden (foto), is het in een sterk verduisterde en geklimatiseerde ruimte te zien, waar er zelfs naar polyfonie geluisterd kan worden. Het Museum Hof van Busleyden belicht Mechelen, zijn inwoners en hun activiteiten tijdens de Bourgondische tijd. De diplomaat, humanist, mecenas en verzamelaar, Hiëronymus van Busleyden (ca. 1470-1517), die in dit stadspaleis woonde, was lid van de Grote Raad van Mechelen.Mechelen beleefde nl., toen de stad de feitelijke hoofdplaats van Bourgondië was en Margaretha van Oostenrijk er in het Hof van Savoye (foto) verbleef, zijn hoogdagen. Margaretha van Oostenrijk (1480-1530) (foto) was hertogin van Savoye, landvoogdes van de Habsburgse Nederlanden en de enige dochter van Maximiliaan I van Oostenrijk en Maria van Bourgondië. Ze was de zuster van Filips de Schone, die huwde met Johanna van Castilië (“de Waanzinnige”). Het hof van Margaretha van Oostenrijk werd een centrum van kunst, cultuur en humanisme. Beroemde schilders deden het hof te Mechelen aan en muzikaal bestonden er twee hofkapellen, en Margaretha zelf schreef poëzie. Keizer Karel benoemde zijn zuster Maria van Hongarije, als haar opvolgster.De luxueuze, becommentarieerde facsimile is de derde in de reeks Leuven Library of Music in Facsimile, met als general editors, David J. Burn en Bart Demuyt. De reeks beoogt kwalitatief hoogstaande reproducties van originele muzikale bronnen die zowel in esthetisch, muzikaal als cultureel opzicht, bijzonder waardevol zijn. Alle facsimile’s worden volledig in kleur en op het origineel formaat uitgebracht, voorzien van uitvoerig commentaar door een of meerdere gezaghebbende experts. De facsimile werd uitgegeven door Standaard Uitgeverij onder licentie van Davidsfonds. Na het Leuven Chansonnier en manuscript B-Br ms. 215-216 uit de KBR “Een koorboek voor de zeven smarten” vormt “The Mechelen Choirbook | Het Mechels Koorboek. Facsimile & Study | Studie” een nieuw hoogtepunt in de reeks. De facsimile is een in linnen gebonden hardcover-editie in zeer beperkte oplage, die vanaf 21 januari te koop is voor € 650.
Toonaangevende experten schreven bij deze magistrale uitgave, een uitgebreid boek met duiding van en uitleg over het onderzoek, de codicologie (de studie van samengebonden manuscripten), de inhoud, de geschiedenis en de context van de bron. De auteurs zijn Thomas Schmidt (Huddersfield), Anne Margreet W. As-Vijvers (specialiste middeleeuwse boekverluchting – Amsterdam), Honey Meconi (Hildegard-von-Bingen-deskundige – University of Rochester), Vincenzo Borghetti (Verona), Wolfgang Fuhrmann (Leipzig), Stratton Bull (Cappella Pratensis), David J. Rothenberg (Case Western Reserve University in Cleveland, Ohio), David J. Burn (KU Leuven – Alamire Foundation) en Andrew H. Weaver (The Catholic University of America in Washington, D.C.). Naast de “Missa Fors seulement” van Matthaeus Pipelare, bespreken ze de Missa pascale, Missa conceptio tua, Missa Ave Maria, Missa de sancte cruce, Missa de feria en de Missa Alleluja van Pierre de la Rue. Dit wordt gevolgd door een terminologische woordenlijst, appendices, o.a. over de afbeeldingen, uitgaven opnames en muziekvoorbeelden, en een bibliografie. De Engelse teksten werden in het Nederlands vertaald door Ignace Bossuyt. Niet te missen!
David J. Burn is hoogleraar musicologie en hoofd van de onderzoeksgroep Oude Muziek aan de KU Leuven. Bart Demuyt is algemeen directeur van de Alamire Foundation, Internationaal Centrum voor de Studie van de Muziek in de Lage Landen, verbonden aan KU Leuven.The Mechelen Choirbook/Het Mechels Koorboek Study/Studie David J. Burn & Honey Meconi (eds./red.) 399 bladz. geïllustreerd Nederlands/Engels Alamire Foundation Davidsfonds Uitgeverij ISBN 978 90 5908 963 1