In de tweede helft van de 17deeeuw, speelden houtblazers in Italië nog een ondergeschikte rol. De hobo was eigenlijk een Franse uitvinding, terwijl instrumenten zoals de dwarsfluit en de fagot, substantiële veranderingen ondergingen, waardoor ze veranderden van renaissance- naar barokinstrumenten.
De blokfluit werd veelvuldig gebruikt in de late renaissance en de eerste helft van de 17de eeuw, maar werd daarna sporadisch bespeeld. Dit veranderde na de eeuwwisseling. De hobo had zich over heel Europa verspreid en was vooral in Duitsland populair geworden. Nog in 1698 ontsloeg de kapel van San Marco in Venetië zijn laatste cornetspeler. Zijn plaats werd ingenomen door Onofrio Penati, een virtuoos op de hobo, die het hoogste salaris van het hele orkest kreeg. Dit zegt iets over zijn reputatie, maar ook over de waardering van dit nieuw instrument. De dwarsfluit, waarvan de barokke vorm ook zijn oorsprong vond in Frankrijk, werd in de loop van de 18de eeuw steeds populairder bij amateurs, maar ook en vooral de hobo was in het Venetië van de 18de eeuw heel populair. Dubbelriet werd, net als de hobo, vrijwel uitsluitend bespeeld door professionele musici. Het maken van riet was een tijdrovende bezigheid, waarvan de techniek jaren in beslag nam en die door musici zelf streng werd bewaakt. Daardoor kwam er niet zoveel muziek uit die specifiek voor de hobo bedoeld was. Met name verzamelingen van sonaten waren gericht op de groeiende markt van amateurs, en aangezien slechts enkelen van hen hobo konden bespelen, werd dit instrument vooral genoemd als een van de alternatieven, naast instrumenten als de blokfluit en de dwarsfluit.
Men koos voor werk van Giuseppe Antonio Brescianello, (ca.1690-ca.1758), Antonio Caldara (ca.1670-1736), Giovanni Battista Ferrandini (1709-1791), Baldassare Galuppi (1706-1785), Antonio Lotti (ca.1667-1740), Giovanni Benedetto Platti (1692-1763) en Antonio Vivaldi (1678-1741). De uitvoerders zijn Affinità Ensemble für Alte Musik, Elisabeth Baumer (hobo), Ivan Calestani (fagot), Mariella Cuchiero (blokfluit), Sieglinde Größinger (traverso) en Peter Trefflinger (cello). De cd werd opgenomen in de Pfarrkirche, St. Martin (foto) in Klagenfurt.De eerste Italiaanse componisten die de hobo de volle aandacht gaven, waren Tomaso Albinoni en Antonio Vivaldi. Het lijkt erop dat Albinoni de eerste was die hoboconcerti componeerde. Vivaldi componeerde ook een groot aantal hoboconcerti en gaf het instrument een belangrijke rol in zijn kamermuziek. In het manuscript van een van zijn sonates noteerde hij de spelers die waren uitgekozen om het uit te voeren. De naam van de hoboïste was Pellegrina, een leerlinge van Ludwig Erdmann, een Pruisische blazer, die als leraar en opvolger van Piero Fruttel, aan het Ospedale della Pietà werkte. Wellicht was ze ook betrokken bij de uitvoering van Vivaldi’s hier opgenomen, Concerto in sol klein (RV 103). Dit Concerto heeft de vorm van een concerto da camera, waarin de drie melodie-instrumenten, blokfluit, hobo en fagot, op gelijke voet worden behandeld. De cd opent met de Sonata à 4 in B flat van Antonio Lotti (foto). Hij is vooral bekend geworden door zijn vocale muziek, in het bijzonder door verschillende expressieve toonzettingen van Crucifixus. Zijn sonate is niet minder expressief, dankzij de veelvuldige toepassing van chromatiek en dissonanten. Vooral het openingsadagio is opvallend. Opvallend is ook een passage met staccato-akkoorden, gevolgd door korte pauzes, in het derde deel.
De twee sonates van Giovanni Battista Ferrandini (foto) en Giuseppe Brescianello (foto) vallen op door de vele melodieuze wendingen. Dat geldt in het bijzonder voor de tweede beweging van Ferrandini’s sonate. Dit is een solosonate uit een reeks van zes, waarin de hobo, de fluit en de viool alternatieven zijn. Het laatste stuk is de Sonate in sol klein van Giovanni Benedetto Platti, met de nogal ongebruikelijke bezetting voor hobo, cello en basso continuo. Dit kan worden verklaard uit de biografie van Platti. Hij was hoboïst van beroep en werkte het grootste deel van zijn leven in Duitsland, waar hij nauw contact had met Rudolf Franz Erwein von Schönborn, een fervent cellist. Dit verklaart waarom hij in zijn oeuvre vaak substantiële partijen aan dit instrument heeft gegeven. Affinità (foto) heeft een interessant programma opgenomen. Muziek voor blaasinstrumenten van Italiaanse componisten uit de barok wordt niet vaak uitgevoerd of opgenomen, en vooral de stukken van Ferrandini en Brescianello zijn weinig bekend. Affinità levert prima prestaties. De expressieve kenmerken van Lotti’s sonate komen volledig tot hun recht, evenals de vele verrassingen in Ferrandini’s sonate.De hoboïste, Elisabeth Baumer (foto) uit Klagenfurt, voltooide haar studie barokhobo bij Paolo Grazzi aan de Civica Scuola di Milano aan het Conservatorio F.E. dall’Abaco in Verona, en bij Marie Wolf aan het Konservatorium Wien Privatuniversität. Ze richtte in 2012 het Italiaans-Oostenrijks ensemble, Affinità op, om een platform te creëren voor de uitvoering van kamermuziek. Geïnspireerd door de delicate gevoelens die worden uitgedrukt in Goethe’s “Die Wahlverwandtschaften”, ontleent het ensemble haar naam aan de vertaling in het Italiaans, “Le affinità elettive”. De naam doet ook denken aan de Italofiele, Habsburgse keizers van de 17de – en 18de eeuw, evenals aan de nauwe band tussen de keizerlijke kapel in Wenen en de steden, Dresden, Würzburg en Stuttgart, en de vele daar aan verbonden, Italiaanse musici, zoals Ferrandini, Brescianello en Platti.De leden van Affinità zijn allen gespecialiseerd in oude muziek en werden gevormd aan toonaangevende muziekuniversiteiten van Europa. Ze spelen op historische instrumenten of op kopieën, en werken regelmatig samen met prestigieuze barokorkesten en ensembles die actief zijn in de internationale oude muziekscene. Het ensemble focust op barokke kamermuziek voor houtblazers, waarbij fantasierijke interpretaties van bekende werken worden gecombineerd met spannende (her)ontdekkingen. Daarbij tracht het ensemble in het bijzonder de volledige expressiviteit van dit repertoire te ontplooien, gebruik makend van alle retorische middelen van het barokke muzikaal discours. De samenstelling en de grootte van het ensemble verschilt per concertprogramma.
Tracklist:
Lotti: Sonata à 4 in B flat major
Caldara: Sinfonia in G major
Vivaldi: Concerto in G minor, RV 103
Galuppi: Sonata à 3 in G major
Ferrandini: Sonata in A minor Op. 2 No. 2
Brescianello: Concerto in B flat major
Platti: Sonata in G minorVenice and Beyond Concerti da Camera and Sonate Concertate for Woodwind Instruments Affinità Ensemble für Alte Musik Elisabeth Baumer cd Arcana A119