“Milano Spagnola, Para tecla y vihuela”, door Maurizio Croci en Evangelina Mascardi, op het label Arcana, de rijkdom van de Spaans-Italiaanse vihuela.

Met de Slag om Pavia in 1525, begon een lange periode van Spaanse overheersing voor Milaan. De slag wordt in de militaire geschiedenis gezien als het definitieve einde van de hoofdrol van ridders op het slagveld, en onder het bewind van Karel V, bloeiden kunst en muziek. Wanneer de Spaanse organist, Antonio de Cabezón, door Europa reisde en o.a. in 1548, Milaan bezocht, beïnvloedde zijn muziek de Italiaanse componisten.

Tijdens de renaissance werd Milaan geregeerd door hertogen van de families Sforza en Visconti. In 1500 namen de Fransen onder Lodewijk XII de stad in en daarna werd het door Spanje en later door Oostenrijk overheerst. In 1538 benoemde Karel V, Antonio de Cabezón, tot zijn músico de la cámara. Na het overlijden van zijn gemalin, Isabella van Portugal (foto) in 1539, (Isabella overleed op 36-jarige leeftijd in het kraambed van haar doodgeboren zesde kind), werd Antonio belast met de muzikale opleiding van haar kinderen, prins Felipe (later Filips II van Spanje) en de prinsessen, Johanna en Maria. Toen Filips in 1543 Spaans regent werd, benoemde hij Antonio tot zijn hoforganist. Antonio vergezelde de prins op zijn buitenlandse reizen en zijn muziek bereikte zo Italië, de Nederlanden, Duitsland en Engeland.In tegenstelling tot klavierinstrumenten hadden de luit en de vihuela al een uitgebreid, gedrukt repertoire. De combinatie van een toetsinstrument (tecla) met de vihuela (in Italië ‘viola da mano’ genoemd) was naar de bronnen over de Spaanse invloeden in die periode, gebruikelijk. Dit werd dan ook vaak aangeduid met ‘para tecla y vihuela’. Het waren in de eerste plaats Spaanse instrumentalisten en componisten, die, gezien het feit dat bv. de groothertog van Alba (Diego Ortiz was als gambist aan zijn hof verbonden), onderkoning was van Napels, de plaatselijk Italiaanse instrumentalisten beïnvloedden. Evangelina Mascardi, luit/vihuela en Maurizio Croci, orgel en klavecimbel, twee gevestigde solisten in de internationale oude muziekscene, onderzochten de affiniteiten, de contrasten en, naar de woorden van een kroniekschrijver uit die tijd, de ‘ongehoorde imitaties’, die toen voortkwamen uit de dialoog tussen de twee instrumenten.Hun onderzoeksproject, uitgevoerd aan de Haute École de Musique de Lausanne (HEMU) met de betrokkenheid van verschillende internationale partners, leidde tot de ontdekking van nieuwe interpretaties van een uitgebreid, fascinerend repertoire van hoge muzikale waarde. Op de cd staan 16de-eeuwse canciones, diferencias, een fantasia en een pavane, en religieuze adaptaties van chansons van Lupi, Gombert en Josquin des Prez. Evangelina Mascard en Maurizio Croci kozen voor werk van Matthias Hermann Werrecore (ca. 1500-na 1574), Pietro Paolo Barrono da Milano (1490-ca.1563), Antonio de Cabezón (1510-66), Francesco Canova da Milano (1497-1543), Alonso Mudarra (ca.1510-1580), Enriquez de Valderrabano (ca.1500-ca.1556) en Luis Milán (ca.1500-ca.1561).De “Bataglia Tagliana” of “Die Schlacht vor Pavia” van Matthias Hermann Werrecore, een polyfonist uit Henegouwen, waarmee de cd opent, is een vierstemmige, muzikale uitbeelding in volkse stijl, van de veldslag die aan de nederlaag van de Fransen in de Slag bij Pavia in 1525 herinnerde. Werrecore citeerde verschillende bekende soldatenliederen en passages uit Clément Janequins “La guerre”. De “Bataglia” werd verspreid in tal van 16de -eeuwse bronnen in zijn oorspronkelijke versie, maar ook in bewerkingen in tabulatuur, een voor een specifiek muziekinstrument aangepast muziekschrift.Alonso Mudarra (foto) speelde vihuela, een gitaarvormig snaarinstrument. Hij was een innovatieve componist van zowel instrumentale muziek als van chansons, en was de componist van de oudste nog bestaande muziek voor gitaar. Hij groeide op in Guadalajara, en heeft daar waarschijnlijk zijn muzikale opleiding genoten. Hij ging hoogstwaarschijnlijk in 1529 met Karel V naar Italië, in het gezelschap van de hertog (Duque del Infantado), Íñigo López de Mendoza, marqués de Santillana. Toen hij terugkeerde naar Spanje, werd hij in 1546, priester en kanunnik van de kathedraal van Sevilla, waar hij de rest van zijn leven bleef. Terwijl hij in de kathedraal was, leidde hij alle muzikale activiteiten, o.a. samen met Francisco Guerrero voor verschillende festiviteiten. Alonso Mudarra overleed in Sevilla.

Enríquez de Valderrábano publiceerde in 1547, het “Libro de música de vihuela intitulado Silva de Sirenas”, een boek met composities voor vihuela, ook afgekort bekend als Silva de Sirenas. In het werk zijn verdeeld over zeven boeken met in totaal 169 stukken, verschillende genres vertegenwoordigd, fuga’s, contrapuntische werken, fantasia’s, “diferencias“ (variaties), sonnetten, baja’s, pavanes, vaca’s, discantes, canciones (liederen), proverbios (spreekwoorden), romances en villancico’s. Sommige composities waren bedoeld voor vihuela solo en andere voor vihuela met zang. Aangezien het gebruikelijk was onder de vihuelista’s van toen, waren ook veel van zijn werken, transcripties of bewerkingen voor vihuela solo of voor vihuela en solo stem van polyfone werken van o.a. Josquin des Prez, Nicolas Gombert, Francesco da Milano, Jean Mouton, Jakob Arcadelt en Claudin de Sermisy.Evangelina Mascardi wordt beschouwd als één van de meest prominente luitspelers op het internationale toneel. Geboren in Buenos Aires in 1977, studeerde ze af in klassieke gitaar en begon ze haar carrière als een jonge, begaafde soliste. In 1997 verhuisde ze naar Europa om te studeren bij Hopkinson Smith aan de Schola Cantorum Basiliensis in Bazel, waar ze in 2001 haar “Solisten Diplom” behaalde. Gedurende het laatste decennium werkte ze als continuospeler regelmatig samen met Jordi Savall (Hespèrion XXI), Marc Minkowsky (Les Musiciens du Louvre), Andrea Marcon (Barokorkest van Venetië), Giovanni Antonini (Giardino Armonico), Chiara Banchini (415), Simon Rattle (Berliner Philarmoniker). Met hen en andere ensembles nam ze deel aan meer dan 30 opnames. Tegenwoordig beperkt ze haar samenwerking tot het ensemble Zefiro (Alfredo Bernardini) en het Monteverdi Choir (Sir John Elliot Gardiner), om zich toe te kunnen leggen op het solo luitrepertoire. Ze wordt overal geprezen door de critici en speelde op festivals voor oude muziek, zoals Fringe (Barcellona), Concentus (Brno), Resonanzen (Wenen), Luth et Theorbe (Genêve), Early Music Festival (Londen), Musica Antigua Festival (Daroca), Forum Musicum (Breslau) en gitaarfestivals in Madrid, Treviso, Santander, Castell’Arquato, Pordenone en Novara. Evangelina heeft vier soloalbums op haar naam staan, twee gewijd aan Johann Sebastian Bach en Sylvius Leopold Weiss (ORF-Alte Musik, Oostenrijk 2003 en 2009), één met verfijnde en originele theorbe-solo’s van de in Modena geboren Bellerofonte Castaldi (Arcana 2011), en het laatste recent gewijd aan de Belgische luitist en componist, Laurent de Saint-Luc (Musique en Wallonie 2018). Evangelina doceert luit aan het ISSM “Conservatorio A. Vivaldi” in Alessandria in Piemonte.Maurizio Croci is een internationaal gerenommeerd organist, orgelprofessor aan de Haute Ecole de Musique de Lausanne, artistiek directeur van het Festival International d’Orgue de Fribourg in Zwitserland, en van het internationaal festival voor oude muziek Milano Arte Musica. Hij studeerde orgel en klavecimbel aan de conservatoria van Milaan en Trento en vervolgde aan de Schola Cantorum in Bazel bij Jean-Claude Zehnder en Andrea Marcon. Daarnaast studeerde hij af in Musicologie aan de Universiteit van Fribourg bij Prof. Luigi Ferdinando Tagliavini. Als enthousiaste promotor van historische orgels was en is hij adviseur bij restauraties van Italiaanse historische orgels en bij het bouwen van nieuwe instrumenten. Maurizio Croci richtte in 2012 het ensemble Il Pegaso op, een ensemble, gevormd door succesvolle specialisten van oude muziek. Hun debuutopname, met de eerste moderne uitvoering van nieuw ontdekte composities van Monteverdi en Frescobaldi, werd internationaal gewaardeerd en geprezen. Hun recentste project, “Travestimenti”, richtte zich op zeldzame contrafacten en intavolaties van Monteverdi-muziek.
Tracklist:

Matthias Hermann Werrecore: La Bataglia Taliana: Secunda Pars

anon.: La cara rossa del Berdolin

Cabezón: Au joli bois (naar Johannes Lupi’s chanson)

Valderrabano: Cuatro diferencias sobre la Pavana

Cabezón: Fabordones del premier tono Ilano

Luis Milán: Fantasia de Tento

Valderrabano: Soneto lombardo

Cabezón: Canción glosada “Triste départ” (naar Nicolas Gomberts chanson)

Borrono Milanese: Pavana chiamata “La Gombertina”

Cabezón: Diferencias sobre la Gallarda Milanesa

Cabezón: Benedicta es regina caelorum (naar Josquin Des Prez’ Motet)Cabezón: Benedicta es regina caelorum

Duo

Tercera parte

Luis Milán: Fantasia

Cabezón: Himno “Christe Redemptor omnium”

Cabezón: Ave maris stella, a tres

Mudarra: Fantasìa X (que contrahaze la harpa en la manera de Ludovico)

Canova da Milano: Tiento de vihuela I

Cabezón: Tiento del quinto tono

Mudarra: Conde Claros

Cabezón: Diferencias sobre el canto de ‘La Dama le demanda’

Milano Spagnola Para tecla y vihuela Maurizio Croci Evangelina Mascardi cd Arcana A481