Eeuwenlang was de Noordzee het toneel van woeste rooftochten. Zeelieden van allerlei slag plunderden erop los, al dan niet met het fiat van een koning, admiraliteit of handelscompagnie. Vanaf de renaissance maakten de wetboeken het onderscheid tussen erkende ‘kapers’ en vogelvrije ‘piraten’, maar aan dek van een zwaarbewapend fregat of een snelle kotter, was het onderscheid allicht een stuk schimmiger, de kaper van de ene was vaak de piraat van de andere.Dit boek beschrijft voor het eerst de onstuimige geschiedenis van zeeschuimers, piraten of zeerovers, boekaniers en Oostendse en Duinkerker kapers of vrijbuiters, op en rond de Noordzee. Van Romeinse afvalligen en de beruchte Vikingen, via bendes Nederlandse watergeuzen en Britse Sea Dogs (boekaniers van Elisabeth I.), tot Duinkerker kapers en napoleontische corsaires. Kleurrijk en avontuurlijk, wordt aangetoond hoe piraterij en kaapvaart, lange tijd een wezenlijk onderdeel waren van de reguliere politiek en handel rondom de Noordzee.In middeleeuws Europa kwam geweld op zee vaak voor en was piraterij de norm. Handel en geweld gingen hand in hand, lagen in elkaars verlengde. Het was niet per se negatief het predicaat ‘piraat’ te dragen of buit te behalen door te roven. In de middeleeuwen was het gebruik van geweld namelijk nog niet voorbehouden aan zoiets als het openbaar gezag. Edelen vochten om eer en gewin, te land of ter zee, dat was hun bestaansrecht. Anderen volgden hun voorbeeld onder het motto “roven, dat en is geen schande, dat doen de besten van dem lande” – een uitspraak die overigens uit de wereld van de Hanze stamt. Piraten boden hun expertise aan, aan vorsten en stadstaten. Koningen en keizers huurden piraten in om hun vloten aan te voeren. Piraterij was alleen misdadig als de vijand ze bedreef. Die visie zien we vooral terug in periodes zonder duidelijke of onbetwiste macht, zoals in de Griekse oudheid, de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd, toen er nog niet zoiets bestond als een geweldsmonopolie van de staat.In zijn woord vooraf, schreef Louis Sicking, hoogleraar volkenrechtsgeschiedenis van de Vrije Universiteit Amsterdam, dat “voor zijn magistrale, historische studie, “La Méditerranée et le monde méditerranéen à l’époque de Philippe II”, uit 1949, Fernand Braudel, niet een land, maar een zee als uitgangspunt nam. Hij was nl. de eerste die de Middellandse Zee als een economische eenheid bestudeerde, terwijl de omliggende regio’s, politiek, religieus en cultureel verdeeld waren. Zijn vernieuwende benadering kende, dankzij de opkomst van global history, recent een herleving met verschillende studies die een zee als onderwerp hebben. “Piraten van de Noordzee” past in die ontwikkeling. Het mooie is dat je zo de nationale en algauw nationalistische invulling vermijdt van de geschiedenis die voor de periode vóór de 19de – en 20ste eeuw niet relevant is, ja, zelfs anachronistisch aandoet. Zo blijken de piraten die in dit boek op sprekende wijze tot leven komen, vaak bijzonder veel met elkaar gemeen te hebben, of ze nu uit Scandinavië, de Lage Landen of van de Britse eilanden kwamen.”Alban van der Straten beschrijft o.a. zeerovers en hun operaties tijdens de Tachtigjarige Oorlog, de Hollandse Oorlog, de Negenjarige Oorlog en de Spaanse Successieoorlog, o.a. Piet Hein (foto), William kid, Jack Rackham, Henry morgan en Jan Baert (foto), havens, schepen en hun buit, het gezag en de regels of piratencode. U leest in hoofdstuk 1 eerst over de heidense bakermat (ca. 41-1171), muiters en verraders en over de Carausiaanse opstand, waarbij de Romeinse marinecommandant, Carausius, zichzelf tot keizer over Britannia en het noorden van Gallië uitriep, de Keltische zeeën en de Friese Zee, een broeinest van louche praktijken. In hoofdstuk 2 “De heerschappij van de aartspiraten (ca. 1146-1511)”, gaat het over de barbaren van de Oostzee, het Kanaal, een nieuwe grens en de wedijver op de wijnroute en de roofridders van de zee. In hoofdstuk 3 “In de schaduw van de grote wereldrijken”(ca. 1468-1814), leest u over Glokalisatie in de renaissance, Hugenoten, watergeuzen tegen de Spanjaarden, en Sea Dogs, parasieten van de grote vaart, de bloeitijd van de Franse “armements mixte”, Jakobitische en Georgiaanse Engelsen, en revolutionaire en imperiale kapers. Als conclusie, “De schatkamer van de Broeders van de kust”, en als epiloog, “Ontsnappingen”. Een heel origineel en uitermate boeiend geschiedenisboek. Warm aanbevolen.
Alban van der Straten (foto) is filosoof en politicoloog. Hij schreef meerdere geschiedkundige boeken, o.a. over W.O.II en “De Belgische ontdekkingsreizigers” (Lannoo) (foto).Alban van der Straten Piraten van de Noordzee, Een verborgen geschiedenis van Brest tot Bergen 336 bladz. uitg. Lannoo ISBN 9789401470452