Joachim Mischke introduceert 44 belangrijke componisten en laat ons ervaren waarom je de wereld van de klassieke muziek nooit zou willen verlaten als je er eenmaal binnen bent. Wat was opnieuw het verschil tussen Haydn en Handel, Sjostakovitsj en Schubert? Wie was Clara Schumann? De meest fascinerende verhalen zijn verbonden met deze componisten en hun werken.Dit boek met illustraties van Lucia Götz, is bedoeld als een korte, aangename gids. Er is geen ruimte voorzien voor volledigheid, want dan zou het boek een nieuw lexicon zijn. “Dieses Buch soll ein kurzer, kein erschöpfender Ratgeber sein, eine legale Einstiegsdroge in die Kunstform des Komponierens von Musik.” (sic). “Het plezier in de kloof vind ik belangrijker”, schrijft Mischke. “Afgezien van de reuzen, waar je echt niet aan voorbij kan, is de keuze van componisten erg subjectief en daarom gegarandeerd een gelegenheid om opgewonden te raken omdat hij of zij er niet bij is.” Daarom zijn er geen 100 of 50 namen, maar 44. Elk hoofdstuk heeft hetzelfde aantal pagina’s, mooi gelijk verdeeld, dus. Het spectrum reikt van de Venetiaanse Claudio Monteverdi tot de New Yorker, Philip Glass. Grote namen zoals Beethoven, Mozart, Wagner, Brahms, Handel of Bach, staan naast aanbevelingen van Gesualdo, Copland of Weinberg. “Een volledige ronde door het hele alfabet,” zo lezen we,” van de A van John Adams tot de Z van Alexander von Zemlinsky, had kunnen worden geconstrueerd, maar dat is niet het geval, ook al hadden en hebben de renaissancecomponist, Johannes Ockeghem, en Isang Yun uit Korea, natuurlijk hun verdiensten.”“De keuze was vanwege de ijzeren 44-regel, voor mij niet gemakkelijk”, schrijft Mischke. “Dmitri Shostakovich ja, maar Sergei Prokofiev en Sergei Rachmaninov, niet? Leoš Janáček wel, maar Antonín Dvorák en Bedrich Smetana niet? De scherpzinnige Pierre Boulez verdiende het, evenals de verder prachtige, unieke, opwindende Leonard Bernstein, al was het alleen maar vanwege zijn ‘West Side Story’, en beiden omdat ze even briljant waren als componisten, dirigenten en muzikale denkers. In de Franse barok kun je Jean-Philippe Rameau niet passeren zonder een schuldig geweten, en toch ontbreekt hij hier. Hij deelt dit lot met von Weber en Rossini, Donizetti en Bellini, Gluck en Grieg. Engeland kreeg nul punten als je voorbijgaat aan het feit dat George Frideric Handel, die als een halve Engelsman, werd begraven in Londen, geboren werd als Georg Friedrich Händel in Halle an der Saale.”Joachim Mischke beseft de gewichtigheid van zijn keuze. Henry Purcell, ongeveer een generatie vóór Bach en Händel, heeft het Kanaal niet gehaald om deze canon te bereiken, evenmin als zijn collega’s, Edward Elgar en Ralph Vaughan Williams, die in de 19de eeuw werden geboren en die op het continent werden onderschat, Zonder de Brit Benjamin Britten en de Fransman Olivier Messiaen, is de afdeling “Classics of the 20th Century” enigszins onderbezet. De grote Duitsers Kurt Weill, Hans Werner Henze, Wolfgang Rihm en Helmut Lachenmann krijgen niet de waardering die ze zouden moeten krijgen. “De enige troost die er is”, schrijft Mischke, “is dat hun muziek in de 300 pagina’s van het boek te vinden is, alleen niet met eigen hoofdstukken. Als iemand Carl Orff mist, ondanks zijn “Carmina Burana”, dan is dat geen vergissing, geen verwaarlozing, maar een intentie, ook vanwege ‘Carmina Burana’. Maar, de hoofdpersonen van de 44 hoofdstukken hebben één ding gemeen, het waren allemaal opwindende personages en fascinerende persoonlijkheden en ze hebben allemaal geweldige en baanbrekende muziek geschreven”, zo besluit de auteur.De 44 componisten zijn Carl Philipp Emanuel en Johann Sebastian Bach, Béla Bartók, Ludwig van Beethoven, Alban Berg, Hector Berlioz, Johannes Brahms, Anton Bruckner, John Cage, Frédéric Chopin, Aaron Copland, Claude Debussy, Gesualdo da Venosa, Philip Glass, Georg Friedrich Händel, Joseph Haydn, Fanny Hensel, Charles Ives, Leoš Janáček, György Ligeti, Franz Liszt, Gustav Mahler, Felix Mendelssohn Bartholdy, Claudio Monteverdi, Wolfgang Amadeus Mozart, Luigi Nono, Giacomo Puccini, Maurice Ravel, Arnold Schönberg, Dmitri Sjostakovitsj, Franz Schubert, Clara en Robert Schumann, Jean Sibelius, Karlheinz Stockhausen, Richard Strauss, Igor Stravinsky, Georg Philipp Telemann, Pjotr Iljitsch Tsjaikofski, Giuseppe Verdi, Antonio Vivaldi, Richard Wagne, Anton Webern en Mieczysław Weinberg. Een heel aangename, vlot geschreven en mooi geïllustreerde kennismaking. Warm aanbevolen.Joachim Mischke (foto), geboren in Flensburg in 1964, studeerde musicologie, journalistiek en Engels in Münster en is freelance medewerker voor onder meer de Süddeutsche Zeitung, Stern, Jazzthetik en de WDR. Sinds 1993 is hij muziekcriticus en cultuurredacteur voor het Hamburger Abendblatt. Lucia Götz werd in 1983 in Neder-Beieren geboren. Ze studeerde communicatiedesign met een focus op illustratie aan de Fachhochschule in Augsburg, en werkt voor uitgevers, tijdschriften en bureaus. Ze wordt al twee jaar vertegenwoordigd door het bekend illustratorenbureau, Jutta Fricke.Joachim Mischke Der Klassik-Kanon 44 Komponisten, von denen man gehört haben muss 288 bladz. geïllustreerd Duits uitg. Hoffmann und Campe ISBN 978-3-455-01003-9