De Estse componist, Erkki-Sven Tüür (°1959), uit Kärdla, de hoofdstad van de Estische provincie Hiiumaa, studeerde tussen 1976 en1980, dwarsfluit en slagwerk aan de muziekschool van Tallinn. Daarna studeerde hij van 1980 tot 1984, compositie bij Jaan Rääts (°1932) aan het Staatsconservatorium van Tallinn en kreeg privéles van Lepo Sumera (1950-2000), die van 1988 tot 1992, minister van Cultuur van Estland was.Terwijl Erkki-Sven Tüür in Darmstadt vertrouwd raakte met elektronische muziek, zong hij in zijn eigen band, “In Spe”. Na een aantal jaren wijdde Tüür zich geheel aan componeren, waarbij de invloed van minimal music-componist Sumera nog steeds aanwezig is, ook zijn achtergrond als slagwerker blijft meespelen, zoals in zijn 4e symfonie voor percussie solo en orkest. Hij is ook een van de weinige componisten die een marimbaconcert heeft gecomponeerd.De Estse muziek deelde met de Baltische landen een vergelijkbare politieke bestemming, bestaande uit veroveringen, overheersing en omwentelingen. Estland stond in de Middeleeuwen onder Livonische overheersing, werd daarna Zweeds (1629), en vervolgens Russisch en Sovjet (1721). Het maakt deel uit van de Scandinavische landen door zijn cultuur en zijn taal. De muziek in Estland is oud. De voorchristelijke, Finse traditie van runenliederen verdween om plaats te maken voor Zweedse of Russisch geïnspireerde folklore, tot de liederen weer opkwamen in de hedendaagse, klassieke muziek. Het land staat ook bekend om de kwaliteit van zijn koormuziek. De geschiedenis van de Estse, traditionele, vocale muziek, kan worden onderverdeeld in de periode die teruggaat tot de Fins geïnspireerde regilaul runenzang, die wijdverspreid was tot de 18de eeuw, en de meer recente periode van pilime-dansmuziek en Russische romances. Regilaul bestond uit verschillende soorten pentatonische, monofone liederen (werkliederen, ballades en heldendichten). Ze werden vanaf 1850 verzameld en bestudeerd door de theoloog en linguïst, Jacob Hurt (1839-1907) (foto), en de arts, schrijver en dichter, Friedrich Reinhold Kreutzwald (1803-1882) (foto), die samen, naar analogie van de Finse “Kalevala”, het Ests, nationaal epos, “Kalevipoeg” (“Kalevs zoon”) (foto) schreven. Deze liederen zijn in loop van de 20ste eeuw bijna verdwenen, behalve in de regio’s Setumaa en Kihnu. Tegelijkertijd was er ook Russisch geïnspireerde, contemplatieve pastorale muziek, wiegeliederen, huwelijksliederen en oude lamentaties.Tot de eerste generatie Estse, (klassieke) componisten, behoorden Miina Härma (1864-1941), Rudolf Tobias (1873-1918), Heino Eller (1887-1970), Artur Kapp (1878-1952), Artur Lemba (1885-1963), Mart Saar (1882-1963), Lepo Sumera (1950-2000) en Eduard Tubin (1905-1982). Vandaag is Erki-Sven Tüür, naast René Eespere (°1953), Ester Mägi (°1922), Arvo Pärt (°1935), Jaan Rääts (°1932), Urmas Sisask (°1960) en Veljo Tormis (1930-2017), één van de toonaangevende componisten in Estland. Samen met Arvo Pärt (foto) is hij de motor achter de rijke, hedendaagse, Estse klassieke muziek. Het label ECM Records, gespecialiseerd in nieuwe klassieke muziek, bracht inmiddels zeven cd’s uit met zijn muziek.In de 21ste eeuw ontdekte Tüür een eigen systeem van componeren, “Vectorial processing”, componeren volgens een deels wiskundig model, maar zonder dat emotie verloren gaat. Tüür wisselt dan ook veelvuldig van tonaal naar atonaal. “Lost Prayers” is de eerste opname van ECM New Series, die volledig gewijd is aan zijn kamermuziek.Op de cd staan “Fata Morgana” voor viool, cello en piano, “Synergie” voor viool en cello, het Strijkkwartet nr. 2 “Lost Prauers”, en “Lichttürme” voor Pianotrio. Gereduceerde, instrumentale krachten zijn echter geen indicator voor verminderde expressieve kracht, en de vluchtigheid van het ‘vectorieel’ concept van Tüür, komt reeds krachtig naar voor in de eerste seconden van “Fata Morgana”, samen met “Lichttürme”, een van de twee composities voor viool, cello en piano. Deze 2 werken worden uitgevoerd door het Estse trio, Harry Traksmann, Leho Karin en Marrit Gerretz-Traksmann, die allemaal de muziek van Tüür uitgebreid hebben gespeeld op eerdere ECM-cd’s, waaronder “Crystallisatio” en “Oxymoron”. Het in Duitsland gevestigd Signum Quartett speelt zijn tweede Strijkkwartet, “Lost Prayers”, en de Signum-violist Florian Donderer, speelt “Synergie”, samen met de celliste, Tanya Tetzlaff. Gezamenlijk onderstrepen de uitvoerders de mening van Erkki-Sven Tüür dat “men met slechts drie of vier instrumenten, een werkelijk rijk en breed palet aan klanken kan opbouwen. Je hebt niet per se een volledig orkest nodig om met een krachtige soundscape te bereiken.De uitvoerders zijn het Signum Quartett (Florian Donderer en Annette Walther, viool, Xandi van Dijk, altviool en Thomas Schmitz, cello), Harry Traksmann, viool, Leho Karin, cello, Marrit Gerretz-Traksmann, piano en Tanja Tetzlaff, cello. De cd werd in april 2019 opgenomen in het Sendesaal (foto) in Bremen.Erkki-Sven Tüür Lost Prayers cd ECM New Series 2666 4819540