Het Weihnachts-oratorium was het subliem resultaat van een uitgebreid project dat Bach voltooide tussen december 1734 en januari 1735. Dit monumentaal fresco over de geschiedenis van de geboorte van Christus, voor vertellers, solisten, koren en orkest, bestond uit niet minder dan zes uitgebreide cantaten.Bach componeerde zijn “Oratorium Tempore Nativitatis” voor de periode van Kerst 1734 tot en met Driekoningen 1735. De teksten, ontleend aan het Lucas Evangelie en het Evangelie volgens Mattheüs, werden waarschijnlijk samengesteld door librettist Picander, pseudoniem van Christian Friedrich Henrici. Bach componeerde zijn 6 cantaten naar het voorbeeld van de “Weihnachtshistorien” van Sebastian Knüpfer (“Von Himmel hoch da komm ich her”) en Johann Schelle (“Actus musicus auf Weyh-Nachten”). Een belangrijke voorloper van de “Weihnachtshistorien” van Knüpfer en Schelle was de “Historie der Geburt Christi” (SWV 435) van Heinrich Schütz uit 1664. Ook tijdgenoten van Bach componeerden Kerstoratoria, zoals Johann Heinrich Rolle (“Oratorium auf die Geburt unsers Heilandes Jesu Christi”) en Carl Heinrich Graun (“Oratorium in Festum Nativitatis Christi”).
Voor de samenstelling van zijn Kerstoratorium putte Bach uit cantates, die hij componeerde ter ere van aartshertogin van Oostenrijk, keurvorstin van Saksen en koningin van Polen, Maria Josepha, en haar zoon, Friedrich Christian, de keurvorst van Saksen. In Bachs tijd werd het in zes delen uitgevoerd, op de zes feestdagen tussen Kerstmis en Driekoningen. Bachs retorica, zijn “Tonsprache”, bevat in zijn Weihnachts-oratorium een boodschap van theologie en mystiek.Bach maakte voor een aanzienlijk aantal delen van zijn Kerstoratorium, gebruik van de teksten van de eerder gecomponeerde wereldlijke cantaten, “Tönet, ihr Pauken! Erschallet, Trompeten!” (BWV 214), Felicitatiecantate voor de Verjaardag van Keurvorstin-Koningin Maria Josepha in december 1733, “Laßt uns sorgen, laßt uns wachen. “Herkules auf dem Scheidewege” (BWV 213), cantate voor de verjaardag van de Keurvorst Friedrich Christian (foto) in september 1733, een verloren geestelijke cantate (BWV 248a) voor een niet bekende bestemming (daaruit de oratoriumdelen 54, 56, 57, 61-64), “Preise dein Glücke, gesegnetes Sachsen” (BWV 215) (hieruit het oratoriumdeel 47), en een verloren cantate (hieruit het oratoriumdeel 51). “Lasset uns nun gehen gen Bethlehem” en “Wo ist der neugeborne König” zijn mogelijk bewerkingen van “Ja nicht auf das Fest en Pfui dich” uit de (verloren gegane) Markus-Passion uit 1731.Het Weihnachts-oratorium o.l.v. Jordi Savall brengt vreugde en vrolijkheid. Het is een meesterwerk zonder smart en lijden, het is Kerstmis in zijn volle glorie en diepte, waarin het licht de duisternis opheft en het kwaad wordt ontmanteld. Savalls Weihnachts-oratorium gaat over licht, blijdschap en vitaliteit.De schitterende solisten zijn Katja Stuber, sopraan, Raffaele Pe, contratenor, Martin Platz, tenor (evangelist), Thomas Stimmel, bas, Elionor Martinez, sopraan (engel), Jeanne Lefort, sopraan (echo) (aria in het 4de deel, “Flößt, mein Heiland, flößt dein Namen”), en Marco Scavazza, bas (Herodes).
De sopraan, Katja Stuber, geboren in Roding in de Boven-Palts, studeerde aan de Universiteit voor Muziek en Theater in München bij Christian Gerhaher. In München volgde ze ook de oratorium- en liedlessen van Christoph Hammer, Juliane Banse en Helmut Deutsch, en in april 2011, rondde ze haar masterclass-studie af bij Ruth Ziesak in Saarbrücken. Verder volgde ze les bij de bekende zangdocente, Margreet Honig, in Amsterdam. Katja Stuber werkt nauw samen met het Balthasar Neumann Chor en Ensemble o.l.v. Thomas Hengelbrock, en sinds het wintersemester 2017/2018, bekleedt ze een lectoraat zang aan de Universiteit voor Kerkmuziek en Muziekpedagogie in Regensburg.De tenor, Martin Platz, ontving zijn muzikale opleiding aan de muziekuniversiteit in Würzburg, waar hij zang studeerde bij Martin Hummel en koordirectie bij Jörg Straube. Daarnaast volgde hij masterclasses bij o.a. Magret Honig en Peter Nelson, en werd artistiek begeleid door Tilman Lichdi. Martin Platz is lid van het Opera Ensemble van het Staatstheater Neurenberg en is sinds 2007, docent zang aan de Hochschule für Musik in Würzburg.De Italiaanse contratenor, Raffaele Pé, begon zijn studies zang en orgel vanaf zijn zesde, toen hij nog koorzanger was in de kathedraal van Lodi, bij Pietro Panzetti. Daarna vervolgde hij zijn opleiding in Londen bij Colin Baldy en Nicholas Clapton, in Bologna bij Fernando Cordeiro Opa, en volgde masterclasses bij Sarah Walker, James Bowman en Sonia Prina. In 2009 werd hij door Sir John Eliot Gardiner gekozen voor het Monteverdi Choir Apprenticeship Scheme, en in 2012 werd hij geselecteerd voor het Britten Pears Young Artist Program in Aldeburgh.De bas, Thomas Stimmel, zong als kind bij het Tölzer Knabenchor, studeerde later in München en Berlijn en werkte samen met dirigenten als David Afkham, Andrew Manze en Philippe Herreweghe. Thomas Stimmel zong onder meer bij de Berliner Staatsoper en het Theatro Municipal in Santiago de Chile, en werkte samen met de bekende componist en dirigent, George Alexander Albrecht (°1935), de vader van de dirigent, Marc Albrecht (°1964).J.S. Bach Weihnachts-Oratorium Oratorio de Noël Christmas Oratorio Katja Stuber Raffaele Pe Martin Platz Thomas Stimmel Le Concert des Nations La Capella Reial de Catalunya Jordi Savall 2 cd Alia Vox AVSA9940