Nadat Ysaÿe, Joseph Szigeti (1892-1973), de Sonate voor viool solo in sol klein van Johann Sebastian Bach had horen uitvoeren, raakte Ysaÿe geïnspireerd om vioolwerken te componeren die de evolutie van muzikale technieken en uitdrukkingen van zijn tijd vertegenwoordigden.In deze reeks sonates gebruikte Eugène Ysaÿe (1858-1931) prominente kenmerken van muziek uit het begin van de 20ste eeuw, zoals toonladders, dissonanten en kwarttonen. Ysaÿe gebruikte ook virtuoze boog- en linkerhandtechnieken, want hij geloofde dat ’tegenwoordig beheersing van expressie, techniek en mechanisme, veel meer nodig waren dan in vervlogen tijden’. Deze sonates stellen dus hoge technische eisen aan de uitvoerder. Toch waarschuwt Ysaÿe violisten herhaaldelijk dat ze nooit moeten vergeten te spelen in plaats van zich bezig te houden met technische elementen. Een vioolmeester “moet een violist zijn, een denker, een dichter, een mens, hij moet hoop, liefde, hartstocht en wanhoop gekend hebben, hij moet het hele scala van emoties hebben doorlopen om ze allemaal in zijn spel tot uitdrukking te brengen”.Toen Ysaÿe in 1923 de Vioolsonates op. 27 componeerde, waren darmsnaren nog heel gewoon. Martin Reimann heeft ze daarom op darmsnaren opgenomen en geeft deze prachtige werken een fascinerende klank die dichter bij Ysaÿe’s ideeën ligt dan we eerder wisten. Elke Sonate werd opgedragen aan een violist, Joseph Szigeti, Jacques Thibaud, George Enescu, Fritz Kreisler, Mathieu Crickboom, en Manuel Quiroga.Na een subtiele Tsjaikofski cd voor passacaille (foto) op historische instrumenten, (met Claire Chevallier aan een vleugelpiano van Jacob Becker uit Sint-Petersburg (1877) en cellist, Sergei Istomin), is ook deze “historische” opname, gespeeld op een viool met darmsnaren. Ten tijde van de compositie van deze werken, woedde het debat tussen violisten die zich bekeerden tot de nieuwe metalen snaren, met name voor de meer acute E-snaar, bekend als chanterelle, terwijl anderen trouw bleven aan darmsnaren. Toscha Seidel en Mischa Elman bv. verdedigen de darmsnaren in naam van de touché en de kwaliteit van de klank, terwijl Jacques Thibaud wees op de kwetsbaarheid van de darmsnaren.
Er bestaan opnames van deze sonates die flamboyanter, extraverter en aantoonbaar indrukwekkender zijn in termen van pure virtuositeit, maar dit is duidelijk niet de voorkeur van Martin Reimann. Zijn tempi zijn over het algemeen nogal afgemeten maar waar nodig, ook briljant snel, de polyfone leesbaarheid is altijd en overal opmerkelijk en de zachtheid van de hoge tonen valt op. Martin Reimann weet met zijn vloeiend vioolspel, een ontroerende tederheid uit te drukken, en daarenboven is de opname van Jean-Daniel Noir nauwkeurig en natuurlijk, in perfecte samenhang met de interpretatie.Op de passacaille cd van Martin Reimann staan de Sonaten nr. 1 g-moll, “Joseph Szigeti”, nr. 2 a-moll “Jacques Thibaud”, nr. 3 d-moll, “George Enescu”, nr. 4 e-moll, “Fritz Kreisler”, nr. 5 G-Dur, “Mathieu Crickboom”, en nr. 6, “Manuel Quiroga”.
Martin Reimann (foto) studeerde viool bij Gunars Larsens en Franco Gulli in Luzern en bij Ivry Gitlis in Parijs. Hij treedt regelmatig op met orkesten als het Orchestre des Champs-Elysées, het Orchestre Révolutionnaire et Romantique, Anima Eterna en Ensemble Contrechamps. Onder zijn kamermuziekpartners bevinden zich musici als de violist, Bruno Pasquier en de pianiste, Alice Ader.
Tracklist :Violin Sonata in G Minor Op. 27 No. 1
Grave
Fugato
Allegretto poco scherzoso
Finale. Con brio Violin Sonata in A Minor Op. 27 No. 2
Obsession; Prélude
Malinconia
Danse des Ombres; Sarabande
Les furiesViolin Sonata in D Minor Op. 27 No. 3
Ballade. Lento molto sostenutoViolin Sonata in E Minor Op. 27, No. 4
Allemanda
Sarabande
Finale. Presto ma non troppoViolin Sonata in G Major Op. 27, No. 5
L’Aurore
Danse rustiqueViolin Sonata in E Major Op. 27, No. 6
Allegro giusto non troppo vivoYsaÿe Six sonates Martin Reimann violin cd passacaille PAS 1083