In deze dvd-box verzamelde Dynamic enkele van de beroemdste opera buffa’s van Rossini, waaronder enkele zelden uitgevoerde werken zoals “La Gazzetta”, “LEquivoco stravagante” en “La Cambiale di matrimonio”. De verzamelbox, “Rossini serio (e semiserio)” (foto), bracht eerder Rossini’s belangrijkste opera’s samen in producties van Mariame Clément, Jean-Louis Martinoty, Daniele Abbado, Nigel Lowery, Damiano Michieletto, Pier Luigi Pizzi en Mario Martone. Het bevatte de minder bekende “Torvaldo e Dorliska”, “Ermione” en “Bianca e Falliero”, maar ook de succesvolle opera’s, “Armida”, “Semiramide”, “Maometto II.”, en de beroemde opera semiseria, “La Gazza Ladra”. Zoals de titel suggereert, bevat “Rossini buffo” nu 7 Rossini-opera’s die deel uitmaken van zijn kernrepertoire, “Il Barbiere di Siviglia”, “L’Equivoco stravagante”, “L’Italiana in Algeri”, “La Cenerentola “,” La Gazzetta “,” La Cambiale di matrimonio “en” Il Turco in Italia “. En dit in uitstekende producties van Bepi Morassi, Emilio Sagi, Dario Fo, Daniele Abbado, Stefano Mazzonis di Pralafera, Luigi Squarzina en Guido De Monticelli.Gioachino Rossini (1792-1868) beleefde het begin van zijn carrière reeds op de leeftijd van 18 jaar, wanneer zijn komische eenakter, “La cambiale di matrimonio”, op de avond van 3 november 1810, in het San Moisé-theater in Venetië werd opgevoerd. Vanaf dat moment zou de carrière van Rossini tot 1822, bestaan uit het componeren van meesterwerken, met succes, triomfen en flops. In 1822 huwde hij met de sopraan Isabella Colbran, en na de laatste opera voor zijn Italiaans publiek, “Semiramide”, vertrok hij naar Londen. In 1824 vestigde hij zich in Parijs waar, hij het “Théâtre Italien” leidde. Zijn laatste grote opera, “Guillaume Tell”, componeerde hij in 1829. Daarna componeerde hij enkel nog religieuze muziek.Het was met het komisch genre dat Rossini zijn grootste successen behaalde, meer bepaald met werken als “L’Italiana in Algeri” (1813), “Il Turco in Italia” (1814), “Il barbiere di Siviglia” (1816) en “Cenerentola” in 1817, Rossini’s laatste grote komisch werk in de traditionele betekenis. Tussen 1817 en 1819, het jaar van “Guillaume Tell”, die zijn operacarrière voortijdig afbrak, componeerde Rossini wel 15 opera seria’s maar slechts drie komische. Daarvoor had hij weliswaar reeds de vier komische meesterwerken gecomponeerd die in deze box zijn opgenomen.“La cambiale di matrimonio” is een farsa-comica in één bedrijf op een libretto van Gaetano Rossi. Het libretto was gebaseerd op het toneelstuk van Camillo Federici (1791) en een eerder libretto van Giuseppe Checcherini, voor de opera “Il matrimonio per lettera di cambio” van de Napolitaan, Carlo Coccia (1782-1873) uit 1807. De opera debuteerde op 3 november 1810 in het Teatro San Moisè in Venetië, gevolgd door 13 opvoeringen in hetzelfde theater. “La cambiale di matrimonio”, gecomponeerd in slechts een paar dagen tijd, toen Rossini pas 18 jaar oud was, was zijn eerste, professionele opera. De ouverture, nog gecomponeerd tijdens zijn studietijd aan het Liceo Musicale in Bologna, vormt ondertussen een wezenlijk bestanddeel van het modern concertrepertoire. Zoals typerend zou worden voor zijn werkwijze in zijn latere carrière, werd het duet “Dunque io son”, later, trouwens met meer effect, hergebruikt in de 1ste akte van zijn “Barbier van Sevilla”.
“L’equivoco stravagante” is een dramma giocoso in twee bedrijven op een Italiaans libretto van Gaetano Gasbarri. Het was Rossini’s eerste poging om een volledige opera in twee bedrijven te componeren. “L’equivoco stravagante” werd voor het eerst opgevoerd in het Teatro del Corso in Bologna, in 1811. Het werd slechts drie keer opgevoerd, voor de politie de productie stopte, mogelijk omdat de tekst over legerdesertie ging. Ernestina, eigenl. een vermomde man, wordt in het verhaal nl. gearresteerd op verdenking van desertie uit het leger. De muziek van de ouverture ging helaas verloren.“L’italiana in Algeri” is een dramma giocoso in twee bedrijven op een Italiaans libretto van Angelo Anelli, gebaseerd op een eerdere tekst van Luigi Mosca. Het ging in première in het Teatro San Benedetto in Venetië in 1813. De muziek was kenmerkend voor Rossini’s stijl. Ze was opmerkelijk door de combinatie van aanhoudende energie met elegante, ongerepte melodieën. Rossini componeerde “L’italiana in Algeri” toen hij nauwelijks 21 jaar oud was. Hij verklaarde dat hij de opera in 18 dagen had gecomponeerd, maar vertrouwde de compositie van de recitatieven en de aria, “Le femmine d’Italia”, wel toe aan een medewerker. De opera valt op door Rossini’s vermenging van opera seria-stijl met opera buffa. De ouverture wordt tegenwoordig nog vaak uitgevoerd. Deze werd bekend om zijn opening door langzame, stille pizzicato-bassen, wat leidt tot een plotselinge uitbarsting van het tutti orkest. Deze “verrassing” weerspiegelde Rossini’s vroege bewondering voor Joseph Haydn, meer bepaald voor diens Symfonie nr. 94 in G, “The Surprise”, zo genoemd vanwege hetzelfde schokkend en semi-komisch effect. De opera was een opmerkelijk succes en Rossini bracht gedurende de volgende twee jaar nog progressieve veranderingen aan voor latere uitvoeringen in Vicenza, Milaan en Napels.“ll turco in Italia” is een opera buffa in twee bedrijven op een Italiaans libretto van Felice Romani. Het was een herwerking van een libretto van Caterino Mazzolà voor een opera met dezelfde titel van de Duitse zanger en componist, Franz Seydelmann (1748-1806) (foto) uit 1788. Dit was een opera buffa, beïnvloed door Mozarts “Così fan tutte”, die werd uitgevoerd in hetzelfde theater, kort voor Rossini’s werk. De vreemd geharmoniseerde ouverture, hoewel zelden opgenomen, is een van de beste voorbeelden van Rossini’s kenmerkende stijl. In een ongewoon lange inleiding, klinkt een uitgebreide, melancholische hoornsolo met volledige orkestbegeleiding, alvorens plaats te maken voor een levendig, komisch hoofdthema. “Il turco in Italia” werd voor het eerst opgevoerd in La Scala in, Milaan, in 1814. Ze werd opgevoerd in Londen in His Majesty’s Theatre in 1822 met Giuseppe en Giuseppina de Begnis, en werd reeds voor het eerst opgevoerd in New York City in het Park Theatre in 1826, met Maria Malibran, Manuel García Senior en Manuel García Junior. In 1950 werd de opera nieuw leven ingeblazen in Rome in het Teatro Eliseo met Maria Callas. In 1955 zong Callas opnieuw Fiorilla, dit keer in het Teatro alla Scala, in een productie van Franco Zeffirelli.“Il barbiere di Siviglia, ossia L’inutile precauzione” is een opera buffa in twee bedrijven op een Italiaans libretto van Cesare Sterbini. Het libretto was gebaseerd op Pierre Beaumarchais’ komedie, “Le Barbier de Séville” uit 1775. De première van Rossini’s opera onder de titel “Almaviva, o sia L’inutile precauzione”, vond plaats in 1816 in het Teatro Argentina in Rome. Rossini’s “Barbier” heeft bewezen een van de grootste meesterwerken onder de muzikale komedies te zijn, en wordt beschreven als dé opera buffa aller “opere buffe”. Na tweehonderd jaar is de opera nog steeds immens populair. Rossini’s opera vertelt de gebeurtenissen van de eerste van de drie toneelstukken van de Franse toneelschrijver Pierre Beaumarchais die draaien om het slim en ondernemend personage, Figaro, de kapper van de titelrol. Mozarts opera “Le nozze di Figaro”, 30 jaar eerder gecomponeerd in 1786, was gebaseerd op het tweede deel van de Beaumarchais-trilogie.Het toneelstuk ging in 1775 in première door de Comédie-Française in het Théâtre des Tuileries in Parijs. Andere opera’s, gebaseerd op het eerste stuk, werden gecomponeerd door Giovanni Paisiello (zijn “Il barbiere di Siviglia” ging in première in 1782), door Nicolas Isouard in 1796, en vervolgens door Francesco Morlacchi, in 1816. Hoewel het werk van Paisiello een tijdlang zegevierde, heeft alleen de versie van Rossini de tand des tijds doorstaan en is een steunpilaar van het operarepertoire gebleven. Op 11 november 1868, twee dagen voor Rossini’s overlijden, bracht de componist, Constantino Dall’Argine (1842-1877), een opera in première op basis van hetzelfde libretto, opgedragen aan Rossini. Dit werk is nu helaas compleet vergeten. Rossini stond erom bekend opmerkelijk productief te zijn door 19 jaar lang, gemiddeld twee opera’s per jaar, en in sommige jaren wel vier te componeren. De muziek voor Il barbiere di Siviglia werd in iets minder dan drie weken gecomponeerd, hoewel de beroemde ouverture samengesteld werd uit twee eerdere Rossini-opera’s, “Aureliano in Palmira” en “Elisabetta, regina d’Inghilterra”, en dus geen thematisch materiaal uit “Il barbiere di Siviglia” zelf bevat.
“La gazzetta, ossia Il matrimonio per concorso” is een opera-buffa op een libretto van Giuseppe Palomba naar het toneelstuk, “Il matrimonio per concorso”, van Carlo Goldoni uit 1763. De opera hekelt de invloed van kranten op het leven en het gedrag van de mensen. Na het succes van zijn “Il Barbiere di Siviglia” in Rome, arriveerde de componist in februari 1816 in Napels, om er te ontdekken dat het Teatro San Carlo er door brand was verwoest, dat hij verplicht was een cantate te componeren om een koninklijk huwelijk te vieren, en toezicht te houden op een productie van zijn “Tancredi”. “La gazzetta” was voorzien voor augustus. Het zou Rossini’s tweede opera en de enige komedie zijn die hij voor Napels componeerde.Zoals gewoonlijk leende Rossini muziek van enkele van zijn eerdere werken, waaronder “Il Turco in Italia” (1814), “La pietra del paragone” (1812), en “Torvaldo e Dorliska” (1815). Geen van deze stukken was nl. in die tijd reeds door het publiek van Napels gehoord. Hoewel de ouverture speciaal voor deze opera werd gecomponeerd, is het het bekendste stuk uit het werk, omdat het later, samen met andere muziek uit “La gazzetta”, in “La Cenerentola” is opgenomen. De opera werd voor het eerst opgevoerd in 1816 in het Teatro dei Fiorentini in Napels, waar het 21 opvoeringen kende. Na de eerste opvoeringen was er slechts één heropleving van de opera in de 19de eeuw, toen deze werd uitgevoerd in Palermo, tijdens het carnaval van 1828.“La Cenerentola, ossia La bontà in trionfo” is een operadramma giocoso in twee bedrijven op een libretto van Jacopo Ferretti, gebaseerd op de libretti, geschreven door Charles-Guillaume Étienne voor de opera “Cendrillon” (Isouard), op muziek van Nicolas Isouard (eerst uitgevoerd in Parijs, 1810) en door Francesco Fiorini voor “Agatina o La virtù premiata”, op muziek van Stefano Pavesi (eerst uitgevoerd in Milaan, 1814). Al deze opera’s waren versies van het sprookje, “Cendrillon”, van Charles Perrault. Rossini’s opera werd voor het eerst opgevoerd in het Teatro Valle in Rome in 1817. Hij componeerde “La Cenerentola” toen hij 25 jaar oud was, na het succes van “De Barbier van Sevilla”, het jaar ervoor. “La Cenerentola”, die hij voltooide in een periode van amper drie weken, wordt terecht beschouwd als een van zijn beste werken voor solozang en ensembles. Rossini bespaarde wat tijd uit door een ouverture uit La gazzetta en een deel van een aria uit de “Barbier” te hergebruiken, en door Luca Agolini, in te schakelen, een medewerker die de secco-recitatieven en drie nummers componeerde (Alidoro’s “Vasto teatro è il mondo”, Clorinda’s ” Sventurata! Mi credea “, en het refrein, Ah, della bella incognita”). De facsimile-uitgave van het handschrift heeft weliswaar een andere aria voor Alidoro, nl. “Fa ‘silenzio, odo un rumore”. Deze lijkt te zijn toegevoegd door een anonieme hand voor een productie in 1818. Voor een revival in Rome in 1820, componeerde Rossini daarenboven nog een andere, vervangende bravoure aria, “La, del ciel nell’arcano profondo”.De vocale solisten zijn Paolo Bordogna, Désirée Rancatore, Marina Prudenskaja, Bruno de Simone, Marianna Pizzolato, Marco Vinco, Alessandra Marianelli, Andrea Concetti, Francesco Meli, Rinat Shaham, Cinzia Forte, Enrico Marabelli, Maxim Mironov en Roberto de Candia.De opnames gebeurden op het Rossini Opera Festival in het BPA Palas (Vitrifrigo Arena) in Pesaro, in augustus 2006 (“La cambiale di matrimonio”), augustus 2007 (“Il turco in Italia”), augustus 2008 (“L’equivoco stravagante”), en augustus 2006 (“L’italiana in Algeri”), in het Teatro La Fenice in Venetië in april 2008 (“Il barbiere di Siviglia”), de Opéra de Liège/Luik, in juni 2014 (“La gazzetta”), en in het Teatro Petruzzelli in Bari (Apulië in Zuid-Italië), in april 2010 “(La Cenerentola”).De dirigenten zijn Antonio Allemandi, Antonino Fogliani, Umberto Benedetti Michelangeli, Evelino Pido, Donato Renzetti en Jan Schulltsz. Zij dirigeren het Bari Teatro Petruzzelli Orchestra, het Bologna Teatro Comunale Orchestra, het Bolzano-Trento Haydn Orchestra, het Orchestre de L’Opéra Royal de Wallonie en het Teatro la Fenice Orchestra. De koren zijn het Bari Teatro Petruzzelli Chorus, het Choeur de L’Opéra Royal de Wallonie, het Prague Chamber Chorus en het koor van het Teatro la Fenice.Rossini buffo Collector’s Box Set 7 complete operas La cambiale di matrimonio L’equivoco stravagante L’italiana in Algeri Il turco in Italia Il barbiere di Siviglia La gazzetta La Cenerentola 9 dvd Dynamic