Met dit 4de volume van de complete opname van Bachs klavierwerken, gaat Benjamin Alard verder met het verkennen van de Weimar-periode, die bekend staat als die van Bachs‘ vroeg meesterschap. Dit volume bevat o.a. Bach transcripties van concerti van Vivaldi en koraalpreluden.
Na “In the French Style/À la française” (vol. 3) (foto), neemt Benjamin Alard u nu mee naar Italië, waar het Vivaldiaans concerto regeerde in Venetië. De jonge Bach creëerde hier een prachtige ruimte van vrijheid tussen de transcribent en de improvisator. Want als transcriptie een kwestie van vrijheid is, is het ook een kwestie van sterke verbeeldingskracht. Elk stuk op deze opname voert u mee naar een Venetiaans universum, dat Bach evenzeer fascineerde als het hem inspireerde, zoals Benjamin Alard demonstreert op drie uitzonderlijke instrumenten.
De nummers BWV 972-987 in de Bach catalogus staan voor zijn “16 Konzerte nach verschiedenen Meistern”, 6 naar Vivaldi, 3 naar Benedetto Marcello, 3 naar Johann Ernst von Sachsen-Weimar, 2 naar Telemann, en 2, BWV 977 en BWV 983, naar een helaas onbekende bron. Deze zijn niet te verwarren met de 7 soloconcerti voor klavecimbel, strijkers en basso continuo (BWV1052-1058). Bach volgde in zijn transcripties een voor hem bekend principe: een systematische aanpak en een zo breed mogelijke uitbuiting van de mogelijkheden van de vorm. Hij koos voornamelijk vioolconcerti als basis. Naast het omzetten van typische violistische kenmerken en het uitwerken van de basso continuo tot een volle klavecimbel klank, paste Bach de werken ook aan zijn eigen smaak aan. Bassen werden levendiger gemaakt, maar ook thematisch versterkt door kenmerkende motieven, en contrapunt werd toegevoegd in de oorspronkelijk homofone werken die juist de nadruk op de melodie legden. 
De scherpe klankcontrasten, zo typisch voor Vivaldi, werden uitgevlakt en vervangen door muzikale ontwikkelingen en climaxen. De door heldere thema’s kenmerkende tutti-soli dialoog bij Vivaldi werd verschoven naar een concentratie op het thema. In de transcripties is de ontwikkeling van de kenmerken van Bachs componeren in concertowerken te zien: de verweving met polyfonie en de thematische en concertante schrijfstijl. Dit vertaalde zich ook in eigen werken uit de Weimar periode, bv. de hier opgenomen orgeltoccata in C (BWV 564) en de Pastorale in F (BWV 590). In Köthen zou Bach de mogelijkheden van de Italiaanse concertovorm in zijn functie als hochfürstlich Anhalt-Cöthenische Kapellmeister uitwerken in de vioolconcerti en de Brandenburgse Concerten.
De Franse klavecinist en organist, Benjamin Alard (°1985) uit Rouen, speelde vanaf zijn zeven jaar piano, om vervolgens orgel te studeren aan het Conservatorium van Rouen bij Louis Thiry en François Ménissier. Klavecimbel studeerde hij verder in Lisieux bij Elisabeth Joyé en in Parijs (Conservatorium van het zevende arrondissement). Hij trok vervolgens naar de Schola Cantorum Basiliensis, waar hij studeerde bij Jean-Claude Zehnder (orgel) en Andrea Marcon (klavecimbel). Hij behaalde er zijn einddiploma’s in 2006 met felicitaties vanwege de jury die werd voorgezeten door Gustav Leonhardt. Pas 19, behaalde hij in 2004 de Eerste prijs van het internationaal klavecimbelconcours in het kader van het Festival Musica Antiqua in Brugge. In 2005 werd hij titularis van het nieuwe Bachorgel Bernard Aubertin in de kerk van Saint-Louis-en-l’Île in Parijs (ingespeeld in 2005 door Michel Chapuis). In 2007 won hij ook nog de Eerste prijs in het orgelconcours van Freiberg.
Alard wordt beschouwd als een van de meest getalenteerde klavecinisten van zijn generatie en speelde reeds op prestigieuze festivals als Printemps des Arts en Folle journée de Nantes, Festival de Saintes, Festival Radio-France Montpellier, Midis du Louvre, Sommets musicaux de Gstaad, Davos Festival, BOZAR Brussel, Cité de la Musique, Auditori de Barcelona, Oude Muziek Utrecht, Festival Musica Antiqua Brugge. Hij trad op met onder meer La Petite Bande (dir. Sigiswald Kuijken), Capriccio Stravagante (dir. Skip Sempé), Venice Baroque Orchestra (dir. Andrea Marcon), Il Gardellino (dir. Marcel Ponseele).
Tracklist :
Concerto in G major (naar Vivaldi), BWV973
Concerto in G minor (naar Vivaldi), BWV975
Concerto in B minor (naar Torelli), BWV 979
Concerto in D major (naar Vivaldi), BWV972
Concerto in D minor (naar Marcello), BWV974
Prelude & Fugue in A minor, BWV894
Concerto in G major (naar Vivaldi), BWV980
Concerto in A minor (naar Vivaldi), BWV593
Concerto in F major (naar Vivaldi), BWV978
Organ Concerto in D minor (naar Vivaldi), BWV596
Concerto in C major (naar Vivaldi), BWV976
Prelude & Fugue in G minor, BWV535
Organ Concerto in G major (naar Johann Ernst), BWV592
Fantasie and Fugue in G Minor, BWV 542 / 2 (excerpt): II. Fugue
Organ Concerto in C major (naar Vivaldi), BWV594
Chorale Prelude BWV694 ‘Wo soll ich fliehen hin’
Trio in D minor, BWV583
Chorale Prelude BWV736 ‘Valet will ich dir geben’
Trio super ‘Allein Gott in der Höh sei Ehr’, BWV664
Wir glauben all an einen Gott, BWV Anh. 69
Vom Himmel hoch, da komm ich her, BWV Anh. 65
Freu dich sehr, o meine Seele, BWV Anh. 52
Jesu, meine Freude, BWV Anh.II/58
Toccata, Adagio & Fugue in C major, BWV564
Johann Sebastian Bach The Complete Works for Keyboard Vol. 4 Alla Veneziana Concerti Italiani Benjamin Alard Harpsichord & Organ harmonia mundi HMM90246062