Na het overlijden van zijn eerste vrouw, Hannah Arendt, die in 1937 van hem gescheiden was, begon Günther Anders zijn aantekeningen uit de jaren van huwelijk in Berlijn vanaf 1929, door te nemen ter nagedachtenis aan die gelukkige vroege dagen van samenleven en ter nagedachtenis van Hannah, de eerste en enige liefde van zijn leven, om de filosofische gesprekken die ze destijds met elkaar hadden te reconstrueren. Deze “Hannah-dialogen”, die voorheen alleen in handschrift beschikbaar waren, worden hier nu voor het eerst bewerkt door Gerhard Oberschlick. Günther Anders, geb. Günther Siegmund Stern (1902-1992), was een Duitse filosoof, journalist, essayist en dichter. Opgeleid in de fenomenologische traditie, ontwikkelde hij een filosofische antropologie voor het tijdperk van de technologie, waarbij hij zich richtte op thema’s als de effecten van massamedia over ons emotioneel en ethisch bestaan, de onlogica van religie, de nucleaire dreiging, de Shoah en de kwestie van filosoof zijn. In 1992, kort voor zijn overlijden, ontving Günther Anders de Sigmund Freud-prijs. Zijn geboorteplaats Breslau (nu Wrocław in Polen) was de zesde grootste stad van het Duitse rijk geworden, met een joodse bevolking van ongeveer 20.000, 5% van de stadsbevolking. Hij was de zoon van de oprichters van kinderontwikkelingspsychologie, Clara en William Stern, en een neef van Walter Benjamin. Anders was drie keer getrouwd, met de Duitse filosoof en politicoloog Hannah Arendt (foto) (van 1929 tot 1937), met de Oostenrijkse schrijfster Elisabeth Freundlich (van 1945 tot 1955), en met de Amerikaanse pianiste, Charlotte Lois Zelka, in 1957. Zelka werd in 1930 in Californië geboren, toerde twee decennia door Europa en overleed in 2001. In het voorjaar 1936 maakte Hannah Arendt kennis met de communistische intellectueel, Heinrich Blücher (1899-1970) (foto), ze scheidde in 1937 officieel van Günther Stern/Anders, en in 1940, trouwde ze met Heinrich Blücher. Hij werd in 1952, professor filosofie aan Bard College in Annandale-on-Hudson, New York.In 1923 behaalde Anders een doctoraat in de filosofie bij Edmund Husserl als zijn dissertatieadviseur. Anders’ zus, Hilde, was ooit getrouwd met de Duitse filosoof Rudolf Schottlaender (1900-1988), die ook een leerling van Husserl was. Anders’ vader had misschien wel de belangrijkste intellectuele invloed in zijn leven. Terwijl hij als journalist in Berlijn werkte, wilde een redacteur niet zoveel Joods klinkende naamregels in zijn papieren, dus koos Stern de naam, ‘Anders’. Hij gebruikte die naam voor de rest van zijn leven. Eind jaren twintig studeerde Anders bij Martin Heidegger in Freiburg. Hij trouwde met collega-Heidegger-studente, Hannah Arendt, die een affaire had met hun gemeenschappelijke mentor. Anders vluchtte in 1933 uit nazi-Duitsland, eerst naar Frankrijk (waar hij en Arendt in 1937 minnelijk scheidden), en later naar de Verenigde Staten.Hij keerde in 1950 terug naar Europa met zijn tweede vrouw Elisabeth Freundlich (1906-2001), die hij in New York had ontmoet, om in haar geboortestad Wenen te gaan wonen. Daar schreef Anders zijn belangrijkste filosofisch werk, “The Obsolescence of Humankind” (1956). Hij werd een leidende figuur in de antinucleaire beweging en publiceerde talloze essays en uitgebreide versies van zijn dagboeken, waaronder één van een reis naar Breslau en Auschwitz met zijn vrouw. Anders’ geschriften bevinden zich in de Universiteit van Wenen, en zijn literaire uitvoerder is voormalig FORVM-redacteur, opvolger van Günther Nenning, Gerhard Oberschlick (°1942).Na “Zur Erinnerung an Hannah”, “Monaden”, “Die Irrelevanz des Menschen” en “Akademisches Nachwort”, volgt de “Editorische Notiz” van Gerhard Oberschlick en “Günther Anders und Hannah Arendt – eine Beziehungsskizze” van Christian Dries. Het gedetailleerd essay van Christian Dries belicht de levens- en denkpaden van Hannah Arendt en Günther Anders en helpt de dialogen in het levenswerk van de twee hoofdrolspelers te classificeren. De eigenlijk geschriften/herinneringen van Günther Anders zijn verdeeld in “Lebenswege” en “Denkwege”. “Lebenswege” bestaat uit “Irgendwie ganz gleich wen: Von Marburg nach Berlin” 1925–1929, “Wanderjahre: Berlin, Heidelberg, Frankfurt, Berlin” 1929–1933, “Misere der Emigration: Pariser Notgemeinschaft” 1933–1937, “Chancen der Misere: New York, Hollywood, San Diego, New York” 1937–1950, en “Weder – noch: 1950-1975 und Postskriptum”. “Denkwege” bestaat uit “Kein weites Feld”, “Drewitzer Symphilosophie: Die Lehre von den Menschen”, “Eichmann nach Jerusalem”, “Weltzustand Technik” en “Amor mundi oder Der ontologische Trost des Zusammenkuschelns”.Günther Anders “Die Kirschenschlacht, Dialoge mit Hannah Arendt” Duits 143 bladz. uitg. C. H. Beck ISBN 978-3-406-63278-5