Deze nieuwe release van pianist Lars Vogt is gewijd aan pianowerken van de Moravische componist, Leoš Janácek. De cd bevat drie van zijn bekendste en meest uitgebreide solo-pianowerken, gekenmerkt door diepe melancholie en passie. Ze manifesteren Janáceks rijke, innerlijke wereld, gevat in een tijdloze, muzikale taal, vaak beïnvloed door Slavisch-Moravische volksmuziek. Heel bijzonder. Leoš Janáček (1854-1928) foto) was zelf een goede pianist, maar werd geen virtuoos. Zijn piano oeuvre, een tiental composities, beperkte zich grotendeels tot miniaturen waarvan de antecedenten te vinden waren bij Schumann en Dvorak. Op zich verminderde dit op geen enkele manier de expressieve kwaliteit en de densiteit. Voor hij zich volledig ging wijden aan het componeren, dacht hij aan een carrière als virtuoze pianist. Hij was immers goed vertrouwd met het instrument, waarmee hij zijn diepste emoties en gevoelens deelde, en componeerde zijn eerste opus, Thema con variazioni, op 26-jarige leeftijd, toen hij nog studeerde aan het Conservatorium van Leipzig. Hij componeerde zijn drie essentiële pianowerken, “1.X. 1905”, “On a Overgrown Path” en “In the Mists”, tussen 1900 en 1912, in een moeilijke fase van zijn leven. Ze zijn wellicht zijn meest persoonlijke en meest intieme stukken. Janáček liet zich o.a. inspireren door de klank van het cimbalom (foto), een instrument dat hij vaak hoorde bij het verzamelen van volksliederen in Moravië. Hij componeerde zijn belangrijkste pianowerken in een relatief korte periode van twaalf jaar, van 1901 tot 1912. De hier opgenomen composities zijn van een onbetwistbare originaliteit.Op de cd staan “Po zarostlém chodníčku” (“Auf verwachsenem Pfade”/”On an Overgrown Path”) (1901-1911) (oorspronkelijk, gedeeltelijk voor harmonium gecomponeerd), (Boeken 1 (10) en 2 (5)) (1901–1911), de “Sonata 1. X. 1905”, “Z ulice“ („Von der Straße“) (1905), en “V mlhách” (“In the Mists”/”Im Nebel”/”Dans les brumes”) (1912). De pianocyclus “In the Mists”/”Im Nebel” (“V mlhách”) was de laatste van zijn meer substantiële pianowerken. Hij componeerde ze in 1912, in een periode waarin zijn opera’s nog steeds werden afgewezen door de Praagse operahuizen. Alle vier de delen van de cyclus zijn grotendeels geschreven in “mistige” toonaarden met vijf of zes bémols en frequente veranderingen van metrum. De première vond plaats in december 1913, door Marie Dvořáková (1887-1953) op een concert, georganiseerd door de koorvereniging “Moravan” in Kroměříž. Op 24 januari 1914 had de cyclus zijn eerste openbare uitvoering tijdens het derde concert van de orgelschool in Brno door dezelfde pianiste, die lerares was aan de school.
Janáček componeerde “1.X.1905” als een eerbetoon aan de 20-jarige František Pavlík (1885-1905) (foto), die op 1 oktober 1905, tijdens demonstraties ter ondersteuning van een Tsjechische universiteit in Brno, met een bajonet werd gedood. In het werk spreekt Janáček zijn afkeuring uit over de gewelddadige dood van de jonge timmerman. Hij begon aan het werk onmiddellijk nadat het incident plaatsvond en voltooide het in januari 1906. De première vond plaats op 27 januari 1906 in Brno met Ludmila Tučková aan de piano. Janáček componeerde ook nog een derde beweging, een begrafenis mars, die hij kort voor de eerste openbare uitvoering van het stuk in 1906 er uit had gehaald en verbrandde. Hij was ook niet tevreden met de rest van de compositie en gooide later het manuscript van de twee overblijvende bewegingen in de Moldau. Hij becommentarieerde later met spijt over zijn impulsieve actie: “En het dreef op het water als witte zwanen”. De compositie bleef verloren tot 1924 (het jaar van de zeventigste verjaardag van Janáček), toen Tučková aankondigde dat zij nog een exemplaar bezat. De tweede première vond plaats op 23 november 1924 in Praag, onder de titel “1. X. 1905”. Janáček voorzag het werk later van de inscriptie, “Het witte marmer van de trappen van de Besední dům in Brno. De gewone arbeider František Pavlík valt, besmeurd met bloed, hij kwam alleen om hoger onderwijs te verdedigen en werd gedood door wrede moordenaars”. De Duitse pianist en dirigent, Lars Vogt (°1970) (foto’s) uit Düren, studeerde aan de Hochschule für Musik und Theater in Hannover bij Karl-Heinz Kämmerling en kreeg bekendheid na het winnen van de 2de prijs op de prestigieuze Leeds International Piano Competition in 1990. Sindsdien speelde hij grote concerten en recitals. Hij richtte in 1998 het festival “Spannungen” op in Heimbach (Ruhr/Eifel), en in 2014 kondigde de Royal Northern Sinfonia, de benoeming aan van Vogt als de volgende muziekdirecteur, met ingang van september 2015. In oktober 2019 kondigde ook het Orchestre de chambre de Paris de benoeming aan van Vogt als nieuwe muziekdirecteur, met ingang van het seizoen 2020-2021. Vogt maakte opnamen, in 2004 ontving hij zowel de Brahms-Preis als de Echo Klassik, in 2006 won hij de “Großer Kulturpreis der rheinischen Sparkassen”, en in 2016 won hij de Würth-Musikpreis.Tracklist :
-1.X.1905 (Z ulice dne 1. října 1905) (From the Street, 1 October 1905), JW VIII/19, “Sonata”
- Předtucha (Foreboding)
- Smrt (Death)
-V mlhách (In the Mists), JW VIII/22
- Andante
- Molto adagio
- Andantino
- Presto
-Po zarostlém chodníčku (On the Overgrown Path), Book 1, JW VIII/17
No. 1. Naše večery (Our Evenings)
No. 2. Lístek odvanutý (A Blown Away Leaf)
No. 3. Pojďte s námi! (Come with us!)
No. 4. Frýdecká Panna Maria (The Madonna of Frydek)
No. 5. Štěbetaly jak lastovičky (They Chattered like Swallows)
No. 6. Nelze domluvit! (Words fail!)
No. 7. Dobrou noc! (Good Night!)
No. 8. Tak neskonale úzko (Unutterable Anguish)
No. 9. V pláči (In Tears)
No. 10. Sýček neodletěl! (The Barn Owl has not Flown Away!) -Po zarostlém chodníčku (On the Overgrown Path), Book 2, JW VIII/17
No. 11. Andante
No. 12. Allegretto
No. 13. Più mosso
No. 14. Allegro
No. 15. VivoJanáček On the Overgrown Path . In the Mists . Sonata 1.X.1905 Lars Vogt cd Ondine ODE1382-2