“Il violoncello di Corelli” leidt u naar de oorsprong van de solo celloliteratuur, hoewel men eigenlijk de term violone zou moeten gebruiken. In feite had de cello, zoals we die tegenwoordig kennen, veel verschillende maten voor zijn huidige verhoudingen algemeen werden. Sommige instrumenten waren groter, en de kleinere werden aangeduid met de verkleinende vorm van de term violone, violoncello. Vóór 1800 werden bv. slechts enkele belangrijke celloconcerti gecomponeerd, met uitzondering van werken van componisten als C.P.E. Bach, Haydn, Boccherini en Vivaldi. Vivaldi’s typisch inventieve en diverse cello-concerti o.a. voor piccolo cello, met hun mooie langzame bewegingen, waren vrijwel zeker de allereerste, ooit gecomponeerd voor dit instrument. De eerste celloconcerti werden na de eerste ontwikkeling van het concerto grosso, gecomponeerd in de barok, toen het instrument zijn bescheiden rol als onderdeel van de continuo groep verliet, om zijn plaats als solo-instrument in een concerto-bezetting op te nemen.Het instrument dat bespeeld wordt door Alessandro Palmeri werd gebouwd door Simone Cimapane in Rome in 1685. Het is een zeldzame getuige van de oorspronkelijke grootte van de violone. Het is bovendien een uniek instrument omdat het werd gebruikt in ensembles in Rome waarin Corelli zelf speelde. Alessandro Palmeri presenteert een compilatie van werken uit de vroege sololiteratuur voor cello van componisten als Domenico Gabrielli, Giuseppe Pietro Gaetano Boni, Giuseppe Colombi en Giovanni Battista Vitali. Deze periode vormde gedurende de 17de eeuw in Emilia Romagna, zowel artistiek als muzikaal, de voorwaarden voor de creatie en ontwikkeling van de celloliteratuur. De werken op deze opname markeren de overgang van het tijdperk van de violone naar het tijdperk van de cello. Door deze werken was de cello niet langer enkel het continuo instrument waartoe hij voorheen beperkt was.Men koos werk van Giovanni Battista Vitali (1632-1692), Domenico Gabrielli (1659-1690), Giovanni Lorenzo Lulier (1662-1700), Pietro Gaetano Boni (1686-1741) en Giuseppe Colombi (1635-1694). De uitvoerders zijn Alessandro Palmeri (foto), violone, Riccardo Doni, klavecimbel en orgel, en Takashi Kaketa, cello.Tracklist :
Vitali: Toccata per il violone; Ruggiero per il violone; Capriccio e Passagalli per il violone; Capriccio sopra otto figure per il violone
Gabrielli: Ricercare V-VII; Sonate für Cello & Bc; CanonLulier: Sonate für Violone & Bc
Boni: Sonate Nr. 10 für Cello & Bc
Colombi; Tromba per il violone; Ciaccona per il violone
Il Violincello Di Corelli Alessandro Palmeri cd Passacaille PAS1099