De Nederlandse auteur Jan Brokken, schreef een hoogst origineel boek over de rijke muziekcultuur van de Nederlandse Antillen waar zo blijkt, een hechte band met Chopin bestond.Onderaan blz. 99 leest u het volgende: “In 1983 nam Wim Statius Muller (foto) een lp op in de Gentse studio van Gilbert Steurbaut. De Belg raakte onmiddellijk gecharmeerd van de Antilliaanse muziek. Hij bracht Statius Muller en de S.E.L. Maduro Muziekstichting in contact met de Brusselse uitgever René Gailly. Vanaf 1987 nam Gilbert Steurbaut het werk van minstens zeven Curaçaose componisten op en verzorgde René Gailly het in de handel brengen van de lp’s, later de cd’s. Een briljant zakenman was Gailly niet, maar hij had een gouden klant. Het Koningin Elisabeth Concours beloonde al haar laureaten met een lp die ze naar eigen keuze mochten volspelen; Steurbaut verzorgde de opnames, Gailly de productie. Je zou kunnen zeggen dat het Elisabeth Concours vijftien jaar lang de Antilliaanse muziek heeft gesubsidieerd. In 2002 zegde de organisatie het contract op en toen was het vrij snel afgelopen met René Gailly International Productions. Vanaf dat moment produceerde de S.E.L. Maduro Muziekstichting haar cd’s zelf, maar het enthousiasme van Gilbert Steurbaut was allerminst gedoofd en hij bleef de opnames in zijn Gentse studio verzorgen.”Een boek met zo’n revelatie over het Belgisch muziekpatrimonium mocht ik toch niet onbesproken laten. En dan nog een boek over de eilanden Aruba, Curaçao en Bonaire met de exotische pracht van de plantagehuizen, Santa Barbara Beach, de Sint Annabaai, koraalriffen, de kathedraal en de kleurrijke huizen van het Brionplein en aan de handelskade van Pietermaai. Het boek biedt een kleurrijk spektakel van de tot de verbeelding sprekende Nederlandse koloniën, slaven, panamahoeden, Standard Oil raffinaderijen, Brabantse paters in hun strijd tegen de zedeloosheid van de zwarte bevolking en muziek, muziek en nog eens muziek. We ontdekken het Theater van Pietermaai, de rol van de West-Indische Compagnie, de vestiging van Sefardische joden en hugenoten, de bouw van de Mikvé Israël-Emanuel synagoge en we komen in contact met het Papiaments, de creoolse volkstaal van de Benedenwindse eilanden, gebaseerd op het Portugees.Op Curaçao was het gebruikelijk om walsen te componeren voor feestelijkheden en begrafenissen, maar ook gewoon als geschenk. Chopins muziek belandde in de loop van de 19de eeuw op het eiland en gemengd met de aanstekelijke ritmen van salsa en merengue, beïnvloedde zijn muziek componisten als Louis Moreau Gottschalk, Joseph Sickman Corsen, de leden van de familie Palm (die een eigen hoofdstuk hebben in het boek) en meer recent, Wim Statius Muller (foto). Want ook zij componeerden walsen en mazurka’s maar dan met die aanstekelijke invloeden van creoolse danzas, ragtime, calypso en latin jazz.De auteur laat ons kennis maken met tal van pianisten, zangeressen en componisten. Wie ontmoeten we in het boek? Bv. Joseph Sickman Corsen (foto), dichter, criticus en pianist, die de betovergrootvader was van de jazzpianist Randal Corsen (1972), Tonie Palm, die zes danzas, vijf walsen, de mazurka “El desengaño” en de melodie van het Antilliaanse volkslied componeerde. We ontmoeten de muzikale familie Maduro, jawel, zij van Madurodam en Edgar Palm (1905-1998). Nogal wat musici kwamen uit “Otrobanda”, de muzikale wijk van Willemstad, de hoofdstad van Curaçao: Jan Gerard Palm (1831-1906), de grondlegger van de klassieke Curaçaose muziek, Jules Blasini (1847-1887), Paul de Lima (1861-1926), Jacobo Conrad (1879-1918), Rudolph Palm (1880-1950), de organist van de Protestantse Fortkerk, van de synagogen Emanu-El en Mikvé Israel en van de vrijmetselaarsloge Igualdad. We ontmoeten John Palm (1885-1925), componist van de walsen “La Belleza”, “Club X”, “Emma”, “La Veloce”, “Ma Pensee”, “Gozar sufriendo” en “Nocturno”, Toni Palm (1885-1963), Jacobo Palm (1887-1982) en Albert Palm (1903-1958), Julian Coco (1924-2013), Wim Statius Muller (°1930) en Robert Rojer (°1939). Naar de wijk is trouwens een platenlabel genoemd, “Otrobanda Records”.In “Waarom elf Antillianen knielden voor het hart van Chopin” beschrijft Jan Brokken de oorsprong van de Antilliaanse muziek en de invloed die de muziek van Chopin heeft uitgeoefend. Het boek is een ontdekkingsreis naar het paradijselijk exotisme van een totaal onbekende wereld. In het hoofdstuk “Shon May en Shon Max” vernemen we alles over de groten van de 20ste -eeuwse schilderkunst die via de contacten die er waren tussen het echtpaar Henriquez en de directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam, Willem Sandberg, hun weg vonden naar het Curaçaosch Museum (foto). Het hoofdstuk “Het zwoele bewegen” mag u geenszins missen, want daarin heeft Blokker het over de uitdagende, wulpse bewegingen bij het dansen van de Tambú en de strijd van Brabantse paters tegen de onkuisheid van het uiten van wellust, driften en verlangens.
Jan Brokken schreef al eerder over klassieke muziek, met name in ‘Met musici’ uit 1988. Interviews met Egorov, Vera Beths, Haitink, Ameling, Pogorelich, Anner Bijlsma, Emmy Verhey, Pier-Alain Volondat, Rian de Waal, en Katia & Marielle Labèque. In dit boek over de Antilliaanse muziek bespreekt hij de invloed van Chopins pianomuziek op walsen, tumba’s tambu’s, calypso’s en mazurka’s van bij ons totaal onbekende componisten die na het lezen van dit schitterend boek al niet meer zo onbekend zijn. Een mooie bloemlezing van hun pianocomposities is te ontdekken op een bijhorende cd, waarvan vele gespeeld door Wim Statius Muller. En mocht u de mooie Curaçaos-Nederlandse zangeres, componiste en songwriter Izaline Calister (°1969) (foto) nog niet kennen, biedt de cd de kans van uw leven om haar zwoele, Afro-Caribische Calypso dansmuziek te leren kennen. Een enorme ontdekking. Een heuse aanrader. Niet uitstellen.Jan Brokken Waarom elf Antillianen knielden voor het hart van Chopin 304 bladz. uitg. atlas contact ISBN 9789045038421