Wagners opera’s “Tristan” en “Meistersinger” zijn niet alleen muzikaal erg verschillend, ze lijken elkaar ook in hun spiritueel statement tegen te spreken. Hier eros en verlangen naar dood en ontbinding, daar ethos en geloof in de hogere missie van kunst voor het leven. Deze grondige analyse, die “Tristan” en “Meistersinger” in hun onderlinge relatie tot elkaar belicht, laat zien dat beide uitspraken elkaar aanvullen en samen een holistisch beeld geven van het menselijk bestaan, groter dan de som der delen door creatieve evolutie.“Tristan und Isolde”, grotendeels gebaseerd op een liefdesdrama van Gottfried van Straatsburg, gecomponeerd tussen 1856 en 1859, werd gekenmerkt door Wagners vooruitstrevend, doorgedreven gebruik van chromatiek. In november 1857 had hij vijf gedichten van Mathilde Wesendonck op muziek gezet. Muziek uit twee van die liederen werd door Wagner aangemerkt als studies voor zijn “Drama der Zukunft“, zijn opera (Handlung), “Tristan und Isolde”. Een motief uit “Träume” werd het liefdesduet van de 2de akte, terwijl het thema van “Im Treibhaus”, de prelude van de 3de akte werd.Wagners “Die Meistersinger von Nürnberg” uit 1868, gebaseerd op de geschiedenis van de Duitse minne- en meesterzangers, was daarentegen een diatonisch gecomponeerd, contrapuntisch meesterwerk met koren, aria’s en vocale ensembles, naar het concept, these, antithese en synthese, met een orkest dat voorspelt en verbindt. Het verhaal dat zich ontwikkelt vanuit de Katharinenkirche in Nürnberg, is deels een komedie, waarin mensen worden gefopt en waarin het luchthartige overheerst. Het drama, de zin van het werk, ontstaat door de tegenstelling tussen enerzijds de formele regels van een Meisterlied, en anderzijds, de vernieuwing van die regels, die de schoenmaker (“Schuster”), Hans Sachs en de ridder, Walther von Stolzing, willen doorvoeren. Aan het eind van de 2de akte bv., wanneer de burgers van Neurenberg in de Lorenzer Altstadt, met elkaar in gevecht raken, de zogenaamde “Prügelszene”, vechten ze in een immense koorfuga, op het motief van het mislukt lied van Sixtus Beckmesser, tot het orkest ineens het motief van Walthers lied inzet.Peter Berne baseert zijn interpretatie op Wagners eigen geschriften en interpreteert met behulp van tal van muziekvoorbeelden, ook de muziek als drager van de intellectuele inhoud. Daarnaast onderzoekt hij de moeilijke vraag hoe “Duits” de “Meistersingers” zijn en komt tot verrassende resultaten die veel vooroordelen wegnemen. “Uitgangspunt”, zo lezen we, “is de overtuiging in “De Meistersingers”, dat er drie dingen zijn die alleen gerealiseerd kunnen worden in de wereld van verschillende verschijningsvormen, d.w.z. in het leven hier op aarde, en die zo mooi en opwindend zijn dat ze ons ertoe brengen dit leven te bevestigen (“zu bejahen”), ondanks zijn duidelijke gebreken en onvolkomenheden, nl. natuur, liefde en kunst”. Deze worden gedreven door “Liebe, Lenz und Leidenschaft“, die elk hun eigen akkoord hebben. In “Die Meistersinger” is Walther verliefd op Eva, de dochter van de goudsmid Meister Pogner. De lente staat centraal, en de “heil’ge deutsche Kunst” (“ehrt Eure deutschen Meister!”) wordt geprezen. “De vraag is”, zo schrijft Berne, “wereldbevestiging of wereldontkenning, (Weltbejahung oder Weltverneinung?), zoals die in “Tristan” en in “Meistersinger” naar voren wordt gebracht. Daarom heb ik dit onderwerp tot uitgangspunt gemaakt van mijn reflecties op die twee werken.”“Maar aangezien ik met dit boek een algemene inleiding op het werk wil geven”, zo vervolgt hij, “heb ik geprobeerd ook de andere belangrijke aspecten van de werkverklaring te belichten op basis van dit centraal onderwerp. Dit geldt vooral voor de Meistersingers, die naast hun optimistische houding, ook diepgaande gedachten hebben over kunst en de menselijke natuur en ook een spiegel zijn van de Duitse geaardheid. Aangezien dit aspect van het werk altijd bijzonder onderhevig is geweest aan misverstanden, ben ik uitgebreid ingegaan op de vraag in hoeverre de Meistersinger als een Duitse nationale opera kan worden beschouwd.”“Om zo authentiek en vrij van vooroordelen mogelijk te zijn”, zo vervolgt hij, “heb ik, net als in mijn boeken over de “Ring” en “Parsifal”, afgezien van secundaire literatuur en heb ik het werk zelf grotendeels laten spreken, ondersteund door Wagners eigen schriftelijke verklaringen, voor zover deze kunnen dienen als een verklarend hulpmiddel. Aangezien Wagners nobelste uitdrukkingsmiddel muziek was, en aangezien hierin de diepste gedachten van zijn werk tot uiting kwamen, heb ik het uiteraard in mijn interpretatie van het werk opgenomen. Maar ik heb de notenvoorbeelden tot een minimum beperkt, zodat ook de niet-muzikaal geschoolde lezer, de presentatie van de denkwereld, die voor mij het belangrijkst is, gemakkelijk kan volgen. En om het gemakkelijker te maken voor al die mensen die vatbaar zijn voor grote ideeën, maar die geen kennis hebben van Wagners werken, om hen toegang te laten krijgen tot de gedachten die ze bevatten, heb ik de inhoud van het verhaal van het betreffend werk, in elk van de twee delen toegevoegd. Kenners kunnen dit overslaan.”In “Versuch über Tristan”, beschrijft Peter Berne, “Verlossing door Eros?, De actie, De openbaring van de “nacht” door middel van muziek, de “Tristansche Sehnsucht” en het eerste Vorspîel, Schopenhauer en wereldontkenning, liefde of verlangen?, De overstroming door verlangen ” Vor Sehnsucht nicht zu sterben“,” en “Parsifal bezoekt Tristan”. Dit wordt gevolgd door Die Nacht: Religion or Regression?, Het nastreven van het onvoorwaardelijke, de devaluatie van de “dag”, “Tristan de held!”, Eros: een weg naar verlossing?, Is er verlossing door de dood?, “Isoldes Liebestod”, en “Eros en ethos”.In het eerste deel over “Die Meistersinger”, “De wereld bevestigen ondanks waanideeën”, gaat het inleidend over de plot, de oorsprong, opgewektheid en verdiepte wereldbevestiging, het Vorspiel (het principe van synthese – de sonatevorm – de hoofdvorm, de nevenvorm, de doorwerking, de recapitulatie of re-expositie), de ‘waanvoorstelling’ en hoe ermee om te gaan (de waanzin als grond van de wereld, de “Prügelszene” als openbaring van de waanzin, ‘de ijdele waan van de dag’, de herinterpretatie van de waanzin in het positieve – de waanzin “fijne controle” en de natuur (de magie van de midzomernacht (Johannisnacht).Dit wordt gevolgd door “De Lente (“Lenz”) in natuur, kunst en liefde”, de “Fliedermonolog“, De kunst (Waarom kunst? – “Dan ligt de wereld aan mijn voeten” – Opgeleid in het schoenmakersatelier (“Schusterstube”) – De essentie van artistieke inspiratie – De “Regel” – kunst als het overwinnen van vergankelijkheid, Liefde (liefde – niet alleen subliem – echte liefde en haar gevaren -, huwelijk als “regel” – Hans Sachs leidt de waanvoorstellingen liefde), opgewekte berusting (verzaking als een pad naar hogere ontwikkeling – Hans Sachs overwint zijn persoonlijke waanzin – de wereld bevestigen ondanks ‘waanzin’ – het Vorspiel tot de 3de akte – berusting en ethische werking)In het tweede deel leest u over Een Duitse nationale opera? Hoe “Duits” zijn de Meistersinger? (Wagner en het Nationale – Was ist Deutsch?“ – ” Deutsche Kunst und deutsche Politik“ “), de personages van het drama als spiegel van de Duitse natuur (Pogner, Neurenberg en de Duitse bourgeoisie – de Meesters – Walther von Stolzing en Eva Pogner – Beckmesser Pogner – Hans Sachs), de slotrede van Hans Sachs, de toespraak van de dichter tot het publiek – Wagner en het jaar 1866 – en de waarschuwing (“Die Schlussansprache”) van Sachs-Wagner aan de Duitsers.Peter Berne was vele jaren dirigent en geeft les (Lehrgang für “Belcanto“) in Leipzig en Berlijn (“Hochschule für Musik Hanns Eisler”). Hij studeerde aan het Mozarteum in Salzburg en daarna bij Luigi Ricci (1893-1981), de assistent-dirigent van Puccini en Pietro Mascagni, en Kurt Overhoff (1902-1986), de privé muziekleraar van Wieland Wagner. Eerder schreef hij “Apokalypse – Weltuntergang und Welterneuerung in Wagner’s ‚Ring‘ – Eine Werkeinführung für das dritte Jahrtausend“, “Belcanto – Historische Aufführungspraxis in der italienischen Oper – ein praktisches Lehrbuch für Sänger, Dirigenten und Korrepetitoren“ (beide uitgegeven door Werner’schen Verlagsgesellschaft), en “Parsifal oder die höhere Bestimmung des Menschen – Christus-Mystik und buddhistische Weltdeutung in Wagners letztem Drama“ (Hollitzer, 2017) (foto).Peter Berne Wagner Zwischen Todessehnsucht und Lebensfülle, Tristan und Meistersinger”, 284 bladz. Duits Hollitzer Verlag ISBN 978-3-99012-852-7