De reeks “Esterházy Music” met het Orfeo Orchestra onder leiding van Gyorgy Vashegyi, is gewijd aan muzikale schatten van de familie Esterhazy. De opnames vinden meestal plaats in de Apollozaal van het Esterhazy-paleis in Fertőd-Esterházy, waarvan de akoestiek tot de beste ter wereld behoort.In 1755 kreeg de toen 23-jarige Joseph Haydn, dankzij graaf von Fürnberg, een vaste betrekking als kapelmeester aan het hof van graaf von Morzin in Lukawitz. Toen het orkest daar in 1761 werd opgeheven, trad Haydn als vicekapelmeester in dienst van vorst Paul II Anton Esterházy (foto) in Eisenstadt. Deze overleed echter een jaar later en werd door zijn broer Miklós József, (Nicolaus Joseph I) (foto) opgevolgd. Nicolaus Joseph I begon in 1763 aan de uitbreiding van het slot in Eszterháza (nu, Fertöd) in klassieke stijl, inclusief een concertzaal voor 400 personen. Hierdoor kreeg het slot de bijnaam “Hongaars Versailles”. Hij stichtte verder de muziekschool in Eisenstadt en benoemde in 1766, Joseph Haydn als kapelmeester. De Esterházy’s waren grote cultuurliefhebbers die nl. over een vorstelijk orkest beschikten. Hoewel Haydn toen weinig contact had met grote muziekcentra als Wenen, verwierf hij toch faam door de vele voorname gasten die bij de vorst op bezoek kwamen. Haydn componeerde tussen 1760 en 1790, vrijwel al zijn werken voor de familie Esterházy.
Deze cd is het derde deel en biedt een selectie van vroege symfonieën van Joseph Haydn. Behalve de symfonieën nrs. 24, 42 en 43 uit de jaren 1764 tot 1771, is ook nr. 30 opgenomen, die in 1765 al het epitheton, “Alleluja” droeg. Dit was gebaseerd op het gebruik van het Gregoriaans Alleluja van de Paasliturgie als hoofdthema van de eerste beweging. De symfonie is mogelijk gecomponeerd voor kerkelijk gebruik, voor een uitvoering op paaszondag 1765.Györgi Vashegyi (°1970) (foto’s) speelde aanvankelijk viool, blokfluit, hobo en klavecimbel. Op 18-jarige leeftijd studeerde hij directie bij Ervin Lukács aan de Franz Liszt Academie in Boedapest, waar hij in 1993 cum laude afstudeerde. Hij volgde masterclasses bij John Eliot Gardiner en Helmuth Rilling, en studeerde continuo bij John Toll in Dresden en kamermuziek bij Jaap ter Linden en Simon Standage. Als continuo speler speelde hij bij het Franz Liszt Chamber Orchestra en Concerto Armonico. In 1990 richtte Vashegyi in Boedapest het Purcell Choir op en een jaar later het Orfeo Orchestra. Tijdens concerten in Boedapest dirigeerde hij belangrijke werken uit de 17de-en 18de eeuw, die tot dan toe nog niet in Hongarije waren uitgevoerd, Buxtehude’s Membra Jesu nostri, Purcells “The Fairy Queen” en “Funeral Anthem”, Händels “Theodora”, en het Requiem in re klein uit 1775, van Joseph Martin Kraus, de “Zweedse Mozart”.Tegelijkertijd pleitte hij voor onderzoek naar en uitvoering van werken van Hongaarse componisten uit de 18de eeuw. Vashegyi werkt voornamelijk met zijn eigen ensemble, maar is ook gastdirigent van diverse oude muziekensembles zoals Concerto Armonico, Capella Savaria en Musica Aeterna en (moderne) symfonie- en kamerorkesten. Vashegyi dirigeert sinds 2001 regelmatig ook in de Hongaarse Staatsopera. Hij dirigeerde in 2004 het Praags Kamerorkest op het Mozartfestival in Würzburg en het Rheingau Muziekfestival in Kloster Eberbach. Vashegyi is sinds 1992 professor continuo aan de Franz Liszt Academie. Tussen 1995 en 1997 doceerde hij ook aan het Instituut voor Musicologie aan de Universiteit van Boedapest. In 2008 ontving Vashegyi de Liszt-prijs in Hongarije en in 2015 ontving hij het Kruis van Verdienste van de Hongaarse Ridderorde. In 2017 werd György Vashegyi verkozen tot voorzitter van de Hongaarse Academie voor Kunsten (MMA, Magyar Művészeti Akadémia), die in 1992 werd opgericht.Joseph Haydn Symphonies No’s 24, 30, 42 & 43 Esterhazy Music vol. 3 Orfeo Orchestra György Vashegyi cd Accent ACC26503