Aan het begin van de jaartelling leefde in Alexandrië de joodse exegeet en filosoof, Philo Judaeus. Het was zijn levenstaak om de heilige boeken van de joden, met name de Torah, uit te leggen. Hij interpreteerde de boeken van Mozes op een filosofische manier en las ze met een platoonse bril. Zijn platoonse blik is ook duidelijk aanwezig in het hier vertaald werk, “De schepping van de wereld”, waarin Philo de eerste drie hoofdstukken van Genesis uitlegde. Aspecten van Philo’s allegorische exegese zijn door christelijke theologen en een aantal christelijke kerkvaders, overgenomen. Ambrosius bv., de vierde-eeuwse bisschop van Milaan, nam in een brief over de schepping van de mens, aspecten van Philo over. Een vertaling van deze brief is als appendix opgenomen. Hieruit blijkt duidelijk de grote invloed die Philo’s geschrift over de schepping van de wereld heeft gehad. Dit belangrijk werk is nu voor het eerst in het Nederlands vertaald.In het hier vertaald werk, “De schepping van de wereld” (“De opificio mundi”), legde Philo het scheppingsverhaal uit zoals dat beschreven wordt in Genesis. Bijzonder aan zijn exegese was dat hij het verhaal las door een Platoonse bril, o.a. beïnvloed door diens Timaeus, Plato’s theoretische verhandeling over natuurfilosofie. Zo las Philo in Genesis, het bestaan van een ideeënwereld zoals ook Plato dat aannam. Verder sloot hij ook aan bij andere filosofische stromingen uit zijn tijd zoals de stoïcijnse filosofie. Deze verbinding van het Joods geloof met Griekse filosofie, maakte zijn uitleg van de Torah of Pentateuch, tot boeiende lectuur. Philo’s manier van uitleg heeft het christelijk denken uit de eerste eeuwen sterk beïnvloed en was dus een belangrijke stap in de ontwikkeling van het westers denken. Hij beschouwde bv. de godsdienst als fundament van alle ethiek. Als voorbeeld van deze invloed getuige de negen homilieën over de zes dagen van de schepping, van de kerkvader, Ambrosius (339-397), de bisschop van Milaan, waarin Ambrosius duidelijk gebruik maakte van Philo’s exegese.De vertaling wordt in deze uitgave vooraf gegaan door een uitgebreide inleiding. Daarin beschrijft de vertaler, Albert-Kees Geljon (foto), over Joden in Alexandrië, Philo van Alexandrië en de werken van Philo, Philo’s exegese in “De opificio mundi”, Philo en Plato’s scheppingsverhaal en de pythagoreïsche getallenleer, (een is het getal van God, twee is verdeeldheid, het schepsel, de dood; drie is het lichaam, of God en zijn macht), voorgangers van Philo en de Invloed van “De opificio mundi”.De Vertaling zelf bestaat uit De wereld is geschapen, De orde van de schepping en Het goddelijk voorbeeld, gevolgd door de zes scheppingsdagen, o.a. De vierde dag: betekenis van het getal vier, De vierde dag: schepping van de hemellichamen, De vijfde dag, schepping van de dieren, en De zesde dag: schepping van de mens. Tot slot, De rust van de zevende dag. Dit alles wordt in deze uitgave gevolgd door een samenvatting, Scheiding van het zoete water, Schepping van de mens uit de aarde, Het geven van namen, De misstap van de eerste mens en de Conclusie. Als appendix, Ambrosius Brief. Een aanrader.Philo van Alexandrië De schepping van de wereld 160 bladz. uitg. Damon ISBN 9789463402828