“Sculpting the Fabric, Works by Cavalli, Merula, Vitali, Fontana, S. Rossi…”, door La Vaghezza, op het label Ambronay. Schitterend!

La Vaghezza is een triosonate-ensemble dat muziek uit de 17de – en vroege 18de eeuw speelt, met een speciale interesse in de onvoorspelbaarheid, extravagantie, originaliteit en vrijheid van de 17de -eeuwse, Italiaanse muziek uit de periode van het maniërisme. Op de cd staat werk van Dario Castello (ca.1590-1631), Pietro Francesco Cavalli (1602-1676), Andrea Falconieri (1585-1656), Giovanni Battista Fontana (ca.1589-ca.1630), Andrea Gabrieli (1533-1585), Tarquinio Merulo (1595-1665), Claudio Monteverdi (1567-1643), Salamone Rossi (1570-1630), Francesco Turini (ca.1589–1656) en Giovanni Battista Vitali (1632-1692).De organist Francesco Cavalli (eigenl. Caletti-Bruni) (foto), was afkomstig uit Crema in de Noord-Italiaanse provincie, Cremona (regio Lombardije). Hij was de zoon van de plaatselijke kapelmeester in Crema, maar nam de naam aan van (Federico) Cavalli, zijn adellijke beschermheer, de gouverneur van Crema in Lombardije, die hem naar Venetië stuurde. Crema was in de middeleeuwen overheerst  door de Venetiaanse Republiek. In 1617 werd hij zanger in het kerkkoor van San Marco, dat onder leiding stond van Monteverdi. Hij zong eerst als jongenssopraan en vervolgens als tenor. In 1620 werd hij benoemd tot organist in de Basilica dei SS. Giovanni e Paolo (foto’s), een post die hij opgaf toen hij de rijke weduwe, Maria Schiavina, huwde. In 1639 werd hij na een wedstrijd, tweede organist van de San Marco. In 1668 volgde hij Giovanni Rovetta op als kapelmeester en kreeg hij de leiding van de “Cappella Marciana”, het koor van San Marco.Francesco Cavalli was ook een belangrijk figuur in de geschiedenis van de opera, het nieuw genre dat door Monteverdi en anderen werd gecreëerd. In 1658 bv., toen de eerste zoon van koning Phillips IV van Spanje en zijn tweede vrouw, aartshertogin Maria Anna van Oostenrijk, (de dochter van keizer Ferdinand III), Prins Felipe Próspero, werd geboren, vierde het Groothertogdom Toscane, de koninklijke gelegenheid met de opvoering van, “l’Ipermestra”, van Francesco Cavalli, op een libretto van Giovanni Andrea Moniglia (1625-1700). Het was één van de magnifiekste opera’s die ooit in Firenze werden opgevoerd. Cavalli, de prominentste opvolger van Monteverdi, was in Venetië actief in een tijd dat opera zich van de aristocratische paleizen naar de openbare theaters begaf.  Hij componeerde veel opera’s voor het Teatro San Cassiano, het eerste theater in Venetië dat opera’s opvoerde.Ook Mantua had een bloeiende muziekcultuur. Componisten als Ludovico Viadana, Jacques de Wert, Giovanni Gastoldi en Claudio Monteverdi componeerden er naar de theoretische werken “Ricercate, passagi et cadentie, Passaggi per potersi esercitare nel diminuire” en “Selva de varii passaggi” van Giovanni Bassano en vader en zoon Rognoni. In 1590 of 1591 kreeg Claudio Monteverdi zijn eerste baan aan het hof van Vincenzo I Gonzaga, de hertog van Mantua, en zijn gemalin Eleonora de’ Medici (foto’s). Hij bleef daar twaalf jaar en werkte samen met o.a. Giaches de Wert en Benedetto Pallavicino. In deze periode maakte Monteverdi in het gevolg van Vincenzo Gonzaga, reizen naar Hongarije en Vlaanderen. Toen Claudio Monteverdi in Mantua aankwam, werd hij aanvankelijk aan het hof aangenomen als gambaspeler. Dit is een aspect van zijn muzikale persoonlijkheid die vaak vergeten wordt. In een brief herinnerde zijn broer Giulio Cesare, zich, dat zijn improvisaties op de viola alla bastarda (bariton gamba), opmerkelijk waren. Vincenzo Gonzaga (1562-1612), de vierde hertog van Mantua, was een belangrijke beschermheer van de kunsten. Hij maakte van Mantua een bruisend cultureel centrum. Vincenzo had ten tijde van Monteverdi, Peter Paul Rubens in dienst. In 1590 werd Monteverdi viola da gamba-speler en cantor van zijn muziekkapel en in 1602 benoemde Vincenzo Monteverdi hem na de dood van Benedetto Pallavicino, tot Maestro della musica. Vincenzo was ook bevriend met de dichter, Torquato Tasso. Aan Francesco, de oudste zoon van Vincenzo en Eleonora de Medici, droeg Monteverdi in 1607 zijn favola in musica, “L’Orfeo” op.Sedert de publicatie in 1584 van “II vero modo di diminuir con le tutte le sorte di stromenti” (over versiering, augmentatie en diminutie), door de cornetspeler, Girolamo Dalla Casa, ontwikkelde de instrumentale muziek zich in de Italiaanse steden. Historische instrumenten als tiorba, chittarone, lirone, cornetto mutto, viola da bracchio, arciliuto en regaal zorgden voor een heel oorspronkelijk klank. Monteverdi was een meester op het gebied van de instrumentale muziek. Zijn uitzonderlijke vaardigheden dienaangaande horen we in de balletten van “L’Orfeo”, in het “Ballo delle ingrate” en in bepaalde madrigalen, zoals “Tempro la cetra”, met een opvallende, concertante rol voor de instrumenten, als onderdeel van de “seconda pratica”. Als voorloper van instrumentale virtuositeit, kende Rossi zowel de oude contrapuntische schriftuur als de moderne concertante stijl.Op het moment van Monteverdi’s aankomst in Mantua, speelde instrumentale muziek aan het hof reeds een belangrijke rol. Die werd gedomineerd door diverse musici, onder wie de joodse violist, Salomone Rossi, één van de eerste componisten die triosonaten componeerde. Salomone Rossi werd geboren in Mantua en woonde er zijn hele leven. Als jongeman verwierf hij een reputatie als getalenteerd violist en was vanaf 1587 hofmusicus in Mantua. Rossi voorzag samen met Monteverdi, Gastoldi, de Wert en Viadana, het hof van de Gonzaga’s in Mantua van muziek voor hun feesten, bruiloften, theaterproducties en kapeldiensten. Rossi overleed waarschijnlijk tijdens de invasie van de Oostenrijkse troepen die de Gonzaga’s versloegen en het joods getto in Mantua verwoestten. Zijn zus, die bekend was als Madama Europa, was een operazangeres. Net als haar broer was ook zij werkzaam aan het hof in Mantua.De instrumentale muziek van Rossi complementeerde het werk van Monteverdi. Florentijnse recitatiefstijl, de basso continuo om in madrigalen de tekst te accentueren en emotionele inhoud te geven, het aanwenden van decoratieve, instrumentale muziek in de dubbelkorige, godsdienstige muziekpraktijk met de introductie van tremolo en pizzicato als stile concitato, de antithese van prima en seconda prattica, portamento, het waren maar enkele van de stijlkenmerken van de muziek van Monteverdi, die  verder uitgewerkt werden door zijn volgelingen. In Mantua en later in Venetië verzamelden zich rond Monteverdi, naast Salomone Rossi, Biagio Marini, Dario Castello, Francesco Cavalli, Alessandro Grandi, Tarquinio Merula of Sigismondo d’India. Zij werkten in Padua, Parma, Modena, Venetië, Ferrara, Milaan, Bologna, Mantua, Bergamo en Brescia, en werkten de canzone, ricercar en fantasia uit tot de monothematische Triosonate, Sonata da chiesa en Sonata da camera met continuo.  Dario Castello bv. speelde met zijn 2 boeken, “Sonate Concertate in Stil Moderno”, een belangrijke rol in de transitie van de traditionele canzona naar de sonate. De Bolognese violist en componist, Giovanni Battista Vitali (1632-1692), geboren in Bologna, was vice-Maestri di capella aan het hof van de familie Este in Modena. De periode tussen 1680 en 1685, was zijn meest productieve tijd. Hij publiceerde zes collecties muziek en in 1684, gepromoveerd tot maestro di capella. Hij werd opgevolgd door de opera-componist Antonio Giannettini (1648-1721) in 1686. Zijn laatste twee publicaties, Artificii Musicali, op. 13 (1689), en de postuum gepubliceerde Sonate da camera, op. 14 (1692), heeft hij waarschijnlijk gecomponeerd toen hij geen officiële positie meer bekleedde. Toch waren beide publicaties nog gewijd aan de leden van de Este familie.De muzikale interpretaties van het ensemble La Vaghezza zijn historisch geïnformeerd, en worden geleid door hun gemeenschappelijke gevoeligheid en hun zoektocht naar ‘La Vaghezza’, een esthetisch concept, dat een schoonheid beschrijft, die onmogelijk te begrijpen of te vatten is, zoals rook, iets dat niet aangeraakt kan worden maar, vluchtig en ongrijpbaar blijft. Sinds hun oprichting in 2016, heeft La Vaghezza opgetreden op Europa’s meest gewaardeerde oude-muziekfestivals en concertseries. De 5 leden zijn Ignacio Ramal en Mayah Kadish, viool, Gianluca Geremia, theorbe, Anastasia Baraviera, cello, en Marco Crosetto, klavecimbel en orgel. Warm aanbevolen.

https://lavaghezza.com

Tracklist :

Tarquinio Merula: Ballo detto Eccardo, “Canzoni overo sonate concertate per chiesa e camera”

Francesco Cavalli: Canzona a 3, “Musiche sacre”

Tarquinio Merula: Ballo detto Gennaro “Canzoni overo sonate concertate per chiesa e camera”

Marco Crosetto: Intonazione sopra Giovane donna

Andrea Gabrieli: Giovane donna sott’un verde lauro

Giovanni Battista Fontana: Sonata Settima “Sonate a 1, 2, 3 per il violin, o cornetto, fagotto.o simile altro istromento”

Salomone Rossi: Sinfonia Ottava “Varie sonate, sinfonie, gagliarde.Libro 3”

Giovanni Battista Vitali: Bergamasca “Partite sopra diverse sonate”

Dario Castello: Sonata Terza “Sonate concertate in stil moderno, Libro Primo”

Tarquinio Merula: Ballo detto Pollicio “Canzoni overo sonate concertate per chiesa e camera”

Salomone Rossi: Sinofonia Nona “Varie sonate, sinfonie, gagliarde.Libro 3”

Francesco Turini: Sonata a 3 Il Corisino “Madrigali”

Andrea Falconieri: Folias echa para mi Señora Doña Tarolilla de Carallenos “Il primo libro di canzone, sinfonie, fantasie.”

Claudio Monteverdi: Cor mio non mori ? E mori

Salomone Rossi: Sinfonia Nona “Sinfonie e gagliarde, Libro 1”Sculpting the Fabric Works by Cavalli, Merula, Vitali, Fontana, S. Rossi La Vaghezza cd Ambronay AMY313