Als Meester van de 18de-eeuwse Franse opera, componeerde Rameau drie decennia lang (1733-1764) voor het toneel. Zijn ongeveer dertig operawerken gaven veel ruimte aan de haute-contre, de kwintessens van de meeste titelrollen, Platée, Dardanus, Hippolyte, Pygmalion. Mathias Vidal, een briljante vertegenwoordiger van de haute-contre tessituur, is een van zijn belangrijkste specialisten. Hij koos fragmenten uit “Les Fêtes de Polymnie”, “Les Paladins”, “Les Indes Galantes”, “Platée”, “Naïs”, “Dardanus”, “Pigmalion”, en “Castor et Pollux”.Jean-Philippe Rameau (1683-1764) (foto) was wel een organist, de componist van “Pièces de clavecin en concerts” en “Pièces de clavecin”, en een belangrijke theoreticus (“Traité de l’harmonie réduite à ses principes naturels”), maar hij was in de eerste plaats toch een operacomponist. Hij speelde in de jaren 1752-1753, met zijn “Lettre sur la musique française”, zelfs een belangrijke rol in de buffonistenstrijd (“Querelle des Bouffons”), de discussie over het gebruik van het Italiaanse of het Frans in de opera. Zijn eerste operaballet (Ballet héroïque en un prologue et trois actes), “Les Indes galantes”, op een libretto van Louis Fuzelier (1672/1674-1752) (foto), ging in 1735, twee jaar na zijn eerste tragédie en musique, “Hippolyte en Aricie”, in de Académie royale de musique, in première. Beide opera’s kregen van de “Lullystes”, de aanhangers van de voormalige muzikale stijl, virulente kritiek te verduren, maar het duurde niet lang of de meerderheid van het publiek van de opera was verleid en gewonnen voor een van de grootste werken van het lyrisch repertoire van de 18de eeuw.Achter amoureus exotisme staken avant-gardistische filosofische en politieke ideeën, uitvergroot door glinsterende muziek, die vandaag nog steeds aanspreekt. Als Rameau pas in het tweede deel van zijn leven zijn talent voor het componeren van theatermuziek etaleerde, (zijn eerste opera ontstond toen hij al ouder was dan vijftig), dan tilde hij met zijn tweede compositie “Les Indes Galantes”, in 1753, het opera-balletgenre naar ongekende hoogten. Campra introduceerde in 1697 het genre met zijn “L’Europe galante” op een libretto van Antoine Houdar de La Motte”, Rameau componeerde een werk in vier entrées of divertimento’s, die de toeschouwer meenamen naar Perzië (“Les Fleurs”), Peruaanse Inca’s (“,Les Incas du Pérou”) naar Turkije (“Le Turc généreux”) en zelfs naar Amerikaanse inboorlingen (“Les Sauvages”), een spektakel met een overvloed aan decors en machines, maar bovenal met opmerkelijk aanstekelijke dansmuziek.Het ensemble Marguerite Louise (foto) werd genoemd naar Marguerite-Louise Couperin (1676/1679-1728), de dochter van François Couperin l’Ancien, de oom van François Couperin “Le Grand”. Volgens de beschrijving van Titon du Tillet in zijn “Le Parnasse françois”, was zij dertig jaar lang als sopraan, ‘ordinaire de la musique de Chambre du Roy’. Deze nicht van de organist van de Zonnekoning, werd door Titon du Tillet omschreven als één van de beroemdste musici van haar tijd, die “zong met een grote lichtheid van stem en een heerlijke smaak”. Ze werd in 1702 als dessus, toegelaten tot Versailles en werd een van de allereerste vrouwen die in de tribune van de koninklijke kapel zong. Zo componeerde François Couperin speciaal voor haar muziek met begeleiding van twee fluiten en een viool, zonder bas, die haar stem mooi liet uitkomen. Er zijn van Marguerite-Louise Couperin zelf echter geen composities bekend. Haar vader, François Couperin (ca1631-1708/1712), organist, klavecinist en maître de musique, was een broer van de bekendere, Louis Couperin (ca. 1626-1661), ordinaire de la musique de la chambre. Van de vier kinderen van François, werden er drie musicus, Marguerite-Louise, Marie-Anne en Nicolas. Ook van François Couperin is helaas geen muziek bekend.Na zijn studie orgel, klavecimbel en kamermuziek aan het CRR (Conservatoire à rayonnement régional) van Versailles (foto) en St-Maur-des-Fossés, trad Gaétan Jarry (foto) toe tot het CNSM in Parijs (klas van Michel Bouvard en Olivier Latry), waar hij in 2010 de orgel- en vertolkingslicentie behaalde. Hij is mede-titularis van de grote orgels van de kerk van Saint Jeanne d’Arc in Versailles en van de grote historische orgels van Saint Gervais in Parijs. In 2007 richtte hij het “Ensemble Marguerite Louise” op en sinds 2012 heeft hij de leiding van “Les Petits Chanteurs de Saint François de Versailles”. In 2015 bracht “Marguerite Louise” haar eerste cd uit, “Motets pour une Princesse” (L’Encelade) (foto), gewijd aan de zes motetten die Charpentier componeerde voor Marie de Lorraine, princesse de Joinville, duchesse de Joyeuse en duchesse de Guise, en orgelwerken van Jacques Boyvin (ca. 1653-1706), de organist-titularis van de Kathedraal van Rouen.Deze schitterende opname, die door critici zeer werd geprezen, markeerde een keerpunt voor het ensemble en plaatste het als één van de ‘meest veelbelovende van zijn generatie’. Sinds 2016 werkt Marguerite Louise, met een repertoire van religieuze muziek, kamermuziek en opera’s, regelmatig samen met het Chateau de Versailles. Het ensemble heeft ook opgetreden op het festivale Sinfonia in de Périgord, het festival voor religieuze muziek in Saint Malo, in de Cité de la Musique in Parijs, het Palazzo Farnese in Rome en in de Saint Gervais – Saint Protais kerk in de wijk Le Marais in Parijs, waar ze een seizoen wijdden aan de complete motetten van François Couperin. Het Marguerite Louise koor (foto) onderscheidde zich in de Opéra Royal de Versailles ook, samen met Tafelmusik en de Opéra Atelier de Toronto, in verschillende, lyrische producties zoals “Pygmalion” van Rameau, “Médée” en “Actéon” van M-A. Charpentier, evenals in Berlioz’ “La Damnation de Faust”, met het Orchestre les Siècles o.l.v. François-Xavier Roth. In 2017 voerde Marguerite Louise Charpentiers emblematische opera “Les Arts Florissans” uit in het kasteel van Versailles. De magistrale opname werd in september 2018 uitgebracht door het label Château de Versailles Spectacles en won 5 Diapasons, 5 étoiles Classica en Diamant d ‘Opera Magazine. Het Ensemble Marguerite Louise bestaat uit Gaétan Jarry, Cécile Achille, David Witczak, Juliette Perret, Caroline Arnaud, Virginie Thomas, David Ghilardi, François-Olivier Jean en Virgile Ancely.Nadat hij de meeste opera’s van Rameau op het podium heeft gezongen, is Mathias Vidal een duidelijk voorbeeld voor hun personages. Samen met Gaétan Jarry heeft hij een programma samengesteld met de meest oogverblindende en expressieve aria’s, waaraan scènes zijn toegevoegd die worden begeleid door een koor. De bloemlezing brengt de stralende stem van deze pijler van de Koninklijke Opera van Versailles naar voren. Voor deze gepassioneerde zanger van het Frans repertoire, om een recital op te nemen gewijd aan Pierre de Jelyotte, laat Rameau’s haute-contre, de theatraliteit van zijn muziek weerklinken tot een spannende climax. Niet te missen!Tracklist:
Accourez, jeunesse brillante (Zoroastre)
Air pour les athlètes (Castor et Pollux)
Air pour les Esclaves africains
Ballet pour les esprits infernaux (Zoroastre)
Calme des sens (Dardanus)
Cessez de ravager la terre (Naïs)
Chantons Bacchus (Platée)
Contredanse (Nais)
Dans l’objet qu’on aime, tout devient charmant ( Les Fêtes de Polymnie)
Dardanus: Chaconne from Act V
Dardanus: Tambourin I & II
Éclatez fières trompettes (Castor et Pollux)
Formons un spectacle nouveau (Platée)
Gavotte vive (Dardanus)
Hâtons-nous, courons à la gloire (Dardanus)
Il est temps de courir aux armes (Dardanus)
Jouissons, jouissons de nos beaux ans (Les Boréades)
L’amour triomphe (Pigmalion)
Lance, Amour, lance tes traits vainqueurs (Les Paladins)
Les Fêtes de Polymnie Overture
Les Fêtes de Polymnie: Air gracieux
Les Fêtes de Polymnie: Air vif
Momus, Amour, Dieu des raisins (Platée)
Où-suis je dans ces lieux! Quel dieu m’a transporté! (Dardanus)
Peuples heureux, unissez-vous à moi (Les Fêtes de Polymnie)
Que le Thyrse, règne toujours dans les plaisirs et dans la guerre (Le Temple de la gloire)
Règne Amour (Pigmalion)
Rameau Triomphant Mathias Vidal haute-contre Gaétan Jarry Marguerite Louise cd Château de Versailles Spectacles CVS039