Na het succes van “Duel” (Opera Choice in BBC Music Magazine, Disc of the Month in Opera magazine, enz.) presenteert Giuseppina Bridelli een nieuw soloproject naast Quartetto Vanvitelli (onlangs door Diapason magazine bekroond met 345 Diapasons 34 voor haar tweede opname gewijd aan Michele Mascitti’s vioolsonates), de fascinerende wereld van de Italiaanse kamercantate voor zang, basso continuo en viool solo.
Appena chiudo gli occhi (“Zodra ik mijn ogen sluit”) is de titel van een muzikale reis doorheen cantates, gecomponeerd door twee muzikale reuzen uit het begin van de 18de eeuw, Alessandro Scarlatti en Antonio Caldara, afgewisseld met een creatie van een instrumentale compositie, een Sonata da camera of Alletamento, uit 1714, van Giuseppe Valentini. De carrières van de twee componisten kruisten elkaar in 1708 in Rome, toen het hart van de muziekproductie en het patronaat, en gingen verder in twee van de belangrijkste Europese hoofdsteden, Scarlatti in Napels en Caldara in Wenen. De ongebruikelijke partituur van deze cantates getuigt van een sonore intimiteit en verscheidenheid in de keuze van klankkleuren, evenals van de grote aandacht voor individuele melodische lijnen, aspecten die zeldzamer voorkomen in werken die voor grotere formaties werden gecomponeerd.Alessandro Scarlatti werd geboren in Palermo, toen een deel van het Koninkrijk Sicilië. Hij zou een leerling van Giacomo Carissimi in Rome geweest zijn. De productie in Rome van zijn opera “Gli Equivoci nel sembiante” (1679), kreeg de steun van koningin Christina van Zweden die op dat moment in Rome woonde. Alessandro werd haar Maestro di Cappella. In 1684 werd hij kapelmeester van de onderkoning van Napels, wellicht door de invloed van zijn zuster, een operazangeres, die de minnares was van een invloedrijke Napolitaanse edelman. Boeiend. In Napels componeerde hij occasionele muziek en een reeks opera’s, opmerkelijk door hun spreekvaardigheid en expressiviteit.In 1702 verliet Scarlatti Napels en kwam niet terug tot de Spaanse overheersing werd vervangen door de Oostenrijkse. In die tijd genoot hij de bescherming van Ferdinando de Medici, voor wiens eigen theater in de buurt van Firenze hij opera’s componeerde, en van kardinaal Ottoboni, die hem tot zijn kapelmeester maakte. In 1703 kreeg Alessandro een soortgelijke functie aan de Basilica di Santa Maria Maggiore in Rome. Na een bezoek aan Venetië en Urbino in 1707, nam Scarlatti zijn ambt in Napels opnieuw op en bleef daar tot 1717. Het was daarentegen wel in het Teatro Capranica in Rome dat hij enkele van zijn mooiste opera’s (Telemaco, 1718; Marco Attilio Regolo, 1719; La Griselda, 1721) kon brengen, en het was eveneens in Rome dat hij nobele exemplaren van kerkmuziek, waaronder een mis voor koor en orkest gecomponeerd ter ere van Sint Cecilia voor kardinaal Acquaviva, componeerde. Zijn laatste grote compositie was de onvoltooid gebleven Serenata voor het huwelijk van de prins van Stigliano in 1723. Alessandro Scarlatti stierf in Napels in 1725.De Venetiaan Antonio Caldara (1670-1736) werd op jonge leeftijd koorzanger aan San Marco in Venetië, waar hij verschillende instrumenten leerde spelen. Vermoedelijk was zijn leraar er Giovanni Legrenzi. In 1699 verhuisde Caldara naar Mantua, waar hij kapelmeester werd van Karel IV, de hertog van Mantua. In 1707 verhuisde hij naar Barcelona, waar hij huiscomponist werd aan het koninklijk hof van de Spaanse troonpretendent Karel van Oostenrijk. Later verhuisde hij naar Rome en werd kapelmeester van de markies, Francesco Maria Marescotti Ruspoli (foto). Rond 1709 had de markies nl. een huisorkest met wel 80 musici. Händel woonde in 1707 en 1708 maandenlang in een van Ruspoli’s paleizen, voor wie hij meer dan vijftig cantaten componeerde. Vanaf 1716 bekleedde Caldara een soortgelijke functie in dienst van de Habsburgers in Wenen, aan het Keizerlijk Hof. Caldara had een voorkeur voor solisten (sopraan, alt, tenor en bas, twee sopranen, alt en bas, of twee sopranen, alt, tenor en bas), en componeerde zelden voor koor. Begeleid door het orkest of een dynamische basso continuo, hadden de aria’s over het algemeen de da capo-vorm en een dramatische vocale stijl, beladen met melismen, coloraturen en arioso passages, voorafgegaan door een eenvoudig recitatief. In één van zijn eerste oratoria, “Maddalena a piedi di Cristo”, gecomponeerd op een libretto van Forni, waarschijnlijk vóór 1700 in Venetië, componeerde Caldara zelfs melodieën op dansritmen. Giuseppe Valentini (1681-1753) (foto) was naast componist, ook dichter en schilder. Hij studeerde tussen 1692 en 1697 bij Giovanni Battista Bononcini in Rome, in de periode 1710 tot 1727 was hij als “Suonator di Violino, e Componitore di Musica”, werkzaam bij prins Michelangelo Caetani, en hij werd als opvolger van Corelli, directeur van het Concertino van S Luigi dei Francesi. Tijdens zijn leven werd zijn werk weliswaar overschaduwd door het werk van Vivaldi, Giovanni Mossi, Corelli en Locatelli, maar toch was zijn bijdrage aan de Italiaanse barokmuziek belangrijk. Veel van zijn werk werd trouwens gepubliceerd in heel Europa.De Italiaanse mezzosopraan, Giuseppina Bridelli, geboren in 1986 in Piacenza, begon al op zeer jonge leeftijd met het studeren van zang. Ze studeerde af aan het Conservatorium in Piacenza onder begeleiding van Maria Laura Groppi en maakte haar debuut op slechts 21-jarige leeftijd als Despina in Così fan tutte onder leiding van Diego Fasolis. Ondertussen werkte ze al met dirigenten als Z. Mehta, N. Santi, M. Mariotti, F.Luisi, A.Zedda, R.Abbado, L.G. Alarcon, R. Pichon, G. Antonini, D. Fasolis, O. Dantone, D.Oren. Vooral gewaardeerd in het barok en klassiek repertoire, werkt ze regelmatig met Cappella Mediterranea, L’arpeggiata, Il Pomo d’oro, Accademia bizantina, Europa Galante, Il Giardino Armonico, La venexiana, Ensemble pygmalion. Ze nam op met grote labels: Gasparini’s Bajazet en Porpora Cantatas (Glossa); Rota’s Mysterium (DECCA); Habanera met Elina Garanca (Deutsche Grammophon); Vivaldi’s Incoronazione di Dario (naïef); Scarlatti’s Passio secundum Ioannem (Ricercar); Stradella’s Doriclea (Arcana); Rossini’s Peches de vieillesse (Naxos), en haar eerste solo cd, Duel (Arcana 2019).Het Quartetto Vanvitelli is een Italiaanse barokgroep opgericht in 2017 door Gian Andrea Guerra, Nicola Brovelli, Luigi Accardo en Mauro Pinciaroli. Zij speelden reeds op de belangrijkste festivals van de sector zoals het Festival Monteverdi, MiTo, Ravenna Festival, Stresa Festiva, Roma Europa Festival, Echi Lontani, Regie Sinfonie, Grandezze e Meraviglie, en Anima Mundi. Het kwartet draagt bij tot het erfgoed van de barokmuziek door zich te interesseren voor onbekende muziek die nooit is gepubliceerd, en door ze op te nemen voor het prestigieus label Arcana (Outhere Music). Het werk van het kwartet is dan ook enthousiast ontvangen door de belangrijkste Europese gespecialiseerde tijdschriften (o.a. Diapason, Musica, Amadeus, BBC Music Magazine, Deutschlandfunk). Op hun cd met de sonates voor viool en basso continuo op.8 en op.9 van Michele Mascitti, (1664-1760) (foto), bv. vertolkten ze Napolitaanse muziek van het begin van de 18e eeuw in een verrassende vermenging met de Franse stijl. In 1704 vestigde Mascitti zich immers in Parijs, en verfranste zijn naam tot Michel Mascitti. In 1739 werd hij trouwens Frans staatsburger.Tracklist:
Scarlatti, A: Dove fuggo? A che penso?
Caldara: Cantata: Vicino a un rivoletto
Valentini: Allettamento da camera in D minor, Op. 8 No. 1
Caldara: Innocente cor mio
Scarlatti: Cantata Appena chiudo gli occhiAppena Chiudo Gli Occhi Cantatas for solo voice with violin Scarlatti/Caldara Giuseppina Bridelli Quartetto Vanvitelli cd ARCANA A487