Ontdek op deze cd, Latijnse motetten van de Spaanse componist, Juan Francés de Iribarren y Águeda de Echevarría (1699-1767). Giovanni Battista Pergolesi (1710-1736) (foto), die wereldberoemd werd met zijn Stabat Mater, was een belangrijke vertegenwoordiger van de Napolitaanse School en speelde een leidende rol bij de ontwikkeling van de Italiaanse opera buffa. Hij studeerde eerst in zijn geboorteplaats Jesi in de Italiaanse provincie Ancona (regio Marche), bij Francesco Santini, voor hij in 1725 naar Napels trok, om daar aan het Poveri di Gesu Cristo conservatorium (foto), o.a. bij Gaetano Greco en bij de operacomponist, Francesco Feo te studeren. Pergolesi werkte daarna vooral aan de Napolitaanse hoven maar overleed op 26!-jarige leeftijd aan tuberculose.In de late middeleeuwen was Stabat Mater een na het Alleluia of Tractus gezongen sequens, die als hymne in de Katholieke liturgie gezongen werd op de dag van het ‘Feest van de Zeven Smarten van Maria’. Het Concilie van Trente (1543-1563) besloot echter het Stabat Mater uit de liturgie te verwijderen omdat niet Bijbelse teksten als profaan werden beschouwd. In 1727 werd het weliswaar opnieuw, en dit door toedoen van Paus Benedictus XIII, een misgezang van het feest van Onze-Lieve-Vrouw van Smarten en kreeg het zijn plaats als onderdeel van de “Veertien statiën van de Kruisgang” tijdens de lijdensweek voor Pasen. Tot in de 19de eeuw componeerde bijna elke componist een Stabat Mater.Pergolesi kreeg van een broederschap van vrome adellijke leken de opdracht een nieuw Stabat Mater te componeren voor de San Luigi-kerk in Napels. Het moest dienen ter vervanging van het Stabat Mater uit 1724 van Alessandro Scarlatti, dat in het voorafgaande decennium op elke Goede Vrijdag was uitgevoerd als onderdeel van de liturgie. In navolging van Alessandro Scarlatti, koos Pergolesi voor de intieme bezetting van twee (mannelijke) solostemmen (sopraan en altus), begeleid door strijkers (twee violen en altviool) en basso continuo (cello en orgel). Zijn Stabat Mater werd het meest gedrukte muziekwerk van de 18de eeuw.Juan Francés de Iribarren y Águeda de Echevarría (1699-1767) werd op 24 maart 1699 gedoopt in de kerk van Santiago el Mayor in Sangüesa in Navarra. Hij was een koorknaap in de capilla real onder José de Torres, die hem in 1717 aanbeval voor de functie van organist in de oude kathedraal van Salamanca, waar hij 16 jaar bleef tot 1733. In 1733 werd hij tweede in de competitie voor maestro de capilla in de kathedraal van Malaga (foto), en kreeg de positie toen de winnaar, Manuel Martinez Delgado, plotseling overleed. In 1741 werd het salaris van Irribaren verhoogd om te voorkomen dat hij de functie van maestro di capella van de kathedraal van Valladolid overnam. Daarna bleef hij in Malaga tot zijn pensionering, een jaar voor zijn dood. Hij werd trouwens begraven in de kathedraal. Hij componeerde villancicos, cantatas en aria’s in het Spaans, en motetten en tal van andere religieuze werken, in het Latijn. Op deze cd staan afwisselend gezongen door Maria Espada of Carlos Mena, de motetten “Ave Maria, gratia plena”, “Ego sum panis vivus” (Motete al Santísimo), Cantata al Santísimo: I. Recitado, “Sabia extensión de afecto” – II. Area, “Qué gozoso dulce acento” (Allegro), “Ego dormivi et somnum cepi” (Motete a la Resurrección), “Te invocamus” (Motete a la Santísima Trinidad) en “Lamentación Segunda del Viernes Santo”.De Spaanse sopraan, María Espada, geboren in Mérida, studeerde zang bij o.a. Mariana You Chi en Alfredo Kraus. Ze trad op in zalen als het Konzerthaus in Wenen, de Berliner Philharmonie, het Théâtre des Champs Élysées in Parijs en Concertgebouw in Amsterdam, Palais des Beaux Arts in Brussel, Santa Cecilia in Rome, Vredenburg in Utrecht en de belangrijkste Spaanse operahuizen en concertzalen, zoals het Teatro Real in Madrid en het Liceo in Barcelona. Ze maakte opnamen voor o.a. harmonia mundi, Chandos, Glossa, Challenge en Naxos.De Spaanse contratenor en operazanger, Carlos Mena (°1971), werkte aanvankelijk als contratenor in masterclasses bij Charles Brett, om vervolgens in 1992 naar Zwitserland te verhuizen om een Diploma van Reinaissance-Barokmuziek te studeren aan de Schola Cantorum Basiliensis in Bazel. Zijn leraren hier waren Richard Levitt en René Jacobs, en hij kreeg het diploma in 1997. Zijn opera-uitvoeringen omvatten Händels Radamisto (titelrol), Monteverdi’s L’Orfeo (Speranza), Händels Il Trionfo del Tempo e del Disinganno (Disinganno) , en John Cage’s Europera 5. Zijn recital De Aeternitate (Ricercar Consort) won een Diapason d’Or in 2002. Hij heeft eerder gewerkt met groepen als Al Ayre Español, Ensemble Gilles Binchois en Ricercar Consort, en heeft interesse in het 20ste-eeuws repertoire.De Italiaanse violist en dirigent. Enrico Onofri (° 1967) (foto) geboren in Ravenna, leerde viool spelen in zijn geboorteplaats voor hij naar het conservatorium van Milaan trok. Na zijn studie klassieke viool stapte hij over op de barokviool. Reeds als student was hij eerste violist van Jordi Savall’s Capella Reial de Catalunya. Onofri werkte ook samen met de Concentus Musicus Wien, het “Concerto Italiano” en het “Ensemble Mosaiques”. Sinds 1987 is hij solist en eerste concertmeester van het ensemble Il Giardino Armonico. Sinds 2000 leidt hij het door hem opgerichte “Ensemble Imaginarium”. Als dirigent maakte hij naam met andere ensembles, waaronder de “Academia Montis Regalis” en het Portugees barokorkest, “Divino Sospiro”, waarvan hij sinds 2005 chef-dirigent is. In 2000 benoemde het Conservatorio Bellini in Palermo, Onofri tot docent barokviool. In 2011 werd hij als gasthoogleraar uitgenodigd door het Department of Historical Performance Practice aan de Juilliard School in New York. Hij heeft een uitgebreide discografie met meer dan 40 cd’s en zeven video- of dvd-filmopnamen, voornamelijk met werken van Antonio Vivaldi, waaronder de veelgeprezen “Viva Vivaldi” met Cecilia Bartoli, maar ook vroege barokmuziek uit Italië en Frankrijk, en een live-opname van de Brandenburgse concerti van Bach.
Contrafacta – Stabat Mater by Giovanni Battista Pergolesi & Motets by Juan Francés de Iribarren Maria Espada, Carlos Mena (counter-tenor) Orquesta Barroca de Sevilla Enrico Onofri cd Passacaille PAS1094