De indrukwekkende Di Martinelli-collectie, die bewaard wordt in de Katholieke Universiteit Leuven, bevat in totaal vijfenzestig handschriften en tweeëndertig prenten, waaronder een opmerkelijk handschrift met tweeëndertig laat 17de-eeuwse vioolsonates en concerto’s voor strijkersensemble, waaruit de werken op deze nieuwe cd zijn gekozen.
Drie generaties lang waren telgen van de familie Di Martinelli in het Diestse muziekleven actief: als leraar, als zangmeester, als violist in de Sint-Sulpitiuskerk. Tot het familiearchief behoort een belangrijke muziekverzameling met 65 handschriften en 32 drukken. De collectie geeft een kijk op de Diestse muziekscène van de late 17de en 18de eeuw en hoe die deel uitmaakte van het sociaal-culturele leven in zo’n provinciestad. Het gamma gaat van speelmansboekjes met melodietjes en liedjes die verwijzen naar feesten, gebeurtenissen en lokale toestanden, over eigen composities van de Di Martinelli’s en van andere Zuid-Nederlandse componisten, zoals Brehy (Brussel), Loeillet (Gent) en Kennis (Leuven), tot muziek uit Italië, Duitsland, Oostenrijk en Bohemen.De basis van de Martinelli collectie, eigenlijk een privécollectie, werd gelegd door Guillelmus-Carolus Di Martinelli (1695-1728), violist, componist en stamvader van deze muzikantenfamilie. De familie vervulde o.a. belangrijke functies in het kerkelijk muziekleven in Diest in België. Naast veel kerkelijk repertoire bevinden zich vele, dikwijls virtuoze sonates voor viool en continuo in de collectie, vermoedelijk omdat de familie veel violisten telde. Bovendien konden sonates bij allerhande situaties dienst doen. De laatste muzikale telg van de familie overleed in 1808, waarna de collectie generaties lang door de nakomelingen werd verzorgd, totdat deze aan de Leuvense Universiteit werd geschonken.Op de bundel van Bibers vioolsonates na, werden alle drukken gepubliceerd door Hendrik Aertssens in Antwerpen en door Estienne Roger in Amsterdam. De kerkmuziek in het Di Martinellifonds bestaat uit 6 missen, waaronder 1 Requiem en 31 motetten. Vijf missen zijn anoniem. Eén mis vermeldt de naam van de Nederlandse componist, Marcus Teller (periode 1715-1727). Er bevinden zich 254 instrumentale composities in het Di Martinellifonds. Het gaat hier zowel om handschriften als om drukken. Van deze werken zijn er 202 voor kleine kamermuziekgroepen zoals duo’s, vioolsonates en triosonates, o.a. Clavier-Parthien van Johann Anton Kobrich, vioolsonates van Nicola Francesco Haym (Haim) (1678-1729) en Martinello Bitti, en een bundel met 12 vioolsonates van Petrus Hercules Brehy (1673-1737). 55 andere stukken zijn voor een groter ensemble, van sonatas a 5 tot concerti grossi en symfonieën, bv. van Friedrich Schwindel (1737-1786).Op de cd staat werk van Giovanni Henrico Albicastro (pseudoniem van Johann Heinrich von Weissenburg (ca. 1660-1730)), Gian Carlo Cailò (1659-1722), Pietro Paolo Cappellini (midden 17de eeuw), Carlo Ambrogio Lonati (ca.1645-ca.1712), David Petersen (ca. 1651-na 1709), Johann Christoph Pe(t)z (1664-1716) en Johann Heinrich Schmelzer (1620/1623-1680) (foto). In het handschrift zijn technisch uitdagende stukken van verschillende herkomst verzameld, waarbij drie regionale zwaartepunten kunnen worden vastgesteld, componisten van Vlaamse-Nederlandse afkomst (Petersen, Goor), componisten uit Zuid-Duitse/Habsburgse regio’s (Albicastro, Schmelzer, Pez, Wentzely, Finger en Biber), en verschillende Italiaanse componisten (Cailo, Lonati, Capellini).Alle musici op deze opname hebben gestudeerd aan de Schola Cantorum Basiliensis (foto) en vertegenwoordigen een nieuwe generatie op het gebied van historische muziekpraktijk, een generatie die een hoog technisch meesterschap combineert met nieuwsgierigheid naar de historische grondbeginselen en plezier in experimenteren.Eva Saladin (foto), van Zwitsers-Nederlandse afkomst, is een freelance musicus gevestigd in Basel, Zwitserland. Aan het Conservatorium van Amsterdam behaalde ze haar Bachelor vioolstudie bij Kees Koelmans (cum laude), Masterstudie viool bij Kees Koelmans en barokviool bij Lucy van Dael. Bijkomend onderwijs kreeg ze van Alfredo Bernardini, Richard Egarr en Viola de Hoog.Aan de Schola Cantorum Basiliensis in Zwitserland volgde ze Masterstudies barokviool bij Leila Schayegh (summa cum laude) en Minor studies historische improvisatie bij Rudolf Lutz. Aanvullende lessen kreeg ze van David Plantier, Amandine Beyer, Christophe Coin, Kristian Bezuidenhout. Eva Saladin is inmiddels een van de meest gerenommeerde vertegenwoordigers van haar generatie op de barokviool. Ze speelt solorecitals en speelt met kamermuziekensembles en orkesten in heel Europa, ze heeft een brede kennis van stijl en speeltechnieken van het begin van de 17de – tot het begin van de 19de eeuw, en ze is een ervaren leider (met of zonder dirigent) en een bekwaam improvisator. In 2020/2021 is ze artist in residence op het Festival Oude Muziek Utrecht. Het basso continuo-team (Johannes Keller, Sebastian Wienand en Daniel Rosin), dat haar op deze cd vervoegt, omvat het gebruik van twee klavecimbels, een praktijk die fascinerende mogelijkheden biedt op het gebied van klank en harmonische en figuratieve uitwerking. Een aanrader.Tracklist:
Pez: Violin Sonata No. 30 in G minor
Cailò: Violin Sonata No. 3 in A major
Albicastro: Violin Sonata No. 21 in D minor
Schmelzer: Violin Sonata No. 20 in B minor
Lonati: Violin Sonata No. 8 in G minor
Cappellini: Violin Sonata No. 24 in B major
Petersen: SpeelstukkenThe Di Martinelli Manuscript Violin Sonatas of the Late 17th century Eva Saladin Johannes Keller Sebastian Wienand Daniel Rosi cd Glossa/Schola Cantorum Basiliensis GCD922521