De talentvolle, jonge violist Saténik Khourdoïan, wisselt tussen soliste en concertmeester en maakt hier haar opnamedebuut in een prachtig programma met het Symfonieorkest van de Munt o.l.v. de veelgeprezen dirigent Alain Altinoglu. Op de cd staan Tsjaikofski’s Vioolconcerto in D, op. 35, Pas de deux en Danse Russe uit Zwanenmeer, op. 20, en de Valse sentimentale, het zesde van Tsjaikofski’s Six morceaux voor piano solo, op. 51, uit 1882.De vurig romantische componist Pjotr Iljitsj Tsjaikovski is misschien het meest bekend bij het breed publiek vanwege zijn ballet ‘Zwanenmeer’, maar ook vanwege zijn concertante werken. Zijn Vioolconcerto, beschouwd als een van de meest virtuoze en een van de meest uitgevoerde over de hele wereld, werd gecomponeerd in een tijd dat hij hals over kop verliefd was op een van zijn studenten, Iosif Kotek, aan wie hij het werk oorspronkelijk wilde opdragen. Het ballet ‘Zwanenmeer’ bevat enkele van de mooiste stukken ooit gecomponeerd voor viool, waarvan sommige zijn geselecteerd voor deze magnifieke cd. Als toegift na deze twee grote werken verruilt de dirigent zijn dirigeerstokje voor de piano en sluit hij zich aan bij de soliste in de nostalgische droom van de Valse Sentimentale, het eerste van Tsjaikofski’s Six morceaux, oorspronkelijk voor piano solo, op. 51, uit 1882.Tsjaikofski componeerde zijn Vioolconcerto in Clarens (foto), aan het Meer van Genève. Hij woonde hier om te herstellen van de mentale gevolgen van een desastreus huwelijk met Antonia Ivanovna Miljoekova. De violist en vroegere leerling van hem, Josif Kotek, kwam bij hem logeren. Koteks aanwezigheid en het Zwitsers landschap, inspireerden Tsjaikovski om een vioolconcerto te componeren. Samen met Kotek speelde hij nl. een grote selectie uit het vioolrepertoire, in het bijzonder de Symphonie espagnole van Edouard Lalo, een werk dat hem blijkbaar mede inspireerde tot het componeren van het vioolconcerto. Binnen twee weken, op 11 april 1878, was de compositie gereed. Een eerste versie van het Andante verving hij weliswaar door de canzonetta, zoals we die nu kennen. Hij besloot twee andere stukken voor viool toe te voegen aan het oorspronkelijk Andante, dat omgedoopt werd tot “Méditation”, en deze 3 stukken werden “Souvenir d’un lieu cher”, op. 42.De eerste uitvoering van het Vioolconcerto was gepland voor maart 1879, voor een concert van de Russische Muziekvereniging in Sint-Petersburg, uitgevoerd door de Joods-Hongaarse violist, Leopold Auer (1845-1930) (foto). Maar Auer verklaarde dat het te moeilijk was, en de uitvoering van het concerto ging niet door. Ook pogingen van Iosif Kotek en Emile Sauret, een gewezen leerling van Charles de Bériot en Henri Vieuxtemps, om het concerto in Moskou te spelen, mislukten. Het concerto kreeg een reputatie als onspeelbaar en niemand wou het uitvoeren. Lepold Auer veranderde later compleet van mening en het concerto is sindsdien razend populair geworden. In 1893 plaatste Auer het werk op zijn repertoire, maar wijzigde daarbij wel bepaalde passages. Auer was nota bene de leraar van o.a. Nathan Milstein, Mischa Elman en Jascha Heifetz! Het werk werd naar verluidt voor het eerst uitgevoerd in 1879, in de versie voor viool met piano, in New York, door de violist, Leopold Damrosch. Tsjaikofski had zijn vioolconcerto nl. in 1878, ook meteen voor viool met pianobegeleiding gearrangeerd.In Europa, en later in Rusland, was de joodse violist, Adolph Brodsky (1851-1929) (foto’s), de eerste uitvoerder en dé pleitbezorger van het werk. Brodsky had nl. reeds Tsjaikofski’s Sérénade mélancolique in Moskou in 1876, in première gespeeld. Verrukt door dit nieuw vioolconcerto, introduceerde Brodsky het op zijn fenomenale Guarnerius in Wenen, tijdens een speciale Novitätenprobe, o.l.v. Hans Richter. Na de voorbereidende hoorzitting werd het werk tijdens het derde abonnementsconcert van de Philharmonic Society, eind november, begin december 1881, goedgekeurd voor uitvoering. Het succes was sensationeel, ondanks een ongunstige ontvangst door een deel van het publiek. Ook de critici gedroegen zich vijandig tegenover het werk.Eduard Hanslick, de gezaghebbende, Weense muziekcriticus, meende zelfs ‘een kwade geur’ te merken, en vroeg zich af, of Brodsky zichzelf niet had gemarteld bij het spelen van zo’n stuk. Qua spel en techniek wordt er inderdaad het uiterste van de solist gevergd. Niettemin trok het concerto veel aandacht en Brodsky kreeg aanbiedingen voor concerten in het volgende seizoen. De internationale status van het concerto werd bevestigd door de uitvoering door Adolph Brodsky in Londen, tijdens een “Richter Concert” in de Saint James’s Hall in 1882. In Rusland werd het vioolconcerto voor het eerst uitgevoerd in augustus 1882, tijdens het zesde concert van de kunst- en industriële tentoonstelling, door Adolph Brodsky, onder leiding van Ippolit Altani, waar het een uitzonderlijk groot succes had.Het idee voor de 6 pianostukken op. 51, kwam van Nikolay Bernard, de redacteur van het tijdschrift, “Nuvellist”, in Sint-Petersburg. In januari 1882 stuurde Bernard nl. een brief naar Tsjaikofski met het verzoek om voor “Nuvellist”, op verzoek van de abonnees, zes stukken voor piano te willen componeren. Als hij het ermee eens was, zouden er vier de titels Nocturne, Dromen, Salonwals en Russische Dans moeten hebben. Tsjaikofski was echter gebonden aan een overeenkomst met zijn uitgever, Pyotr Jurgenson (foto), die het alleenrecht had om zijn werken te publiceren. Als Tsjaikofski de stukken voor “Nuvellist” zou componeren, zou dit in strijd zijn met de voorwaarden van die overeenkomst. Tsjaikofski vervulde zijn opdracht pas eind augustus/begin september. Alle stukken werden uiteindelijk in november 1882 door Jurgenson gepubliceerd. Van de door Nikolay Bernard voorgestelde titels behield Tsjaikofski er slechts één, Valse de Salon, dat oorspronkelijk als eerste nummer werd gepubliceerd.Elk van de stukken werd opgedragen aan een andere persoon. De hier opgenomen Valse sentimentale (nr. 6), werd opgedragen aan de Franse kinderopvoedster, Emma Ivanovna Zhenton (foto), de gouvernante van de kinderen van zijn vriend, de advocaat, Nikolay Kondratyev (foto) en zijn vrouw Mariya, op hun landgoed in Nizy, in de buurt van Charkov, waar Tsjaikofski vaak kwam. Daar werkte hij ook aan zijn opera’s “Oprichnik” ( 1870-1872 ) en “Vakula de smid” (1874), zijn 3de Symfonie (1875), en aan zijn Gids voor de praktische studie van harmonie (1871). “Rêverie du soir”, het eerste nummer van zijn Six Pieces, op. 19 (1873), droeg hij op aan Nikolay Kondratyev. Tsjaikofski was al altijd dol op Kondratyevs dochter, Nadezhda, die hij als klein meisje voor het eerst had ontmoet en die hij sindsdien “Dinochka” noemde. In 1893 zou hij nog een van zijn laatste pianostukken, zijn “Valse-bluette” (nr. 11 van de 18 Stukken, op. 72), aan haar opdragen. Nadezhda schreef trouwens enkele opmerkelijke herinneringen neer over Tsjaikofski, waarbij ze zijn verblijf op hun landgoed in Nizy in de jaren 1870, beschreef. Ze schreef o.a. “voor mijn vader was er geen dierbaarder persoon en betere vriend op de hele wereld, dan Pjotr Iljitsj.”Na te zijn opgeleid door de Frans-Armeense violist en vioolpedagoog, Jean Ter-Merguerian (1935-2015) (foto), een gewezen leerling van David Oistrakh, aan het Conservatorium van Marseille, studeerde Saténik Khourdoïan (foto) aan het Conservatoire Supérieur de Musique in Parijs, bij Jean-Jacques Kantorow. De jonge violiste won in november 2008 de vierde Prijs op de Long Thibaud Wedstrijd en drie speciale prijzen (Publiek, SACEM en Gaby Pasquier Prijs). In februari 2008 ontving ze een tweede prijs op de YCA New York en werd ze in 2006, de winnares van de Aram Khtachatourian-wedstrijd in Yerevan. Saténik Khourdoïan werd in 2009,”Classic Revelation of Adami 2009″ en is laureate van de Banque Populaire Group Corporate Foundation. Ze bespeelt een Carlo Tononi-viool en is sedert 2013, concertmeester van het Orkest van de Munt/Orchestre Symphonique de la Monnaie, in Brussel.De Franse dirigent, Alain Altinoglu (°1975), de zoon van een pianiste en een vader docent aan het Conservatorium van Istanboel, afkomstig van een Armeense familie uit Kütahya, werd geboren in Parijs nadat zijn ouders in 1971 Turkije hadden verlaten. Zelf studeerde hij aan het Conservatoire national supérieur de musique et de danse in Parijs. Hij bleef aan de prestigieuze instelling verbonden en geeft er bijna tien jaar les, met name hoogleraar vocaal ensemble. Hij is sinds 2014 ook hoogleraar orkestdirectie. Ondertussen dirigeerde hij vele orkesten als gastdirigent en werkte met operagezelschappen als de Metropolitan Opera van New York, de Opéra national de Paris, het Royal Opera House Covent Garden, de Wiener Staatsoper, de Lyric Opera of Chicago, het Teatro Colón, de Staatsoper Unter den Linden of de Bayerische Staatsoper. Alain Altinoglu werd in januari 2016, muzikaal directeur van de Koninklijke Muntschouwburg van Brussel.Tchaikovski Works for violin and orchestra Saténik Khourdoïan La Monnaie Symphony Orchestra Alain Altinoglu cd Fuga Libera FUG774