Dit jaar viert het nieuwe Bayreuth Festival, dat na de Tweede Wereldoorlog op 30 juli 1951 hervat werd met een Parsifal-productie van Wieland Wagner, zijn 70ste verjaardag. Anno Mungen belicht de donkerste jaren van Bayreuth en het samenspel tussen oorlog en kunst, tussen politiek en het meedogenloos streven naar succes.Wieland Wagner (1917-1966), kleinzoon van Richard Wagner en zoon van Hitlers bewonderaars Siegfried en Winifred Wagner, speelde een beslissende rol in de intensieve band tussen Bayreuth en het nationaalsocialisme en is tot op de dag van vandaag niet behandeld. Hitler promootte zijn carrière en Wagner volgde strategisch en stilistisch de principes van het nationaalsocialisme om het management van het Bayreuth-festival over te nemen. In de jonge Bondsrepubliek Duitsland bereikte hij eindelijk zijn doel: in 1951 werd hij samen met zijn broer Wolfgang directeur van het nieuw opgerichte festival. Anno Mungen kijkt nu voor het eerst naar de artistieke activiteit van Wieland Wagner vóór 1951 en onderzoekt uitgebreid de depolitisering van het Bayreuth-festival in de jonge Bondsrepubliek, waardoor Wieland Wagner zijn eigen schuld niet onder ogen kon zien.Wieland was een geboren theaterkunstenaar. Voor “Der Bärenhäuter”, een opera naar het sprookje van de gebroeders Grimm uit 1899, van zijn vader Siegfried, ontwierp hij in 1936, reeds op 18-jarige leeftijd, het decor. In 1937 volgde zijn decorontwerp voor de nieuwe productie van “Parsifal” in Bayreuth. In 1943 ontwierp hij het decor voor “Die Walküre” in Neurenberg. Deze productie regisseerde hij ook. In het Landestheater van Altenburg in Thüringen regisseerde Wieland in de jaren 1934-1944 “Die Walküre”, “Siegfried” en “Götterdämmerung” en ontwierp ook de decors en de kostuums. Winifred Wagners nauwe vriendschap met Hitler betekende dat haar zoon Wieland als tiener en jongeman, Hitler kende als “Oom Wolf”. In 1933 werd hij lid van de Hitlerjugend en in 1938 trad Wieland op persoonlijke aandrang van Hitler toe tot de Nazipartij. Tijdens de zogenaamde “Kriegsfestspiele” van 1943-1944 ontwierp hij de podiumdecoratie voor de “Meistersinger von Nürnberg”, toen de enige Wagner-opera in Bayreuth. Aan deze productie werkten het Festivalkoor Hitlerjugend, de Bund Deutscher Mädel en mannen van de SS-Standarte Wiking mee.Van september 1944 tot april 1945 was Wieland verbonden aan het “Institut für physikalische Forschung” in Bayreuth, opgericht door zijn zwager, de SS officier Bodo Lafferentz. Het instituut stond in verbinding met het concentratiekamp Flossenbürg, gewijd aan onderzoek en ontwikkeling van een verbeterd begeleidingssysteem van de V-2 raket. (In Flossenbürg werd de theoloog Dietrich Bonnhoeffer vermoord.) Door zijn activiteiten aan het instituut kon Wieland voorkomen dat hij tot de Wehrmacht werd opgeroepen en naar het front moest. In het instituut bouwde hij modellen van podiumsetjes en ontwikkelde hij nieuwe podiumverlichting met behulp van de gevangene Hans Imhof, een elektrotechnicus. Bij zijn verhoor in Bayreuth, in december 1948, werd Wieland geclassificeerd als “Mitläufer”.Met de hervatting van de “Bayreuther Festspiele” in 1951, begon de belangrijkste periode van “Nieuw Bayreuth”, gedomineerd door het minimalistisch Regietheater van Wieland Wagner. Met zijn revolutionaire Wagner producties en vooral door zijn gedurfde, visionaire beeldtaal met bijzondere lichteffecten, beïnvloed door de architect en decorontwerper Adolphe Appia (1862-1928), creëerde hij een totaal nieuwe stijl in de geest van de oude Griekse tragedies. De producties van Wieland Wagner trokken internationale aandacht. Zelfs buiten Bayreuth hervormde hij met zijn nieuwe interpretaties van “Aida” en “Othello”, “Elektra” en “Salome” van Richard Strauss, “Lulu” en “Wozzeck” van Alban Berg, “Carmen”, “Antigone” en het “Osterspiel” (1956) van Carl Orff, het muziektheater.Wieland Wagner was een theaterman en regisseur die tot op de dag van vandaag gevierd wordt, zonder hem zou de kunstvorm van opera in Duitsland niet zijn wat het geworden is. Hij ontwikkelde zijn vroege carrière in een dictatuur waarin oorlog en kunst elkaar de hand schudden. Adolf Hitler cultiveerde een uitgesproken passie voor opera, Richard Wagners Bayreuth en het idee van het totale kunstwerk. In de zomer van 1925 beleefde Hitler zijn eerste Bayreuth Götterdämmerung. Wolf, zoals de kinderen Hitler noemen, maakt nu deel uit van de clan, een oom van vaderskant die een vervangende vader werd vanaf 1930, het jaar waarin Siegfried Wagner stierf. Moeder Winifred hield vurige toespraken over hem.In 1945 lag Bayreuth in puin, maar Wieland Wagner was in 1951 weer actief als regisseur en vond samen met zijn broer Wolfgang, de formule “Neubayreuth”. Zoals zijn dochter Nike Wagner in 2010 schreef, wordt Wieland Wagner terecht beschouwd als de “voorvader” van het regietheater. Richard Wagners kleinzoon en zijn broer Wolfgang leidden de Bayreuther Festspiele van 1951 tot 1966, het jaar dat hij overleed.
De theaterwetenschapper, Prof.dr. Anno Mungen (°1961), geboren in Keulen, is hoogleraar muziektheater aan de Universiteit van Bayreuth en hoofd van het onderzoeksinstituut voor muziektheater in Thurnau. Zijn belangrijkste focus: Opera 18e-20ste eeuw (vooral: Wilhelmine Schröder-Devrient), muziek en film, maar ook opera en politiek. Hij schreef o.a. “Mitten im Leben. Musiktheater von der Oper zur Everyday-Performance mit Musik” en “Das Wagner-Lexikon”.Anno Mungen Hier gilt’s der Kunst, Wieland Wagner 1941-1945 Duits 158 bladz. uitg. Westend ISBN 978-3-86489-329-2