Richard Flury (1896-1967) was een Zwitserse dirigent en componist. Hij componeerde o.a. 4 opera’s, 7 symfonieën, 4 vioolconcerti en 2 pianoconcerti, en tal van kamermuziek. Ontdek op deze 2 cd’s zijn magnifieke muziek o.l.v. de Engelse dirigent, Paul Mann.Na de middelbare school in Solothurn (Zwitserland) studeerde Flury musicologie, kunstgeschiedenis en filosofie aan de universiteiten van Bazel, Bern en Genève. Aan de plaatselijke conservatoria volgde hij vioolles bij Fritz Hirt, Alphonse Brun en Paul Miche en studeerde compositie bij Hans Huber, contrapunt bij Ernst Kurth en instrumentatie bij Joseph Lauber. Aan het einde van zijn studie, werkte hij samen met de componist, Joseph Marx in Wenen, en volgde hij een dirigeercursus bij Felix Weingartner in Bazel. Flury werkte vervolgens van 1919 tot 1937 als vioolleraar aan de Stedelijke Muziekschool en van 1930 tot 1961 aan de Kantonnale School in Solothurn. Dertig jaar lang dirigeerde hij het Solothurn City Orchestra (1919-1949) en een paar jaar het Academisch Orkest (1923-1926) in Zürich, het gemengd koor “Harmonie” in Bern, en de Musikverein Harmonie Gerlafingen. Als gastdirigent dirigeerde hij abonnementsconcerten in Bern en Bazel en werkte af en toe in de radiostudio’s in Zürich en Lugano, waar hij vooral zijn eigen werken dirigeerde.Als componist was Flury geworteld in de neoromantische traditie en vond hij zijn persoonlijke stijl in de fantasierijke harmonie en de ritmische ontwikkeling van zijn werken. In zijn kleurrijke orkestwerken, zijn er ook impressionistische trekken die de grenzen van de tonaliteit verleggen. Het belang van Richard Flury werd erkend door vele prominente musici van zijn tijd, onder wie Wilhelm Backhaus, Joseph Bovet, Paul Burkhard, Pablo Casals, Alfred Cortot, Émile Jaques- Dalcroze en Gustave Doret, Walter Gieseking, Georg Kulenkampff, Franz Lehár, Hermann Scherchen, Othmar Schoeck, Richard Strauss, Joseph Szigeti en Felix Weingartner, die Flury’s Carnavalssymfonie dirigeerden in Bazel. Deze werden ook uitgevoerd in verschillende muziekcentra in Europa. In 1964 ontving Richard Flury de Solothurn Art Prize. Zijn zoon is de componist, Urs Joseph Flury (°1941).“De magische Spiegel”, een ballet uit 1954, vertelt een pantomime-verhaal over flirt, bedrog, magische spreuken en verderf, maar is geen puriteins moraliteitsspel. Door het gebruik van de eerder beperkte middelen van een kamerorkest, toverde Flury met een verrassend krachtig effect, een heerlijke reeks dansen, walsen, een heuse czardas, een bolero e.a., in een goed gehumeurde opeenvolging. En achter zijn onschuldige titel, verbergt de “Kleine Ballettmusik” van 30 jaar eerder, een drijvende dans-suite, getoonzet met gevoel voor kleur, dat goed gestaan zou hebben in Hollywood. Deze opname werd gemaakt door Paul Mann en het Neurenberg Symfonie Orkest, die verantwoordelijk was voor een ‘pulserende’ opname van Richard Flury’s éénakter, “Eine florentinische Tragödie” (foto).Op het tweede volume met orkestmuziek van de Zwitserse componist, staan werken uit zijn hele carrière. Een Suite ontleend aan een vroeg Festspiel, “5 Orchesterstücke aus dem Festspiel, Der Scholle treu” (1935) (orch. Edouard Favre (1935) en Paul Mann (2021)), begint met een Elgariaanse mars en gaat verder met een mix van charme en inhoud. Flury was een begenadigd violist, en zijn Derde Vioolconcerto (1943-1944), gecomponeerd tijdens de Tweede Wereldoorlog, (net als de caprices, hier uitgevoerd door Alexandre Dubach), is even virtuoos als lyrisch. De vier late Caprices voor viool en orkest (1966-1967) vormen een concertante serenade. Eén van zijn allerlaatste stukken, Andante sostenuto (1967), uit een Suite die hij niet kon voltooien, was een duister en ontroerend eerbetoon aan een bevriende musicus. De laatromantisch getinte muziek is onderhoudend, door en door gevarieerd en steeds kernachtig vormgegeven, zodat ze als degelijk gecomponeerde orkestmuziek, overtuigt. Paul Mann, met het onberispelijk presterend Neurenbergs Symfonie Orkest en het Liepāja Symphony Orchestra, heeft het juiste gevoel voor geslaagde, dramaturgische aanknopingspunten.De Zwitserse violist, Alexandre Dubach (°1955) uit Thun, begon op 7-jarige leeftijd viool te studeren bij Elisabeth Schöni. Binnen twee jaar won hij het Concours National van de EXPO van 1964 in Lausanne, gevolgd door optredens op televisie en radio in heel Zwitserland. Hij studeerde verder bij Eva Zurbrügg, Ulrich Lehmann, Yehudi Menuhin, Nathan Milstein, Magda Lavanchy en Salvatore Accardo. Op 15 jarige leeftijd gaf hij zijn eerste optreden van Mendelssohns Vioolconcert met Armin Jordan en het Tonhalle Orchester Zürich, waar hij regelmatig terugkeerde als solist en in 1981-1985 ook als dirigent. Op 16-jarige leeftijd won hij de Migros studieprijs en voltooide hij zijn studie aan het Conservatorium in Fribourg “summa cum laude”. Zijn talent werd erkend op internationale wedstrijden, waaronder Senigallia, Sion, Wenen, Napels, Gernsbach, Freiburg en Vercelli, waar hij 1e prijzen won, waaronder de felbegeerde “Premio Rodolfo Lipizer” in het italiaanse Gorizia. In 2000 kende de stad Thun hem hun cultuurprijs toe.In 2007 speelde Dubach de Zwitserse, nationale première van Niccolò Paganini ’s Derde Vioolconcerto. Zijn Claves-opname van Paganini’s 6 vioolconcerti met het Orchestre Philharmonique de Monte Carlo heeft veel bijval gekregen, waaronder een vermelding in Joachim Hartnack’s Great Violinists of our Time. Alexandre Dubach heeft lesgegeven in Castel del Monte, Zürich (bij de masterclasses na A. Grumiaux en N. Milstein), Delémont en Sion en is ook een veelgevraagd docent in Oost-Europa. In 2012 werd gemeld dat hij een waardevolle Stradivarius-viool, die hij had geleend van de bevriende eigenaar, achter gelaten had in de trein, toen hij terugkeerde van een lange concertavond. De viool werd teruggegeven door de vinder…Paul Mann (°1965) (foto) heeft naam gemaakt als een van de meest getalenteerde onder de jongere, Britse dirigenten. Hij volgde een opleiding in Engeland als pianist en dirigent en won in 1998 de Donatella Flick Conducting Competition. De prijs opende alle deuren voor hem bij gerenommeerde orkesten in Engeland, de VS, Europa, Japan, Australië en Zuid-Amerika. In 2005 werd hij chef-dirigent van het Odense Symphony Orchestra en dirigeerde hij o.a. het London Symphony Orchestra, het Halle Orchestra, het Royal Philharmonic Orchestra, het Orchestra Internazionale d’Italia, de New Japan Philharmonic, Norwegian Opera, de Norwegian Radio Symphony Orchestra, het Fresno Philharmonic, het City of Birmingham Symphony Orchestra. Ook treedt hij regelmatig op als gastdirigent bij het New York City Ballet. Hij heeft opnames gemaakt met het English Chamber Orchestra en het London Symphony Orchestra voor Decca en Warner Classics. Paul Mann was tot 2008 chef-dirigent van het Odense Symfonie Orkest in Denemarken, waar hij veel lovende kritieken kreeg en waar hij een indrukwekkende carrière begon in de opnamestudio, waarbij hij talloze opnames maakte van een breed repertoire, voor labels als Bridge, Warner Classics, Da Capo en EMI. Zijn discografie voor Toccata Classics omvat nu bijna 20 cd’s, alle met een zeldzaam en niet eerder opgenomen repertoire, waarvan een groot deel werd uitgevoerd in zijn eigen, nieuw voorbereide edities. Een topmusicus!Richard Flury Der magische Spiegel, Ballett in three scenes & Kleine Ballettmusik Nuremberg Symphony Orchestra Paul Mann cd Toccata Classics TOCC0552Richard Flury Orchestral music Volume One Alexandre Dubach Liepāja Symphony Orchestra Paul Mann cd Toccata TOCC0601