Ontdek op deze cd liederen van Joseph Haydn. Met haar lichte sopraanstem en met de steun van Pierre Gallon, die afwisselend een klavecimbel en een pianoforte bespeelt, charmeert Alice Foccroule nl. met de frisheid en bevallige lichtheid waar Haydns liederen om vragen. De teksten/gedichten kan u volgen in het bijbehorend boekje.Midden 18de eeuw ontstond de eerste Berlijnse Liedschool rond Carl Philipp Emanuel Bach, een groep componisten die uitging van het principe dat alles eenvoudig moest zijn (te vergelijken met Glucks “Reformoper”). Het klavier werd ondergeschikt. In de 2e helft van de 18de eeuw ontstond de tweede Berlijnse liedschool. Ook hun motto was eenvoud. Ze stonden onder grote invloed van het volkslied en er werd veel gebruikgemaakt van teksten van Goethe en Schiller. Het klavier als begeleidingsinstrument werd belangrijk. Het lied was de meest originele en de eenvoudigste vorm van poëzie, waarin het menselijk gevoel in zijn stemmingen en relaties een pure en intense uitdrukking vond. De volkse ballade was in de middeleeuwen een episch en strofisch lied uit ridderlijke kringen, dat later volksgoed werd. Het woord “volkslied” kwam van Johann Gottfried (von) Herder (1744-1803) (foto), die aldus, termen als “Gassenhauer”, “Bauerngesang” en “Cantio rusticalis” verving. In het volkslied was een zingbare melodie een essentiële voorwaarde, opdat iedereen het kon zingen zonder speciale, vocale opleiding. De in 1778 door Herder uitgegeven verzameling “Stimmen der Völker in Liedern“, richtte de aandacht voor het eerst op het volkslied in Europa. Vanaf het begin van de vroeg romantiek werd het volkslied beschouwd als de weerspiegeling van de “nationale geest”, samengevat in beroemde collecties (o.a. Achim von Arnims en Clemens Brentano’s, “Des Knaben Wunderhorn”, 1806). Het volkslied werd vanwege zijn strofische vorm en de pakkende melodie, gezien als een ideaal soort liedvorm. Door Franz Schubert werd het (solo) lied een complexere kunstvorm, die rond 1830 leidde tot een splitsing in ernstige en vermakelijke liedvormen.Ook Joseph Haydn (foto) componeerde liederen. Deze werden tussen 1781 en 1783, uitgegeven als “Lieder für das Klavier”. Van hem kennen we Duitse (“24 Deutsche Lieder”) en Engelse liederen (“12 Englische Lieder”) (Hob. XXVI), 2- 3- tot 4- stemmige liederen (Ho. XXV), en heerlijke arrangementen van volksliederen (Hob. XXI). Tussen 1791 en 1804 arrangeerde Haydn nl. wel 400 traditionele liederen voor uitgevers in Schotland en Engeland. De meeste waren Schots (naast enkele liederen uit Wales), en de meest voorkomende bezetting was voor stem- en pianotrio. Daarnaast was Haydn indirect de componist van de melodie van het huidig Duits volkslied, “Das Lied der Deutschen”, op de melodie, die hij oorspronkelijk had opgedragen aan keizer Frans II, bekend als de “Kaiserhymne”.Van de Weense klassieke school was Joseph Haydn de componist die het dichtst bij de volksmuziek stond. Ten eerste omdat hij zijn vroege jaren op het platteland doorbracht, maar ook omdat Haydn, in tegenstelling tot zijn collega’s die in de stedelijke centra van de Habsburgse monarchie werkten, gedurende zijn hele leven in contact kwam met Kroaten, Roma en Hongaren. Deze invloeden “Alla zingarese” waren tot grote vreugde van Prins Nikolaus I Esterházy en zijn gasten, alom tegenwoordig in zijn muziek. Het openingsthema van de finale van zijn Symfonie nr. 104 (de “London” Symphony) bv., was oorspronkelijk het Kroatisch, traditioneel lied, “Oj, Jelena, Jelena, jabuka zelena”. De finale van de “Drumroll”/Mit dem Paukenwirbel Symfonie no. 103 opende san weer met als thema, het Kroatisch volksliedje, “Divojčica potok gazi”. De oorspronkelijk, Kroatische melodie “Stal se jesem” uit Međimurska županija, werd… ”Gott erhalte Franz den Kaiser”. De liederen van Haydn, die hier zijn opgenomen, zijn liederen op teksten van Christiana Mariana von Ziegler, Christian Felix Weisse, Johann Georg Jacobi, Gotthold Ephraim Lessing, Philipp Georg Bader, Johann Joachim Eschenburg, Johann Nikolaus Götz, Sir Charles Sedley (vertaald door Herder), Johann Wilhelm Ludwig Gleim, Gottlieb von Leon en Johann Martin Miller. Ontdekkingen!De Belgische sopraan, Alice Foccroulle (°1985), de dochter van de organist Bernard Foccroulle, toonde al heel vroeg een grote interesse in muziek en meer in het bijzonder in zang. Op zevenjarige leeftijd trad ze toe tot het kinderkoor van het Théâtre Royal de la Monnaie (Muntopera). Ze volgde zangtechnieklessen bij de Deense lerares Susanna Eken. Na twee jaar kunstgeschiedenis en musicologie te hebben gestudeerd aan de Université Libre de Bruxelles, studeerde ze af aan de Musikhochschule.van Keulen bij Joseph Protschka en Christoph Prégardien. Haar interesse in barokmuziek bracht haar ertoe samen te werken met gespecialiseerde ensembles, met name het Collegium Vocale (Ph. Herreweghe), Pygmalion (Raphaël Pichon), InAlto (Lambert Colson), Utopia, Vox Luminis (Lionel Meunier), Scherzi Musicali (Nicolas Achten), La Fenice (Jean Tubéry), het Namur Chamber Choir (LG Alarcòn), Akâdemia (Françoise Lasserre), ensembles waarmee ze als ensemble of als solist optreedt op verschillende podia en festivals over de hele wereld.Naast haar passie voor oude muziek toont Alice Foccroulle een grote interesse voor hedendaagse muziek. Ze nam deel aan de wereldpremière van Kris Defoorts opera “House of the Sleeping Beauties” in de Munt en de uitvoering ervan in verschillende Europese operahuizen onder leiding van Patrick Davin en aan een productie van Guy Cassiers (CD Fuga Libera, 2009). de rol van “Het jongste meisje” bij de totstandkoming van de opera “Au Monde” van Philippe Boesmans in de Koninklijke Muntschouwburg in Brussel in april 2014. Ze creëerde het oratorium E vidi quatro stelle van Bernard Foccroulle in Bozar (Brussel) in september 2017.Met het ensemble InAlto nam ze een cd op, gewijd aan J.H. Schein, uitgebracht in januari 2015 voor het label Ramée en in 2016 werd hun opname Schütz and his legacy (Passacaille) geprezen door internationale critici, ze ontvingen onder meer de Diapason d’or Découverte, Diapason de année 2017 en de Choc Classica. Voor Ricercar nam ze deel aan de opname Frescobaldi van Bernard Foccroulle, uitgebracht in april 2017. De klavecinist, Pierre Gallon (foto), groeide op in een huis dat overspoeld werd met allerlei soorten instrumenten en hem een grenzeloze speelplaats bood. Toen hij tien was, realiseerde hij zich dat het klavecimbel de beste manier was om zich uit te drukken. Bibiane Lapointe en Thierry Maeder namen hem mee naar het Conservatoire National Supérieur de Musique in Parijs, voor de lessen Oude Muziek van Olivier Baumont en Blandine Rannou. Hij vertrok in 2010 met twee eerste prijzen met de hoogste onderscheiding. Ontmoetingen tijdens zijn studie met Blandine Verlet, Elisabeth Joyé en Pierre Hantaï, waren esthetische openbaringen en hadden een grote invloed op zijn benadering van het instrument.Tracklist:
An Thyrsis
Eine sehr gewöhnliche Geschichte
Der erste Kuss
Lob der Faulheit
Trost unglücklicher Liebe
Jeder meint, der Gegenstand
Der Gleichsinn
O fließ, ja wallend fließ
Auf meines Vaters Grab
Gesitliches LiedDie Verlassene
Ich bin der Verliebteste/Der verdienstvolle Sylvius
Das strickende Mädchen
Das Leben ist ein Traum
Vergiss mein nicht/Antwort auf die Frage eines Mädchen
Liebeslied
Beim Schmerz, der dieses Herz durchwühlet
Zufriedenheit
AbschiedsliedHaydn Deutsche Lieder Alice Foccroulle Pierre Gallon cd Passacaille PAS1101