De vijf magnifieke pianoconcerti van Ludwig van Beethoven maakten in zekere zin zo’n 20 jaar deel uit van zijn leven, nl. de perioden tussen 1796 en 1797 en 1809-1811. waarin hij o.a. als een jonge musicus uit Bonn, verschillende herzieningen maakte van zijn eerste concerto, dat hij componeerde als springplank naar zijn Weens succes, en dat uiteindelijk nummer 2 werd. Beethovens eerste twee pianoconcerti deelden reeds een overvloed aan lyrische en virtuoze kwaliteiten.In het meest intieme, verfijnde en persoonlijke van alle Beethoven-concerti, het legendarisch vierde, verbrijzelde Beethoven in een tijd waarin het spook van totale doofheid zijn carrière bedreigde, net als in zijn “Schauspielouvertüre”, “Coriolan” en de Ouverture tot “Die Geschöpfe des Prometheus”, alle gangbare conventies op Rijnlandse wijze. Hij componeerde zijn Vioolconcerto in D, op. 61, in 1806. Het werd in december van dat jaar in première gespeeld in het Theater an der Wien in Wenen. Beethoven componeerde zijn Vioolconcerto voor de violist, Franz Clement, (1780-1842) (foto), de dirigent van het Theater an der Wien, die het dan ook, met Beethoven als dirigent, in 1806, voor het eerst uitvoerde. De uitgegeven partituur werd in 1808 opgedragen aan Beethovens levenslange vriend, Stephan von Breuning (foto). In 1844, zeventien jaar na Beethovens overlijden, speelde een toen 12-jarige! Joseph Joachim, het Concerto met het orkest van de London Philharmonic Society o.l.v. Felix Mendelssohn Bartholdy, in Londen. Sindsdien is het een van de bekendste en meest gespeelde Vioolconcerti aller tijden. De versie die Beethoven maakte voor piano en orkest is daarentegen helaas nog behoorlijk onbekend.Beethovens contact met zijn collega-componist en pianist Clementi, die pianobouwer en uitgever werd, was een van de interessante contacten die Beethoven had met Londen. Clementi publiceerde nl. zijn 4de symfonie, de Strijkkwartetten op.59, Coriolanus en de transcriptie van het Vioolconcerto voor piano en orkest. Engeland stond aan de voorhoede van de ontwikkeling van de piano in de vroege jaren 1800 en Clementi’s voormalige leerling, de componist en pianist Johann Baptist (‘Glorious’ John) Cramer, was eveneens een belangrijke figuur in de ontwikkeling van zowel piano spelen als instrumentbouw in Londen. Als pianist was Cramer de enige die door Beethoven echt bewonderd werd. Het was trouwens Cramer die de bijnaam voor Beethovens 5de pianoconcert, “Emperor”, bedacht.De in Rome geboren Muzio Clementi (1752-1832) (foto)werd tijdens zijn leven gevierd als de “Vader van de Pianoforte”. Hij was de zoon van een welvarende goudsmid en kreeg als kind uitgebreid muziekonderricht, orgel, piano, zang en contrapunt. Reeds op 9-jarige leeftijd werd hij organist van San Lorenzo in Dámaso in Rome. In 1766 vertrok hij op 14-jarige leeftijd naar Londen omdat hij er dankzij een mecenas, Sir Peter Beckford, opgeleid kon worden tot pianist en componist. Hij zou de rest van zijn leven in Engeland blijven wonen. Clementi was de stuwende kracht achter verschillende muziekuitgeverijen, onder andere die van Collard & Collard, en nam na een faillissement, de pianofabriek van Longman & Broderip over die hij tot bloei bracht. Vanaf 1802 reisde hij jaren door Europa, samen met John Field, één van zijn leerlingen, die in ruil voor de lessen van Clementi, als verkoper in diens pianowinkel had gewerkt. Vanaf ongeveer 1810 reisde Clementi minder en legde zich toe op zijn zaken en zijn werk als muziekpedagoog. Hij werd twee maal weduwnaar en trouwde drie maal. Clementi overleed in 1832 op zijn landgoed in Evesham (Worcestershire) en ligt begraven in de kloostergang van Westminster Abbey in Londen.In 1807 reisde Clementi, persoonlijk naar Wenen om Beethoven te bezoeken, om een deal te bespreken over de transcriptie van het Vioolconcerto voor piano en orkest, bedoeld voor zijn uitgeverij. De Londense editie van 1810 bevatte toen, onder andere, een complete set nieuwe cadensen (in de eerste beweging met pauken-begeleiding) en alternatieve overgangen naar de laatste Rondo-beweging. De uitvoering van deze versie en van Beethovens 4de pianoconcerto, gebaseerd op de handgeschreven notities van Beethoven, verdient enkel superlatieven. Articulatie, dynamiek en ritmiek, de velociteit en expressie van de pianist, accenten en samenspel, zijn perfect. Deze cd mag u dan ook voor geen geld ter wereld missen. Fenomenaal!De Italiaanse pianist, dirigent en componist, Gianluca Cascioli (°1979), studeerde compositie aan het Giuseppe Verdi Conservatorium in Turijn en piano bij Franco Scala. In 1994 won Cascioli de Umberto Micheli International Piano Competition, waarvan de jury bestond uit Luciano Berio , Elliott Carter, Charles Rosen en Maurizio Pollini . De prijs omvatte een platencontract bij Deutsche Grammophon, voor wie hij in zijn late tienerjaren drie cd’s opnam.Hij trad op als pianosolist bij de Berliner Philharmoniker, het Boston Symphony Orchestra, het Chicago Symphony Orchestra, het Koninklijk Concertgebouworkest, de New York Philharmonic, de Wiener Philharmoniker en tal van andere orkesten over de hele wereld. Dirigenten met wie hij heeft gewerkt zijn onder meer Claudio Abbado, Roberto Abbado, Myung-Whun Chung, Riccardo Muti, Lorin Maazel, Valery Gergiev, Zubin Mehta, Roberto Carnevale, Mstislav Rostropovich en Neville Marriner. Tot zijn kamermuziekpartners behoorden o.a. Maxim Vengerov, Mstislav Rostropovich, Stefano Mollo, het Berlin Philharmonic Octet.Riccardo Minasi, geboren in 1978 in Rome, is een Italiaanse violist en dirigent, gespecialiseerd in barokmuziek uitgevoerd op historische instrumenten. Hij kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn moeder en studeerde vervolgens eerst moderne viool bij Paolo Centurioni en Alfredo Fiorentini. Toen hij zich tot de barokviool en het toegewijd repertoire wendde, volgde hij les bij Enrico Parizzi en Luigi Mangiocavallo. Minasi speelde als solist en concertmeester in veel ensembles, waaronder Les Concert des Nations van Jordi Savall, de Accademia Bizantina, Concerto Italiano, Il Giardino Armonico, Concerto Vocale o.l.v. René Jacobs, Collegium 1704 en het Ensemble 415 o.l.v. door Chiara Banchini.Tot de belangrijkste musici met wie hij samen speelde behoren Enrico Onofri, Viktoria Mullova, Albrecht Mayer, Christophe Coin, Sergio Azzolini en Reinhard Goebel. Als dirigent werkte hij met een aantal gerenommeerde ensembles, waaronder de Potsdam Chamber Academy, het Zurich Chamber Orchestra, het Balthasar-Neumann-Ensemble en het Helsinki Baroque Orchestra, waarvan hij sinds 2008 dirigent is. In 2007 richtte hij het kamermuziekensemble ‘Musica Antiqua Roma’ op, gespecialiseerd in het 17de– en 18de eeuws repertoire, met speciale aandacht voor Romeinse componisten van die tijd.Beethoven Piano Concertos nos. 4 op. 58 & ‘6’ op. 61a Gianluca Cascioli Ensemble Resonanz Riccardo Minasi cd harmonia mundi HMM 902422