Het 17de- en 18de eeuws Italië consumeerde niet alleen grote hoeveelheden chilipepers, het was ook de geboorteplaats van virtuoze, explosieve barokmuziek. De concerti van Platti, Vivaldi en Geminiani, met hun furieus zoemende strijkers en vlotte houtblazers, zijn daarvan perfecte voorbeelden. Gottfried van der Goltz en de musici van het Freiburger Barockorchester bieden vurige vertolkingen van deze spannende werken.In de tweede helft van de 17de eeuw, speelden houtblazers in Italië nog een ondergeschikte rol. De hobo was eigenlijk een Franse uitvinding, terwijl instrumenten zoals de dwarsfluit en de fagot, substantiële veranderingen ondergingen, waardoor ze veranderden van renaissance- naar barokinstrumenten. De dwarsfluit, waarvan de barokke vorm ook zijn oorsprong vond in Frankrijk, werd in de loop van de 18de eeuw steeds populairder bij amateurs, maar ook en vooral de hobo was in het Venetië van de 18de eeuw heel populair. Dubbelriet werd, net als de hobo, vrijwel uitsluitend bespeeld door professionele musici. Het maken van riet was een tijdrovende bezigheid, waarvan de techniek jaren in beslag nam en die door musici zelf streng werd bewaakt. Daardoor kwam er niet zoveel muziek uit die specifiek voor de hobo bedoeld was. Met name verzamelingen van sonaten waren gericht op de groeiende markt van amateurs, en aangezien slechts enkelen van hen hobo konden spelen, werd dit instrument vooral genoemd als een van de alternatieven, naast instrumenten als de blokfluit en de dwarsfluit.De eerste Italiaanse componisten die de hobo de volle aandacht gaven, waren Tomaso Albinoni en Antonio Vivaldi. Het lijkt er zelfs op dat Albinoni de eerste was die hoboconcerti componeerde. Vivaldi componeerde ook een groot aantal hoboconcerti en gaf het instrument een belangrijke rol in zijn kamermuziek. In het manuscript van een van zijn sonates noteerde hij de spelers die waren uitgekozen om het uit te voeren. De naam van de hoboïste was Pellegrina, een leerlinge van Ludwig Erdmann, een Pruisische blazer, die als leraar en opvolger van Piero Fruttel, aan het Ospedale della Pietà werkte. Giovanni Benedetto Platti (1697-1763) was hoboïst van beroep en werkte het grootste deel van zijn leven in Duitsland, waar hij nauw contact had met Rudolf Franz Erwein von Schönborn (foto), een fervent cellist. Dit verklaart waarom hij in zijn oeuvre vaak substantiële partijen aan dit instrument heeft gegeven. In zijn kinderjaren verbleef hij in Venetië, waar zijn vader Carlo violist was aan de San Marco basiliek. Naar alle waarschijnlijkheid kreeg hij zijn muzikale opleiding in Venetië van Francesco Gasparini, Vivaldi, Antonio Lotti en Tomaso Albinoni. Giovanni was overigens lid van het gilde van de musici (Arte di Sonadori). Johann Philipp Franz von Schönborn, Prins-bisschop van Bamberg en Würzburg, nam in 1722, Platti en 6 andere Italiaanse musici in dienst. Platti was er aangesteld als hobovirtuoos en violist aan het hof en bleef in Würzburg tot aan zijn overlijden in 1763.Vivaldi zou zijn concerti voor fagot gecomponeerd hebben voor Antonin Möser, de fagottist van de muziekkapel van Graaf Morzin. Vivaldi leerde als kersverse Maestro di Cappella van Philipp van Hessen-Darmstadt, gouverneur van Mantua, deze graaf kennen in Venetië. Hij werd zijn maestro di musica in Italia en droeg aan hem zijn “Il cimento dell’armonia e dell’inventione” op. 8 op. Tot die bundel Vioolconcerti behoren de “Vier Jaargetijden”. Deze graaf is weliswaar niet te verwarren met zijn achterneef, ook een graaf Morzin, die Haydn in Unterlukawitz (nu Dolní Lukavice) in dienst had en voor wiens orkest, Haydn als jonge twintiger zijn eerste symfonieën componeerde.Sinds de eerste invoer door Columbus uit Zuid-Amerika heeft de Spaanse peper een wereldwijde opgang gekend, waarvan Italië niet gespaard is gebleven. Of het precies dit plantje was, dat hier peperoncino wordt genoemd, dat Italiaanse componisten uit de 18de de eeuw inspireerde tot explosieve hoogstandjes, is niet bekend, maar de vergelijking ligt voor de hand. De concerti van Platti, Vivaldi en Geminiani met hun razend snelle strijkers en lichtvoetige houtblazers, zijn perfecte voorbeelden. Deze werken inspireerden op hun beurt hun muzikale buren in Duitsland, onder wie Telemann, die een concerto voor twee hoorns schreef, evenals de Krekelsymfonie, (“Grillen-Sinfonie” für Piccolo-Flöte, Chalumeau, Kontrabass, Streicher, Bc”), gekruid met nog een paar andere smaken. Gottfried van der Goltz en de musici van het Freiburger Barockorchester bieden vurige interpretaties van deze opzwepende muziek. Niet te missen!
Tracklist:
Telemann: Concerto TWV 52:D2 in D major for 2 horns, strings & b.c.
Platti: Concerto in G minor for Oboe, Strings and Continuo
Vivaldi: Bassoon Concerto, RV 483 in E flat major
Geminiani: Concerto grosso after Corelli, No. 12 in D minor ‘La Folia’
Telemann: Sinfonia TWV 50:1 in G major ‘Grillen-Symphonie’
Concerti All’arrabbiata Telemann Platti Vivaldi Geminiani Freiburger Barockorchester Gottfried von der Goltz cd Aparté AP262