“Johann Sebastian Bach, Complete works for keyboard – Weimar 1708-1717, vol. 5, Toccata’s & Fugues”, door Benjamin Alard op orgel, pedaalklavecimbel & clavichord, op het label harmonia mundi. Buitengewoon!

De klavecinist en organist, Benjamin Alard, bracht in maart 2018, het eerste deel uit van zijn indrukwekkende reeks “integrale klavierwerken van Johann Sebastian Bach”. Nu is er het vijfde deel, dit keer met toccata’s, preludes, fantasieën en fuga’s, die Bach tijdens zijn verblijf in Weimar componeerde. Tegelijkertijd sluit hij met dit deel, de trilogie van Bachs Weimar-periode af.Bachs vroegste nog bestaande composities, werken voor orgel die hij mogelijk voor zijn vijftiende verjaardag schreef, omvatten de koraalpreludes BWV 700 , 724 , 1091, 1094, 1097, 1112, 1113 en 1119. In Bachs vroege Orgelbüchlein (1708-1717) bevindt de koraalmelodie zich meestal in het bovenste deel en de begeleidende lagere delen, terwijl het begin en einde van frases over het algemeen samenvallen met die van het koraal. Een voorbeeld is “Jesu, meine Freude”, waar de koraalmelodie in het bovenste deel wordt ondersteund door een nauw verweven en harmonisch subtiel contrapunt in drie delen.In de Lutherse mis nam en neemt orgelspel een heel belangrijke plaats in. Hierdoor ontstond vanaf de tweede helft van de 17de eeuw, een groot aantal composities voor orgel die op koraalmelodieën waren gebaseerd. Deze composities werden koraalbewerkingen genoemd, of, als ze bedoeld waren als inleiding op de gemeentezang, koraalprelude. De vier soorten koraalbewerkingen waren het orgelkoraal, de koraalfantasie, de koraalfughette en de koraalpartita. De koraalfughette was geen bewerking van het koraal maar eerder een inleiding op het koraal. De koraalfughette was meestal een eenvoudige fuga op een thema dat ontleend was aan de eerste regel van de koraalmelodie. De koraalpartita was een reeks variaties op een koraal in de stijl van variaties op volksliederen die in de 17de eeuw heel populair waren. De koraalpartita maakte meestal geen gebruik van het pedaal en kon daarom ook op orgelpositief of klavecimbel uitgevoerd worden. Vaak was de koraalpartita niet voor kerkelijk maar voor huiselijk gebruik bedoeld.Schüblerkoralen is de naam die gewoonlijk wordt gegeven aan de Sechs Chorale von verschiedener Art BWV 645-650, gecomponeerd door Johann Sebastian Bach voor orgel en door hem gepubliceerd rond 1748. De bijnaam van de koralen komt van de graveur en uitgever Johann Georg Schübler, genoemd op het titelblad. De meeste van de Leipziger koralen daarentegen, zijn in vroege versies uit Bachs Weimarperiode (1708-1717) overgeleverd, in kopieën van de hand van Johann Gottfried Walther, een neef langs moederskant van Bach, die organist van de stadskerk van Weimar was, en Johann Tobias Krebs, die eerst leerling van Walther en later van Bach is geweest. In het manuscript zijn in de schoonschrift latere herzieningen toegevoegd, en van BWV 660, is ook de Weimar autograaf aan het manuscript toegevoegd. De wijzigingen zijn soms klein, soms radicaal, Herr Jesu Christ, dich zu uns wend (BWV 655) bestaat zelfs in vier steeds opnieuw herziene versies. De twee laatste koralen, Komm, Gott Schöpfer, Heiliger Geist (BWV 667) en Vor deinen Thron tret ich hiermit, BWV 668, zijn beide uitgebreide versies van korte bewerkingen die in het Orgelbüchlein voorkomen.Voor de uitvoering van de werken op de derde cd in deze box, bespeelt Benjamin Allard, het orgel van Quenrin Blumenroeder in de Temple du Foyer de l’Âme in Parijs, en, naar het voorbeeld van de legendarische pianist, Friedrich Gulda (1930-2000), een klavichord van Émile Jobin (1998) naar een Christian Gottfried Friederich Gera (1773, uit de collectie van het Musée de la musique Philharmonie in Parijs, een huisinstrument, dat in Bachs tijd, zijn intrede deed in de kamermuziek en naast het klavecimbel en huisorgel, een belangrijke rol speelde. Het klavichord leidde na zijn hoogtijdagen rond het midden van de 18de eeuw, echter een duister bestaan. Zijn eenvoudige constructie, waarbij door het indrukken van een toets, een kleine metalen pin, een tangent, de snaar in trilling bracht, creëerde het een unieke klank. Behalve het orgel was het trouwens hét favoriet instrument van Johann Sebastian Bach, die er veel van zijn werken aan en voor componeerde.De woorden Bach en toccata lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden. Deze vaak gemaakte associatie geldt weliswaar voor de vier orgel-toccata’s, maar vooral voor de beroemde in re klein (BWV 565), die een archetype is geworden van zowel orgelmuziek in het algemeen als van Bachs muziek in het bijzonder. Bachs toccata’s voor klavecimbel zijn daarentegen veel minder bekend. Afgezien van het feit dat BWV 565 misschien niet eens door Bach zelf is gecomponeerd, blijft het opmerkelijk dat drie of vier orgel-toccata’s tegenover zeven toccata’s BWV 910-916 voor klavecimbel staan, die even interessant en virtuoos zijn, wat suggereert dat het klavecimbel net zo belangrijk was voor de jonge virtuoos als het orgel. In zijn enthousiasme voor de multisectionele toccata, stond Bach in zijn tijd weliswaar alleen.In november 1705 reisde de 20-jarige J. S. Bach te voet naar Lübeck om er in de Marienkirche Dietrich Buxtehude, (foto) de onbetwiste meester van het orgel in Noord-Duitsland, te horen spelen. Op dit moment kende de jonge Bach reeds dankzij de ontwikkeling van de muziekuitgeverijen, alle muziekstijlen die toen aan de verschillende Duitse vorstenhoven voorkwamen. Het was de tijd dat de barok in heel Europa hoogtij vierde, maar voor Bach was er één stijl die hem meer dan alle andere typeerde, de “Stylus Phantasticus”, die uit Rome door Frescobaldi was geïmporteerd door zijn leerling Froberger, en waarvan Buxtehude de erfgenaam en laatste grote meester was. De “Stylus Phantasticus” was bijzonder geschikt voor instrumentale muziek. Het was bedoeld om het genie van de improvisator te benadrukken, zijn vermogen om voortdurend verbazingwekkende harmonische sequenties te ontwikkelen, zich plotseling van een fugue naar een freesectie en omgekeerd te verplaatsen, het geheel in een virtuositeit. Deze stijl is te vinden in Bachs vroege klaviercomposities, gecomponeerd in Arnstadt en tijdens zijn vroege jaren in Weimar.Het was in die tijd dat hij zijn eerste Toccatas BWV910-916 voor klavier componeerde. Ze vormden geen cyclus en werden op verschillende momenten gecomponeerd, waarschijnlijk tussen 1705 en 1714. Ze werden samen gebracht door zijn broer Johann Christoph in het “Andreas Bachbuch”, en werden pas gepubliceerd na Sebastians overlijden. Van zeer verschillende lengtes en complexiteit, zijn ze virtuoos en fris en zijn het stuk voor stuk kleine meesterwerken. Toccata hoorde qua vorm thuis in de categorie van het Noord-Duitse, 17de-eeuwse, meerdelige ‘prealudium-pedaliter’ en qua stijl in die van de ‘Stylus phantasticus’ (vrije fantastische stijl). Deze stijl werd in de tweede helft van de 17de eeuw door Vincent Lübeck, Johann Adam Reincken (beiden uit Hamburg), Dietrich Buxtehude (uit Lübeck) en Nicolaus Bruhns (uit Hussum) tot op grote hoogten gebracht.Het woord ‘toccata’, afgeleid van het Italiaanse “toccare” wat ‘aanraken’ betekent, duidde op een compositie met een sterk virtuoze inslag. Vrijwel alle klavecimbeltoccata’s van Bach werden in de Stylus Phantasticus gecomponeerd. Dit is verklaarbaar uit het feit dat het orgel van de hofkapel in Weimar wegens reparatie en uitbreiding een tijd lang onbespeelbaar was. Mogelijk kreeg Bach van zijn adellijke broodheren de opdracht om in kleiner verband, in salons van met name het ‘Rote Schloss’ (foto) (net buiten het grote stadskasteel gelegen), op de voor hem normale, favoriete manier te musiceren volgens de vrije fantastische stijl.Athanasius Kircher (1602-1680) (foto) beschreef de “Stylus phantasticus” in zijn traktaat “Musurgia Universalis” reeds als de meest vrije en ongehinderde methode voor compositie, aan niets gebonden, noch aan tekst noch aan een muzikaal thema. De stijl is gerelateerd aan de improvisatie, maar wordt gekenmerkt door het gebruik van korte contrasterende episodes en een vrije vorm”. Ook Johann Mattheson (1681-1764) noemde de “Stylus Phantasticus” de meest vrije en ongebonden manier van componeren.In zijn “Musurgia Universalis” (1650) beschreef Kircher zijn ideeën over muziek. Hij geloofde dat de harmonie in muziek de proporties van het universum weerspiegelden. In het boek staat een ontwerp van een door stromend water aangedreven, zelf spelend orgel, de muzieknotatie van vogelzang en tekeningen van muziekinstrumenten. In “Phonurgia Nova” (1673) filosofeerde Kircher over de mogelijkheid om muziek naar verre locaties te verzenden. Een deel van zijn rijke muziekinstrumentenverzameling maakt tegenwoordig deel uit van het Nationaal muziekinstrumentenmuseum in Rome.Belangrijke navolgers van de “Stylus phantasticus” waren de organist en componist Girolamo Frescobaldi (1583-1643) uit Rome en zijn Oostenrijkse leerling, Johann Jakob Froberger (1616-1667) die deze opvallend, nieuwe wijze van musiceren in Noord-Europa introduceerde. In orgelcomposities en vooral orgelimprovisaties van de Noord-Duitse musici Johann Adam Reincken (1643-1722) uit Hamburg en Dietrich Buxtehude (1637-1707) uit Lübeck, kwamen het breed-uitgesponnen Praeludium-pedaliter en de omvangrijke Noord-Duitse koraalfantasie van de “stylus phantasticus”, op monumentale wijze tot uitdrukking. Bach was de laatste grote musicus die deze “fantastische stijl” beheerste.De toccata’s vertegenwoordigen Bachs vroegste klaviercomposities die onder een collectieve titel bekend zijn. De vroegste bronnen van BWV 910, 911 en 916 toccata’s, verschenen in het Andreas-Bach Boek, een belangrijke verzameling klavier- en orgelmanuscripten van verschillende componisten, tussen 1707 en 1713, samengesteld door Bachs oudste broer, Johann Christoph Bach (foto). Een vroege versie van BWV 912 (bekend als BWV 912a) bestaat ook in een andere collectie samengesteld door Johann Christoph Bach, bekend als het “Möller-manuscript”, van ongeveer 1703 tot 1707. Dit geeft aan dat de meeste van deze werken niet later ontstonden dan de vroege Weimar-jaren van Bach. De vroeg Noord-Duitse stijl duidt zelfs op een mogelijke oorsprong uit Arnstadt. De werken hebben nl. een vroege Noord-Duitse invloed, met duidelijk contrasterende secties en fugatische passages, ingebed in het rapsodisch materiaal, in tegenstelling tot de meer bekende prelude- en fuga-vorm in twee bewegingen. Andere vroege Bach-werken, die dit door Buxtehude beïnvloed formaat volgden, zijn o.a. de Prelude (Toccata) en Fuga in E, BWV 566, en de Prelude en Fuga in A, BWV 551. Vanwege enkele orgelachtige texturen worden de stukken soms op orgel uitgevoerd. In feite lijken de openingsmotieven van de toccata’s BWV 912, 914 en 916, trouwens op die van Bachs orgelpreludes BWV 532, 534 en 541.De Franse klavecinist en organist, Benjamin Alard (°1985) uit Rouen, speelde vanaf zijn zeven jaar piano, om vervolgens orgel te studeren aan het Conservatorium van Rouen bij Louis Thiry en François Ménissier. Klavecimbel studeerde hij verder in Lisieux bij Elisabeth Joyé en in Parijs (Conservatorium van het zevende arrondissement). Hij trok vervolgens naar de Schola Cantorum Basiliensis, waar hij studeerde bij Jean-Claude Zehnder (orgel) en Andrea Marcon (klavecimbel). Hij behaalde er zijn einddiploma’s in 2006 met felicitaties vanwege de jury die werd voorgezeten door Gustav Leonhardt. Pas 19, behaalde hij in 2004 de Eerste prijs van het internationaal klavecimbelconcours in het kader van het Festival Musica Antiqua in Brugge. In 2005 werd hij titularis van het nieuwe Bachorgel Bernard Aubertin in de kerk van Saint-Louis-en-l’Île in Parijs (ingespeeld in 2005 door Michel Chapuis). In 2007 won hij ook nog de Eerste prijs in het orgelconcours van Freiberg. Alard wordt beschouwd als een van de meest getalenteerde klavecinisten van zijn generatie en speelde reeds op prestigieuze festivals als Printemps des Arts en Folle journée de Nantes, Festival de Saintes, Festival Radio-France Montpellier, Midis du Louvre, Sommets musicaux de Gstaad, Davos Festival, BOZAR Brussel, Cité de la Musique, Auditori de Barcelona, Oude Muziek Utrecht, Festival Musica Antiqua Brugge. Hij trad op met onder meer La Petite Bande (dir. Sigiswald Kuijken), Capriccio Stravagante (dir. Skip Sempé), Venice Baroque Orchestra (dir. Andrea Marcon), Il Gardellino (dir. Marcel Ponseele).Inhoud:

Chorale Partita BWV768 ‘Sei gegrusset, Jesu gütig’

Chorale Prelude BWV659 ‘Nun komm, der Heiden Heiland’

Chorale Prelude BWV706 ‘Liebster Jesu, wir sind hier’

Chorale Prelude BWV722 ‘Gelobet seist du, Jesu Christ’

Chorale Prelude BWV727 ‘Herzlich tut mich verlangen’

Chorale Prelude BWV729 ‘In dulci jubilo’

Chorale Prelude BWV730 ‘Liebster Jesu, wir sind hier’

Chorale Prelude BWV731 ‘Liebster Jesu, wir sind hier’

Chorale Prelude BWV732 ‘Lobt Gott, ihr Christen, allzugleich’

Chorale Prelude BWV738 ‘Vom Himmel hoch, da komm ich her’

Chorale Prelude BWV747 ‘Christus, der uns selig macht’ Fantasia & Fugue in A minor, BWV904

Fantasia super ‘Christ lag in Todesbanden’, BWV695

Fantasia super ‘Jesu, meine Freude’, BWV713

Fantasia super ‘Wo Gott der Herr nicht bei uns hält’, BWV1128

 Fughetta ‘Christum wir sollen loben schon’, BWV696

Fughetta ‘Das Jesulein soll doch mein Trost’, BWV702

Fughetta ‘Gelobet seist du, Jesu Christ’, BWV697

Fughetta ‘Gottes Sohn ist kommen’, BWV703

Fughetta ‘Herr Jesu Christ, der ein’ge Gottes-Sohn’, BWV 698

Fughetta ‘Lob sei dem allmächtigen Gott’, BWV704

Fughetta ‘Vom Himmel hoch, da komm ich her’, BWV701Keyboard Concerto in B flat major (after Ernst), BWV 982

Keyboard Concerto in C minor (after Marcello), BWV981

Keyboard Concerto in D minor (after Ernst), BWV 987

Keyboard Concerto in G minor (after Telemann), BWV985

Prelude & Fugue in A major, BWV536

Prelude & Fugue in A minor, BWV543

 Prelude & Fugue in A minor, BWV895

Prelude & Fugue in C major, BWV545a

Toccata & Fugue in D minor, BWV538 ‘Dorian’

Toccata & Fugue in F major, BWV540

Toccata in C minor, BWV911

Toccata in F sharp minor, BWV910

Toccata in G major, BWV916

 Trio, BWV528A

Johann Sebastian Bach  Complete works for keyboard Weimar 1708-1717 vol. 5 “Toccata’s & Fugues Benjamin Alard Organ, Pedal harpsichord & Clavichord 3 cd  harmonia mundi  HMM902463.65

https://www.stretto.be/2018/09/06/johann-sebastian-bach-the-complete-works-for-keyboard-the-young-heir-vol-1-door-benjamin-alard-op-harmonia-mundi-uitermate-professioneel/

https://www.stretto.be/2021/01/28/johann-sebastian-bach-the-complete-works-for-keyboard-vol-4-alla-veneziana-concerti-italiani-door-benjamin-alard-op-het-label-harmonia-mundi/