“Puccini, Madama Butterfly”, een hoogstaande San Francisco Classical Recording Company Production, met de Belgische! sopraan, Liesbeth Devos, in de rol van Kate, o.l.v. Lawrence Foster, op het label Pentatone.

Na zijn opname van Puccini’s “La Fanciulla del West”, breidt de dirigent, Lawrence Foster, nu zijn Puccini-discografie op PENTATONE uit met “Madama Butterfly”. En dit samen met het Coro & Orquestra Gulbenkian, Elisabeth Kulman (Suzuki), Stefano Secco (Pinkerton), Lester Lynch (Sharpless) en Melody Moore (Cio-Cio-San) in de hoofdrol.“Madama Butterfly”, op een libretto van Luigi Illica en Giuseppe Giacosa, naar een kortverhaal van John Luther Long, en gebaseerd op de semi-autobiografische roman, “Madame Chrysanthème”, uit 1887, van Pierre Loti, (tevens een opera van André Messager), werd voor het eerst in zijn originele versie in twee bedrijven, opgevoerd in de Scala in Milaan op 17 februari 1904. De Franse schrijver en marine officier, Louis-Marie-Julien Viaud, bekend als Pierre Loti (1850-1923) (foto), was nl. in 1885, per contract, in Nagasaki, een vijftal weken gehuwd met de 18-jarige Japanse, Okané-San of Kiku-San (“Madame Chrysanthème”), een toen gangbare praktijk in het Japans keizerrijk. Puccini herzag de opera, splitste het tweede bedrijf in twee, met het beroemd neuriënd zoemkoor (de verklanking van de geur van jasmijnen, de geur van de lente) als overgang, naar wat het 3de bedrijf werd, en bracht andere wijzigingen aan. In totaal maakte hij 5 versies, de laatste, de standaardversie, in 1907. Het succes volgde 3 maanden na Milaan, vanaf de eerste opvoering in 1904, in Brescia.

John Luther Long (1861-1927) (foto) was een Amerikaanse advocaat en schrijver. Zijn kortverhaal ” Madame Butterfly “, was gebaseerd op de herinneringen van zijn zus, Jennie Correll en haar man, een methodistische zendeling, in Japan. De Edoperiode (1641-1853) in Japan, (de hoofdstad Edo werd in 1868, Tokio), staat bekend als de “sakoku” (“land in ketens” of “afsluiting van het land”), de isolatie ten tijde van het Tokugawa-shogunaat, een dynastie van shoguns (krijgsadel), genoemd naar de stichter, Tokugawa Ieyasu (1543-1616). Nagasaki was trouwens tijdens de “sakoku”, de enige haven waar men Japan mocht verlaten of binnen komen. Het Tokugawa-shogunaat werd door Keizer Meiji (Meiji-tennō, letterlijk, Keizer van de verlichte regering, (1852-1912)) opgeheven. Matthew Calbraith (1794-1858), een commodore van de US Navy, was mede verantwoordelijk voor de Conventie van Kanagawa, waarmee Japan zich openstelde voor het Westen. Na die ontsluiting van Japan in 1853, werden in Europa de Japanse kunst en cultuur ontdekt. Vooral de houtblokprenten of Ukiyo-e, waren voor de westerse culturele wereld een openbaring. Er werd in die periode massaal Japanse kunst geëxporteerd naar Europa en vervolgens geïmiteerd. Halverwege de 19de eeuw was heel Europa in de ban van Japan.Puccini’s opera speelt zich af in 1904, in Nagasaki. Het verhaal gaat over de 15-jarige geisha, Cio-Cio-San, bijgenaamd ‘Butterfly’, die door de huwelijksbemiddelaar Goro, gekoppeld wordt aan Benjamin Pinkerton, een Amerikaanse officier die in Nagasaki gelegerd is. Pinkerton sluit met Goro een huwelijksovereenkomst voor 99 jaar, die evenwel elke maand opzegbaar is. Tijdens de huwelijksceremonie wordt Butterfly door haar familie verstoten, omdat zij Pinkertons geloof heeft aangenomen en daardoor haar familie en voorvaderen tot schande heeft gemaakt. Kort na hun huwelijk verdwijnt Pinkerton maar weet niet dat Cio-Cio-San zwanger is van zijn kind. Drie jaren gaan voorbij en Cio-Cio-San wacht, samen met haar zoontje, geduldig op Pinkertons terugkeer. Uiteindelijk bezorgt de Amerikaanse consul Sharpless in de 2de akte, een brief aan Butterfly, waarin Pinkerton zijn terugkeer naar Japan aankondigt. Maar Pinkerton is ondertussen in Amerika getrouwd met Kate, die zal meekomen naar Japan… Kate heeft er nl. mee ingestemd om het kind op te voeden. Cio-Cio-San is daarentegen nog altijd in de veronderstelling dat Pinkerton voor haar zal terugkomen en dat hij voor altijd bij haar zal blijven (aria “Un bel dì vedremo”). Wanneer ze beseft dat dat niet zo is en dat haar geduld, trouw en de breuk met haar familie, tot niets hebben gediend, stort ze in elkaar. Ze stemt erin toe om haar kind aan het koppel mee te geven, maar alleen als Pinkerton hem zelf komt halen. Als ze alleen is met het geblinddoekt kind, snijdt Cio-Cio-San zich de keel over met het hara-kiri-mes van haar vader (“Con onor muore” (“Eervol sterven”)). Pinkerton komt te laat en ziet Butterfly voor zijn ogen overlijden.Melody Moore is afgestudeerd in Master of Music aan het Cincinnati Conservatory of Music en is voormalig Adler Fellow van San Francisco Opera en deelnemer aan het Merola-programma, een trainingsprogramma voor operazangers, coaches en regisseurs in San Francisco. In het seizoen 2019/20 maakte Melody Moore haar roldebuut als Amneris in een nieuwe productie van Aida in de Houston Grand Opera en in concert maakte ze haar debuut met het Houston Symphony Orchestra in Mahlers “Das klagende Lied” o.l.v. Andrés Orozco-Estrada.De Italiaanse tenor en acteur, Stefano Secco (°1973), geboren in Milaan, begon zijn studie onder leiding van professor Alberto Soresina en studeerde af in percussie bij Tullio De Piscopo. Hij volgde ook cursussen aan de Scala van Milaan bij de wereldberoemde, Turkse sopraan en operazangeres, Leyla Gencer (“La Diva Turca”) (1928-2008), en bij de Italiaanse sopraan, Renata Scotto (°1934). In januari 2016 trad hij op tijdens het nieuwjaarsconcert in Venetië met de Amerikaanse sopraan, Nadine Sierra, een ex leerlinge van Marilyn Horne.Lawrence Foster (°1941), geboren in Los Angeles, Californië, is een Amerikaanse dirigent van Roemeense afkomst. Momenteel is hij artistiek directeur en chef-dirigent van het Poolse Nationaal Radio Symfonie Orkest. Foster werd op 18-jarige leeftijd dirigent van het San Francisco Ballet en was assistent-dirigent van het Los Angeles Philharmonic onder leiding van Zubin Mehta. Hij bekleedde muziekdirecties bij de Houston Symphony, het Ojai Music Festival, het Monte-Carlo Filharmonisch Orkest, het Jerusalem Symphony Orchestra en het Orquestra Simfònica de Barcelona i Nacional de Catalunya. In 1990 werd Foster benoemd tot muziekdirecteur van het Aspen Music Festival and School, en van 2002 tot 2013, was hij de muziekdirecteur van het in 1962 als kamerorkest opgericht Gulbenkian Orkest van Lissabon, uitgebreid in 1971. Hij was van 2009 tot 2012, ook muziekdirecteur van het Orchestre National de Montpellier en de Opéra National de Montpellier. In februari 2012 werd Foster aangekondigd als de volgende muziekdirecteur van l’Opéra de Marseille en het Orchestre Philharmonique de Marseille. Foster staat vooral bekend als vertolker van het werk van George Enescu, en heeft een uitgebreid overzicht gemaakt van opnames van Enescu’s muziek. In 2003 werd hij onderscheiden door de Roemeense president voor verdiensten voor Roemeense muziek.Lawrence Foster heeft een uitgebreide Pentatone-discografie, waaronder operettes en opera’s zoals Die Fledermaus (2018) en Der Zigeunerbaron (2016) van Johann Strauss, evenals Verdi’s Otello (2017) en Puccini’s La Fanciulla del West (2020). Melody Moore en Lester Lynch, schitterden ook in opnames van Mascagni’s Cavalleria rusticana en Puccini’s Il Tabarro (beide 2020), terwijl Elisabeth Kulman in Die Fledermaus zong. The Coro & Orquestra Gulbenkian hebben samen met Lawrence Foster een substantiële Pentatone-discografie, terwijl Stefano Secco hier zijn meer dan geslaagd Pentatone-debuut maakt.“Madama Butterfly” is meer dan terecht, één van Puccini’s meest succesvolle en populairste opera’s geworden. In 1936, werd zelfs door Dino Olivieri (muziek) en Nino Rastelli (tekst), een Italiaans nummer (“Tornerai”) gemaakt, gebaseerd op de 3 beginnoten van het zoemkoor. De eerste opname van dat nummer in 1937, door zowel Carlo Buti als door het beroemd Trio Lescano, begeleid door het Italiaans Quartetto Jazz Funaro, was een danig succes, dat Louis Poterat, een jaar later, met als titel, “J’attendrai”, een nieuwe Franse tekst schreef bij Olivieri’s muziek. Dit chanson werd, (voor het eerst) gezongen door de Italiaans/Franse, Rina Ketty, een wereldhit!   Terwijl de Japanse sfeer meestal de aandacht trekt, worden de originele dramatische conceptie en uitzonderlijke symfonische kwaliteiten van de opera, vaak over het hoofd gezien. De vertolking van de toch niet meer zo jonge Lawrence Foster, brengt daarentegen het sterk  symfonisch karakter van de opera naar voren, terwijl Melody Moore’s charismatische vertolking van de titelrol, het tragisch en dramatisch potentieel van het werk optimaal realiseert. Melody Moore’s interpretatie is nl. zeer overtuigend, subtiel en genuanceerd. Haar toon is constant stabiel en warm, en haar adembeheersing is indrukwekkend. Wanneer we bv. Butterfly voor het eerst ontmoeten, is ze pas 15 jaar oud. Moore’s zangstijl is tijdens die eerste akte heel geloofwaardig. Ze klinkt dan nl. charmant en passend naïef. Ze voegt vervolgens kleur en emotie toe in het liefdesduet “Viene la sera”, dat de eerste akte beëindigt. Haar uitstekende dictie en gevarieerde toonschakeringen geven in de loop van de opera, sonoor gestalte aan de langzame, emotionele ontwikkeling van Butterfly. De geconstrueerde balans tussen de diverse stemmen en het orkest is uitstekend. Alles klinkt warm en helder. Het bijbehorend boekje bevat daarenboven een heel interessant essay van de product manager van Pentatone, Kasper van Kooten, en het libretto met de Engelse vertaling. Warm aanbevolen.

Rolverdeling:

Madama Butterfly: Melody Moore, Sopraan

Suzuki, haar bediende: Elisabeth Kulman, mezzosopraan

Pinkerton: Stefano Secco, tenor

Sharpless, de Amerikaanse consul in Nagasaki: Lester Lynch, bariton

Goro: Alexander Kaimbacher, tenor

Lo Zio Bonzo: Kevin Short, bas-baritonIl Principe Yamadori: Amitai Pati, tenor

Kate Pinkerton: Liesbeth Devos, sopraan (foto)

Il Commissario Imperiale: Florian Köfler, bas

L’Ufficiale del registro (De ambtenaar van de burgerlijke stand):Jorge Leiria, tenor

Lo Zio Yakusidé: Tiago Batista, bas

La Madre: Cecília Rodrigues, mezzosopraan

La Zia (tante van Cio-Cio-San): Filipa Passos, sopraan

La Cugina (nicht van Cio-Cio-San): Sara Marques, sopraan

Coro (Familie, vrienden en bedienden) & Orquestra Gulbenkian, o.l.v. Lawrence Foster.Puccini Madama Butterfly Melody Moore Stefano Secco  Elisabeth Kulman  Lester Lynch  Coro & Orquestra Gulbenkian Lawrence Foster 2 cd Pentatone PTC5186783

https://www.stretto.be/2017/10/30/meer-dan-indrukwekkend-puccini-handbuch-van-uitgeverij-metzler/