In de loop van zijn leven correspondeerde Pietro Metastasio, (eigenl. Pietro Antonio Domenico Bonaventura Trapassi) (1698-1782) met tal van persoonlijkheden uit verschillende milieus. Deze privécorrespondentie had betrekking op alle gebieden van zijn creatief werk en weerspiegelde de sociale waarden, uitvindingen en culturele uitwisselingen van de 18de eeuw.Metastasio was een beroemdheid. De azione per musica in due parti, “L’isola disabitata” of “Die wüste Insel“ (“Het onbewoond eiland”), Hob. 28/9, Haydns tiende opera, bv., gecomponeerd voor het hof van Eszterházy, ging op 6 december 1779 in première. Het libretto van Metastasio, het enige van die auteur voor Haydn, werd door wel 40 componisten getoonzet, o.a. door Jommelli, Giuseppe Bonno, Paisiello en door Manuel García.Metastasio trok van zijn geboorteplaats Rome, naar Napels en componeerde in 1721, waarschijnlijk zijn eerste muzikale serenade, Endimione voor het huwelijk van zijn patrones, Prinses Pinelli di Sangro, met de marchese Belmonte Pignatelli. In 1722 moest de verjaardag van de Keizerin gevierd worden. Daarom droeg de onderkoning Metastasio op het libretto van een serenata te schrijven voor deze speciale gelegenheid. Hij produceerde Angelice e Medoro op muziek van Nicola Porpora. Het stuk kreeg een enorm applaus en de grote prima donna, Marianna Bulgarelli of La Romanina wilde koste wat kost de auteur ontmoeten.Marianna Bulgarelli (ca. 1684-1734), ook bekend als Maria Anna Benti, was een populaire en succesvolle sopraan, vooral bekend om haar acteervermogen. Ze werd geboren en overleed in Rome, vanwaar haar bijnaam, ‘La Romanina’. Ze wordt het best herinnerd als de vroege beschermvouw en sympathisant van de jeugdige Metastasio, wiens werk ze aanmoedigde en hielp ontwikkelen. In haar huis maakte Metastasio kennis met de grootste componisten van die tijd, Johann Adolph Hasse, Giovanni Battista Pergolesi, Alessandro Scarlatti, Leonardo Vinci, Leonardo Leo, Francesco Durante en Benedetto Marcello, die later allemaal zijn stukken op muziek zouden zetten. Ook hier studeerde hij de kunst van het zingen en leerde hij de stijl van bv. Farinelli waarderen. La Romanina nam trouwens de hele familie Trapassi (vader, moeder, broer en zus) in haar huis uit pure adoratie voor het talent van Metastasio. Metastasio schreef snel en zijn op muziek gezette toneelstukken werden gezongen door de grootste zangers. Zijn complotten leken misschien conventioneel en zijn situaties absurd, hij nam vrijheden met historische feiten en was geobsedeerd door het onderwerp liefde, maar de schitterende muziek weerlegde telkens deze kritiek.In de vroege zomer van 1730 vestigde Metastasio zich in Wenen in een appartement in het zogenaamde ‘Michaelerhaus’. Dit markeerde een nieuwe periode in zijn artistieke activiteit. Tussen de jaren 1730 en 1740, werden nl. zijn mooiste drama’s, Adriano in Siria, Demetrio, Issipile, Demofoonte, Olimpiade, Clemenza di Tito, Achille in Sciro, Temistocle en Attilio Regolo, opgevoerd in het keizerlijke theater. Sommige waren bedoeld voor speciale gelegenheden. Dichter, componist, muzikaal kopiist en zanger werkten in razend tempo samen. Metastasio begreep de techniek van zijn kunst tot in de kleinste details. De ervaring die hij in Napels en Rome had opgedaan, versterkt door de opwinding van zijn nieuwe carrière in Wenen, stelde hem bijna instinctief en als het ware door inspiratie in staat, om precies het doel te bereiken dat in de opera werd beoogd. Het libretto “Adriano in Siria” bv., werd door meer dan 60 andere componisten in de 18de – en vroege 19de eeuw getoonzet, o.a. Antonio Caldara (1732), Giovanni Battista Pergolesi (1734), Francesco Maria Veracini (1735), Baldassare Galuppi (1740), Carl Heinrich Graun (1746), Johann Adolph Hasse (1752), Johann Christian Bach (1765), Luigi Cherubini (1782) en Mysliveček (1776).De geselecteerde brieven aan Marianna Benti Bulgarelli, Girolamo Luigi Malabaila Conte di Canale, Anna Francesca Pignatelli di Belmonte, Niccolò Jommelli, Giovanni Giuseppe Trautson di Falkenstein, Leopoldo Trapassi, Saverio Mattei, Carlo Broschi Farinello, en “a una Eccellenza”, geven inzicht in de diverse werksferen van de literaire figuur Metastasio. Ze beschrijven de artistieke creativiteit van de hofdichter en zijn actieve deelname aan het intellectueel leven van zijn tijd, maar ook het einde van het ancien régime, gekoppeld aan een besef van de vergankelijkheid der dingen. Na de biografie van Pietro Metastasio (1698–1782) door Andrea Lanzola, volgen de essays, brieven, reproducties en transcripties.
Het boek “Il giovane Metastasio/Der junge Metastasio” behandelt de tijd waarin Metastasio ernaar streefde om zich te vestigen als ‘virtuoso di poesia’, eerst in de Napolitaanse salons en daarna in de operahuizen van vooraanstaande muziekcentra als Napels, Rome en Venetië. Tijdens deze periode ontwikkelde Metastasio nl. zijn elegante en subtiele poëtica voor het operatoneel. Zijn benoeming tot poeta cesareo aan het Weense hof (1730) bevorderde de verspreiding van zijn werken en zijn libretti werden op muziek gezet door meer dan 80 componisten, onder wie Mozart en Beethoven. De bijdragen in dit boek, voorzien van tal van treffende notenvoorbeelden, leiden u o.a. naar de werkplaats van de dichter in Rome en illustreren Metastasio’s buitengewoon vermogen tot het combineren van muzikaliteit en eruditie, en zijn ingenieus instinct voor theatrale effecten. In het laatste hoofdstuk, een analyse van en de vergelijking tussen Metastasio’s “Artaserse” uit 1730, getoonzet door wel 90! componisten, en “Don Giovanni” van Lorenzo da Ponte, geschreven door Reinhard Eisendle en Hans Ernst Weidinger. De andere hoogstaande teksten zijn van de hand van Anna Laura Bellina, Alberto Beniscelli, Francesco Cotticelli, Saverio Franchi, Daniela Goldin Folena, Paologiovanni Maione, Marina Mayrhofer, Raffaele Mellace, Elena Sala di Felice, Dörte Schmidt, Herbert Seifert, Silvia Tatti en Claudio Toscani. Heel bijzonder!Alberto Beniscelli was hoogleraar Italiaanse literatuur aan de Universiteit van Genua. Een belangrijk deel van zijn studie wijdde hij aan de literaire cultuur van de achttiende eeuw. Men herinnert zich zijn monografieën over het theater van Carlo Gozzi en Pietro Metastasio, en de twee delen die gaan over het thema van de relatie tussen fantasie en rede in het tijdperk van de Verlichting en dat van “passioni evidenti”. Hij is een van de makers van het project en van de site “M.E.T.A. – Archief met epistolaire teksten van Metastasio “.Duccio Tongiorgi, docent aan de Universiteit van Genua, houdt zich reeds lange tijd bezig met de Italiaanse cultuur tussen de Verlichting en de Napoleontische tijd, met studies over onder meer het literatuuronderwijs aan de Universiteit van de 18de eeuw. Hij heeft onderzoek gepromoot naar de relaties tussen diplomatieke netwerken en literaire communicatie. Hij maakt eveneens deel uit van de stuurgroep van de “M.E.T.A. – Metastasio’s Epistolary Texts Archive “, en is co-directeur van de redactionele reeks” De correspondentie van Metastasio. Teksten en studies “(Genua, GUP). Francesco Cotticelli is docent theaterwetenschappen en theatergeschiedenis aan de Universiteit van Napels Federico II. Zijn onderzoeksgebieden omvatten de verspreiding van de Commedia dell’Arte in Europa in de 17de – en 18de eeuw, evenals de theatercultuur van Napels tot aan de begin van de 19e eeuw in de context van de Europese culturele ontwikkeling. Hij is lid van verschillende wetenschappelijke instellingen en heeft wereldwijd lesgegeven en lezingen gegeven.Reinhard Eisendle werkt bij het Don Juan Archief in Wenen over de geschiedenis van theater van de 17de – tot de 19de eeuw, in het bijzonder over de relatie tussen theater, politiek en diplomatie, de figuur van Don Juan op het internationale toneel en de enscenering van de seraglio op het Europese toneeltheater. Hij is mederedacteur van de reeks Don Juan Studies en Diplomatica.“Di Vienna e di me” Dalle lettere di/Aus den Briefen von/From the Letters of Pietro Metastasio Italiaans Duits Engels 179 bladz. geïllustreerd uitg. Hollitzer ISBN 978-3-99012-860-2
Il giovane Metastasio | Der junge Metastasio a cura di . herausgegeben von Francesco Cotticelli . Reinhard Eisendle Italiaans Duits Engels 372 bladz. geïllustreerd met notenvoorbeelden uitg. Hollitzer ISBN 978-3990128480