Hoewel Matthew Locke (1621/1622-1677) vaak wordt gerangschikt als een van de beste componisten van Engeland, wordt hij nog steeds te weinig uitgevoerd. Zijn muziek is misschien niet zo direct aantrekkelijk als zijn directe opvolger, Henry Purcell, en ook niet zo breed als William Byrd, maar zijn krachtige muzikale persoonlijkheid en weelderige techniek plaatsen hem bovenaan de lijst van de grote, Engelse componisten uit de 2de helft van de 17de eeuw. Op de cd staan 5 suites voor gamba consort en 2 duo’s voor basgamba.
“Flat Concort for my cousin Kemble” was de naam van een uitgave uit 1661, van suites van Matthew Locke (foto), bestaande uit 24 dansen. John Kemble (1599-1679) was één van de veertig martelaren van Engeland en Wales, een groep katholieken, leken en religieuzen, mannen en vrouwen, die tussen 1535 en 1679, geëxecuteerd werden wegens verraad en aanverwante misdrijven tijdens de Engelse Reformatie, in het geval van Kemble, ten tijde van Charles II en het Engels anti-katholicisme. Kemble werd in 1679, in Hereford opgehangen.
Matthew Locke begon zijn muzikale carrière als koorknaap in de kathedraal van Exeter (foto) in Zuidwest-Engeland, waar hij ook tot organist werd opgeleid. Zijn leermeester was Edward Gibbons, de broer van de componist, Orlando Gibbons. Op de omslag van de cd staat een inscriptie in de muren bij het koorgestoelte van de kathedraal van Exeter, daar vermoedelijk door Locke gesneden tijdens zijn tijd als lid van het koor. In 1653 componeerde Locke samen met Christopher Gibbons, de masque, “Cupid and Death”, ter verwelkoming van de ambassadeur van Portugal. Dit werk, op een libretto van James Shirley, is bewaard gebleven, maar het werk dat algemeen als de eerste Engelse opera beschouwd wordt, “The Siege of Rhodes”, uit 1656, is helaas verloren gegaan. Locke werkte hiervoor samen met nog andere componisten, onder wie Henry Cooke.
Tijdens het Protectoraat onder Cromwell was het politiek klimaat zeer ongunstig voor componisten van wereldlijke muziek. Voor Locke was de situatie nog erger omdat hij zich tot het katholicisme had bekeerd. Lockes carrière kwam dan ook maar pas volop op gang met de Restauratie in 1660. Koning Charles benoemde hem dan nl. tot componist voor de nieuw opgerichte kapel en zijn persoonlijke hofcomponist. Tevens viel Locke de eer te beurt om de kroningsmuziek te componeren, Musick for His Majesty’s Sagbutts and Cornetts. Daarnaast werd hij organist van de koningin, Catharina van Braganza (foto), de gemalin van Charles II. Later noemde men Locke overigens “The father of all Restoration dramatic music”.
In 2021 vierde Fretwork haar 35-jarig jubileum. In de afgelopen drie en een halve decennia hebben ze het kernrepertoire van de grote Engelse consortmuziek, van Taverner tot Purcell, verkend en opnamen gemaakt. Hun recente veelgeprezen releases met Signum zijn onder meer “If” en “Lamento”, beide met de contratenor Iestyn Davies, en “In Nomine 2”. Daarnaast is Fretwork bekend geworden als pioniers van de hedendaagse muziek voor gamba’s, met opdracht voor meer dan 40 nieuwe werken. Inmiddels presenteert de groep zelfs regelmatig programma’s die geheel uit hedendaagse muziek bestaan. De uitvoerders zijn Asako Morikawa, Emily Ashton, Joanna Levine, Sam Stadlen en Richard Boothby. Begeleidende Fretwork op continuo voor deze opname zijn David Miller (aartsluit en theorbe) en Silas Wollston (klavecimbel).
The Flat Consort Fretwork cd Signum Classics SIGCD 696