In de 18de eeuw ontwikkelde Dresden zich tot een prachtige barokke residentie, die al snel de bijnaam “Florence aan de Elbe” kreeg. Muziek speelde een speciale rol in de vertegenwoordiging van politieke macht en het “Dresdens Hoforkest” was beroemd in heel Europa. De magnifieke composities van Heinichen, hier in een première-opname, tonen eens te meer het belang van de Dresdense hofmuziek in deze periode aan.Onder het bewind van Augustus II (als Frederik August I keurvorst van Saksen en als August II de Sterke, koning van Polen en grootvorst van Litouwen) (foto), ontwikkelde Dresden zich tot één van de belangrijkste centra van de Europese muziekscene. Hij bracht de belangrijkste kunstenaars, componisten en musici naar zijn hof. Grote musici uit heel Europa werden uitgenodigd om in Dresden te wonen en te werken. Met hen stelde August een briljant instrumentaal ensemble samen, genaamd de “Cappella Polacca” die de katholieke kerkmuziek verzorgde. De kapel ging ook met hem mee op zijn staatsreizen naar Polen en andere regio’s. Het ensemble had op dat moment één uniek kenmerk, haar leden bespeelden slechts één enkel instrument. Daarom waren zo ook zo virtuoos. De Capella werd snel bekend als de grootste collectie virtuozen die ooit waren samen gebracht. In de kapel speelden o.a. de violisten Volumier, Pisendel en Veracini, de fluitist Buffardin, Johann Christoph Richter en Quantz (later de beroemde fluitleraar van Frederick de Grote), de beroemde luitspeler, Silvius Leopold Weiss, en de Boheemse contrabassist en componist, Jan Dismas Zelenka. Vanaf 1717, was de Kapellmeister,Johann David Heinichen (1683-1729) (foto).Het hofleven in Dresden was protestants van karakter, ondanks de politiek gemotiveerde bekering van keurvorst August “de Sterke” en zijn zoon, keurvorst prins Friedrich August II, tot het katholieke geloof. Dit veranderde met het huwelijk van de keurvorst met de streng katholieke dochter van keizer Joseph I, Maria Josepha. Er moest een nieuw hof komen en katholieke kerkmuziek moest worden opgebouwd naar het voorbeeld van het Weense keizerlijke hof. Vanaf dat moment moest de protestantse hofdirigent Johann David Heinichen prachtige kerkmuziek componeren. Heinichen componeerde Missen, een Requiem, Magnificat, Psalmen en Hymnen, Maria Antiphonen, Litanieën, een Te Deum, oratoria en Passionskantaten. De “Vespers voor het feest van St. Xavier” eerden de favoriete heilige van de nieuwe Keurvorstin, die hem tot speciale patroonheilige voor Dresden benoemde.De Frauenkirche (Onze-Lieve-Vrouwekerk) gelegen aan de Neumarkt in Dresden is een evangelisch-lutherse kerk in hoogbarokke stijl die tussen 1726 en 1743 werd gebouwd. De kerk werd ontworpen door de Dresdener architect, George Bähr (1666-1738). In de Tweede Wereldoorlog vond het Bombardement op Dresden plaats op 13-14 februari 1945. Door de daarop volgende vuurstorm werd ook de kerk zwaar beschadigd en op 15 februari stortte de kerk in. Ten tijde van de DDR bleef de ruïne van de kerk als een permanente herinnering aan de verschrikkingen van de oorlog staan. Na de Wending begon men in 1994 met de wederopbouw. Op 30 oktober 2005 werd de kerk officieel opnieuw in gebruik genomen.
De vocale solisten zijn Joowon Chung, Piotr Olech, Matthias Lutze en Johannes Gaubitz (Magnificat), Matthias Lutze, Johannes Gaubitz, Alexander Schneider en Cornelius Uhle Dixit (Dominus in F, S. 44).Jaroslaw Thiel studeerde cello aan de muziekacademies in Poznań en Łódź en voltooide postdoctorale studies cello aan de Universität der Künste in Berlijn en barokcello bij Phoebe Carrai en Markus Möllenbeck (diploma cum laude). In zijn artistieke activiteit richt hij zich vooral op historische uitvoeringspraktijken. Hij treedt regelmatig op als solist en kamermusicus, speelde op veel Poolse en internationale festivals voor oude muziek, en heeft samengewerkt met de belangrijkste Poolse ensembles die barokmuziek uitvoeren. Enkele jaren was hij aanvoerder van het Dresdner Barockorchester en sinds 2006 is hij lid van het FestspielOrchester Göttingen onder leiding van Laurence Cummings. Hij werkt samen met andere toonaangevende Duitse ensembles zoals Cantus Cölln, Akademie für Alte Musik Berlin en Gaechinger Cantoray.
De laatste jaren treedt Jaroslaw Thiel steeds vaker op als dirigent. Sinds 2006 is hij artistiek leider van het Wrocław Baroque Orchestra. Sinds 2017 is hij plaatsvervangend directeur programmacoördinatie bij het Nationaal Forum voor Muziek. Jarosław Thiel leidt de klas historische cello aan de Muziekacademie in Poznań en het Varmia Musica Festival in Lidzbark Warmiński. In 2017 bracht hij zijn cd uit, opgenomen in een duet met Katarzyna Drogosz, met Cellosonates op. 5 en Variaties WoO 45 van Ludwig van Beethoven (CD Accord). Het album werd genomineerd voor de Fryderyk 2018 award.
Tracklist:
Dixit Dominus in F major, S44
Confitebor in G major, S32
Beatus vir in E flat major, S28
Laudate pueri in F major, S84
Laudate Dominum in F major, S83
Iste confessor in G minor, S58a
Magnificat in B flat major, S93
Alma Redemptoris Mater in E flat major, S23
Litaniae pro Festo Santi Fr. Xaveri in C minor, S87
Johann David Heinichen Dresden Vespers Ensemble Polyharmonique Wroclaw Baroque Orchestra Jaroslaw Thiel Accent ACC24381