De vijf Pianoconcerti van Ludwig van Beethoven maakten in zekere zin zo’n twintig jaar deel uit van zijn leven, een periode waarin hij als jonge musicus uit Bonn, verschillende herziene versies maakte van een eerste concerto, dat hij componeerde als springplank naar het Weens succes, en dat uiteindelijk nummer 2 werd. In Wenen werd hij de keizer van de muziek, belichaamd door het briljant en indrukwekkend Pianoconcerto nr. 5. Beethoven componeerde verschillende concerti tijdens zijn tienerjaren. De pianopartij van een compleet concerto in Es uit 1784, is echter de enige die overleefde. In 1784 componeerde Ludwig van Beethoven, toen 13 jaar oud, nl. reeds een Pianoconcerto, waarvan tegenwoordig slechts één handschrift in de Staatsbibliotheek van Berlijn wordt bewaard. Het handschrift van het Pianoconcerto “nr. 0” is geen voltooide partituur, omdat het de orkestratie mist. Beethoven heeft bij de eerste twee bewegingen wel aantekeningen gemaakt welk instrument, welke partij heeft om te spelen. De orkestpartituur die vandaag bestaat, werd op deze basis geschreven in het begin van de 20ste eeuw.Maar, het zijn de vijf pianoconcerti, die hij tussen 1795 en 1809 componeerde, die al meer dan 200 jaar geliefd zijn bij pianisten en publiek. Het concerto, dat we kennen als nr. 2, omdat het, het tweede was dat werd gepubliceerd, was eigenlijk het eerste van de vijf. Hoewel Beethoven er al in 1787, ideeën voor begon te schetsen, verscheen de definitieve versie pas 22 jaar later. Het werk was voltooid in 1792, maar hij was er niet tevreden mee. Hij herschreef twee bewegingen in 1795, voltooide een andere versie in 1798, reviseerde alles in 1801, en stuurde het uiteindelijk naar de uitgevers. Zijn ‘officiële’ cadenza voor het eerste deel (tot dan toe hadden hij en anderen hun eigen cadensen geïmproviseerd), volgde in 1809. U kan trouwens horen hoe die cadenza, veel geavanceerder en romantischer van stijl is.
Voor zijn Pianoconcerto nr. 1 werd gecomponeerd, had Beethoven een grote reputatie verworven als een geniale improvisator aan het klavier met een origineel en fantasierijk muzikaal intellect en een grote emotionele kracht. In het Eerste concerto werden al deze facetten getoond. Luister naar de zelfverzekerde opening in contrast met de zachte charme van het tweede thema, de Mozartiaanse gratie van het Largo en de Rondo-finale. Beethoven was zich er terdege van bewust dat zijn volgende pianoconcerto (nr. 3) een enorme vooruitgang was ten opzichte van de eerdere twee en onthield het van onmiddellijke publicatie. Zoals hij zei: “Muzikaal beleid vereist dat je de beste concerti een tijdje voor jezelf houdt”.In het meest intieme, verfijnde en persoonlijke van alle Beethoven-concerti, het legendarisch vierde, verbrijzelde Beethoven, in een tijd waarin het spook van totale doofheid zijn carrière bedreigde, net als in zijn “Schauspielouvertüre”, “Coriolan” en de Ouverture tot “Die Geschöpfe des Prometheus”, alle gangbare conventies op Rijnlandse wijze. Beethovens laatste Pianoconcerto was imperiaal en nobel van karakter, maar de bijnaam ‘keizer’, bedacht door Muzio Clementi, zou de republikeinse componist woedend hebben gemaakt. Beethoven daagde hier vooroordelen uit door geen orkestrale introductie te componeren. De piano botst meteen met een krachtig akkoord ondersteund door het orkest en gebruikt in de langzame beweging slechts één thema in plaats van verschillende. Deze beweging werd daarenboven zonder pauze, gekoppeld aan de uitbundige finale, waarin Beethoven een populaire volksmelodie citeerde. Hoewel hij nog 18 jaar leefde, keerde hij echter nooit nog terug naar de concertvorm. Hij speelde zijn vierde in het openbaar (1808) maar niet de ‘keizer’, die in 1811, in het Gewandhaus in Leipzig, in première ging door de jonge pianist/componist, Friedrich Schneider (1786-1853). Tegen die tijd was Beethoven nl. te doof geworden om nog als virtuoos verder te gaan. In zijn geïsoleerde, innerlijke wereld ontdekte hij dat andere muzikale vormen, het Strijkkwartet en de Pianosonate, hem nu meer en rijkere kansen gaven voor de ideeën die hij wilde uiten.Deze opnamen van de Beierse Radio, voor het eerst uitgebracht in 2005, waren Rudolf Serkins derde en laatste editie van de Complete Beethoven Pianoconcerti, en waren de enige uitvoeringen die werden opgenomen in de concertzaal en niet in de studio. Als zodanig vervolledigden ze zowel zijn discografie als zijn artistiek nalatenschap als een van de onbetwistbaar grootste pianisten van de 20ste eeuw.De in een Russisch-joodse familie, in Bohemen geboren, Amerikaanse pianist, Rudolf Serkin (1903-1991) werd reeds op 9-jarige leeftijd naar Wenen gestuurd, waar hij piano studeerde bij Richard Robert en later compositie bij Joseph Marx. Op 12-jarige leeftijd maakte hij zijn publiek debuut in Mendelssohns Klavierkonzert g-Moll, met de Wiener Philharmoniker! In 1920 studeerde hij compositie bij Arnold Schönberg en nam hij actief deel aan Schönbergs “Verein für musikalische Privataufführungen”. Hij begon een reguliere concertcarrière in 1920, toen hij in Berlijn woonde met de Duitse violist Adolf Busch en zijn familie, waaronder een toen 3-jarige dochter Irene, met wie Serkin 15 jaar later zou trouwen en met wie hij 7 kinderen zou krijgen.In 1921, op 17-jarige leeftijd, maakte hij zijn Berlijns debuut in het ensemble van Busch als klaviersolist in Bachs Brandenburgs Concerto nr. 5. In de jaren twintig en begin jaren dertig trad Serkin op in heel Europa, zowel als solist als met Busch en het Busch Quartet. Met de opkomst van Hitler in Duitsland in 1933, verlieten Serkin en de Busches (die niet joods waren maar die zich fel verzetten tegen het naziregime) Berlijn, naar Bazel in Zwitserland.
In 1933 maakte Serkin zijn eerste optreden in de Verenigde Staten op het Coolidge Festival in Washington, DC, waar hij optrad met Adolf Busch. In 1936 lanceerde hij zijn soloconcertcarrière in de VS met het New York Philharmonic o.l.v. Arturo Toscanini . Zijn uitvoering van Beethovens Vierde Pianoconcerto werd goed ontvangen. Olin Downes van de New York Times schreef: “We hebben zelden een uitvoering van een pianist gehoord die de meest indringende analyse zo bewonderenswaardig combineerde met artistiek enthousiasme en warm gevoel. Evenzo was de technische uitvoering precies, maar ook mooi en poëtisch van kleur.” In 1937 speelde Serkin zijn eerste recital in New York City in Carnegie Hall, opnieuw met lovende kritieken.Kort na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939, emigreerden de Serkins en Busches naar de Verenigde Staten, waar Serkin doceerde aan het Curtis Institute of Music in Philadelphia. Van 1968 tot 1976, was hij trouwens directeur van het Instituut. Hij woonde met zijn groeiend gezin, eerst in New York, daarna in Philadelphia, en ook op een melkveebedrijf op het platteland van Guilford, Vermont. In 1951 richtten Serkin en Adolf Busch de Marlboro Music School and Festival op in Marlboro, Vermont, met als doel de interesse in en uitvoering van kamermuziek in de Verenigde Staten, te stimuleren. Van de jaren ’40 tot de jaren ’80, maakte hij talloze opnamen, waaronder één van Beethovens Pianoconcert nr. 4 in 1944, voor RCA Victor, met het NBC Symphony Orchestra o.l.v. Toscanini. De meeste van zijn opnamen zijn gemaakt voor Columbia Masterworks, hoewel hij in de jaren ’80, ook voor Deutsche Grammophon en Telarc opnam.
Beethoven The Piano Concertos Choral Fantasy op. 80 Rudolf Serkin Bavarian Radio Symphony orchestra and Choir Rafael Kubelik 3 cd Orfeo C220043