Na de cd “Johann Sebastian Bach – Little Books” (A480), zet klavecinist Francesco Corti, zijn samenwerking met het label Arcana voort met een 2-cd-opname, gewijd aan Händel. Centraal staan Händels 8 “Great” Suites”. Deze meesterwerken, de eerste gepubliceerde reeks van de componist, waren een duidelijk getuigenis van zijn virtuositeit aan het klavier.Tijdens zijn leven stond Händel niet alleen bekend als organist, maar ook als een van de grootste klavecinisten van zijn tijd. Het publiek kon geen genoeg van hem krijgen op het klavecimbel, noch als componist, noch als uitvoerder. In zijn klavierwerken combineerde Händel nl. een formele vrijheid met een retorisch meesterschap op een manier die zijn improvisatorische gaven weerspiegelde, waarvoor hij beroemd was. De muziek in deze stukken is erg levendig, en vertoont een enthousiasme om de structuur te combineren met heel verschillende stijlen. De grootschalige werken uit 1720, allemaal totaal verschillend van elkaar, zijn een synthese geïnspireerd op elementen van de Duitse en Italiaanse stijlen. Hij schijnt weinig belangstelling te hebben gehad voor de vorm van de suite op zich. Formele eenheid wordt meestal bereikt door gemeenschappelijk thematisch gebruik. De diverse oorsprong van de muziek maakt de verzameling suites een microkosmos van Händels eclectische stijl.
In de eerste decennia van de 18de eeuw was Amsterdam een van de belangrijkste uitgeverijsteden ter wereld. Vivaldi, Corelli, Albinoni en Locatelli kozen er allemaal voor om in Amsterdam te publiceren in plaats van in Venetië vanwege de superieure kwaliteit van de Amsterdamse publicaties. Maar al snel kwamen piratenkopieën op de markt, waarvoor de componist geen cent ontving. In 1719 bv. verscheen uit de persen van de nochtans gerenommeerde uitgever Roger, een dergelijke, ongeoorloofde versie van een aantal van Händels stukken voor klavecimbel. Händel bracht nieuw en oud materiaal bij elkaar, maar wat precies oud en nieuw was, is niet bekend. Waarschijnlijk dateerde een deel van de suites nog uit zijn studententijd in Duitsland, sommige uit zijn jaren in Italië en het nieuw materiaal uit zijn tijd in Londen. De Duitse volksliederen in de Air van de Suite in d en de Passacaglia in de Suite in g bv. hadden best in zijn Duitse jaren kunnen zijn gecomponeerd, net als sommige fuga’s. De Suite in F, die in Italië kon zijn gecomponeerd, neemt de vorm aan van een Italiaanse Sonata da Chiesa.
De openingsgedeelten van de Suites in d en in g klinken erg Frans, maar hadden evengoed in Londen kunnen zijn gecomponeerd. De suites HWV 323 tot en met HWV 433 staan gezamenlijk bekend als ‘Grand Suites’. Ze laten zien dat Händel, de Frans sprekende Duitser die in Engeland, Italiaanse muziek componeerde, een meester was in elke Europese stijl. De stukken waren populair en werden zelfs opnieuw uitgegeven. Händel was er daarenboven zelf heel tevreden over. Zo zou hij later het Presto uit de Suite in d gebruiken als het slotgedeelte van zijn Concerto Grosso op. 3 nr. 6. Hun kenmerkende gediversifieerde stijlen weerspiegelden niet alleen de mengelmoes van nationale tradities die door de jonge componist waren geassimileerd, maar ook zijn fenomenaal improvisatietalent. Bovendien lag de aantrekkingskracht van deze stukken in hun melodische en ritmische affiniteit met de wereld van zang en orkestschriftuur, Händels specialiteit.
Arrangementen van Händels opera-ouvertures en aria’s begonnen al vroeg in zijn carrière in Engeland te circuleren, en in zijn latere jaren stond hij erom bekend zijn ouvertures zelf op het klavier uit te voeren. Corti ontwierp dan ook een programma dat de briljante behandeling van het instrument door de componist laat zien, waarbij hij ervoor koos om de ‘Grote’ Suites, aan te vullen met een selectie van transcripties van Händels eigen hand, uit zijn eigen werk, “Il Pastor Fido”, “Radamisto”, “Rinaldo”, “Rodelinda” en “Teseo”. En, dit alles gespeeld op een Andrea Restelli klavecimbel uit Milaan, 1998, gebouwd naar een Christian Vater klavecimbel uit Hannover, 1738!
Francesco Corti (°1984), geboren in Arezzo, ontving zijn eerste onderricht van zijn moeder A. Seggi en vervolgens van G. Giustarini. Hij studeerde orgel en orgelcompositie bij W. van de Pol aan het “Morlacchi” Conservatorium in Perugia, vervolgens klavecimbel bij A. Fedi aan de Conservatoire Superieur de Musique in Genève, en aan het Conservatorium van Amsterdam bij Bob van Asperen. Hij volgde ook meestercursussen bij Christophe Rousset, Gustav Leonhardt, M. Meyerson, Bernard Winsemius, E. Kooiman, L. Tamminga, Luigi Ferdinando Tagliavini en nam deel aan sessies zoals de Zomeracademie voor Organisten in Haarlem, de Académie Musicale in Villecroze en de Accademia Chigiana in Siena. In 2006 behaalde hij de Eerste prijs op de internationale klavecimbelwedstrijd Johann Sebastian Bach in Leipzig en een jaar later behaalde hij de Tweede prijs op de internationale klavecimbelwedstrijd, georganiseerd in het kader van het Festival Musica Antiqua in Brugge.
Winged Hands Handel The Eight Great Suites & Overtures Francesco Corti (harpsichord) 2 cd Arcana A499