Met deze sonates van C.P.E. Bach gaat François Lazarevitch verder met het verkennen van de juwelen van het fluit- en blokfluitrepertoire dat hij begonnen is met Les Musiciens de Saint-Julien of als solist met opnames van muziek van Bach, Telemann, Vivaldi en van Eyck.Carl Philipp Emanuel Bach (1714-1788) was de tweede zoon van Johann Sebastian Bach en Maria Barbara Bach. Zijn naam wordt gemakshalve vaak afgekort tot ‘C.P.E.’, hoewel C. Ph. E. zijn correcte voorletters waren. Deze Bach wordt de “Hamburgse” of “Berlijnse Bach” genoemd. Hij studeerde rechten in Leipzig en Frankfurt aan de Oder, maar werd in 1740 hofmusicus (klavecinist) van Frederik de Grote in Potsdam. De koning zelf was een bekwaam fluitist en componist. Carl Philipp Emanuel Bach componeerde er de “Preußische Sonaten” (1742) voor Frederik II, de “Württembergische Sonaten” (1744) voor de jonge hertog Carl Eugen von Württemberg en de “Sechs Klaviersonaten mit veränderten Reprisen” (1760) voor prinses Anna Amalia (foto).
Hij was een belangrijk muziektheoreticus voor klavierinstrumenten en was in die hoedanigheid, de vader van de moderne pianotechniek. Zijn “Versuch über die wahre Art das Klavier zu spielen” (1753-1762) was en bleef fundamenteel voor de kennis van de stijl van klavierinstrumenten in de tweede helft van de 18de eeuw. In 1767 volgde hij zijn peetoom Georg Philipp Telemann op als Kapellmeister van de vijf hoofdkerken van Hamburg. Hij legde zich vanaf dan hoofdzakelijk toe op het componeren van religieuze muziek en bleef er wonen tot zijn dood.
Tussen 1738 en 1768 woonde en werkte C.P.E. Bach (1714-1788) als klavecinist en componist in Ruppin en Berlijn. Daar componeerde de “Berlijnse Bach” o.a. zijn Magnificat (1749), een Paas cantate (1756), verschillende symfonieën en concerti, drie Liederbände, zijnde Geistliche Oden en liederen op teksten van Gellert (1758), Oden met melodieën (1762) en Sing-Oden (1766), en wereldlijke cantaten. C.P.E. Bach was een productieve componist van concerti, vooral voor klavier. Maar, net als zijn vader componeerde hij vaak een concerto voor verschillende instrumenten, waardoor het moeilijk te bepalen was, welke versie oorspronkelijk was. Deze zoon van Sebastian Bach bleek o.a. mede aan de basis te liggen van het samenspelen tussen klavier en viool.François Lazarevitch en Justin Taylor leggen hun gevoeligheid en virtuositeit in zijn sonates voor fluit en obligaat klavecimbel. Het merendeel van deze werken dateert uit de jaren 1745-66, toen hij in dienst was van de fluit spelende koning Frederik II. Twee solo’s vervolledigen het programma, de Sonate in A mineur voor fluit solo en de Fantasia in fis klein voor klavier, die getuigt van Emanuels improvisatiekunstenaarschap. Werkzaam in het epicentrum van het Verlichtingstijdperk, was Bachs tweede zoon, de spilfiguur van Empfindsamkeit (Gevoeligheid), de beweging die de diepe en ondoorgrondelijke beroering van mens en natuur verkende en de “geleerde” stijl van de vroege 18de-eeuwse meesters tegenging met vrijheid van inspiratie en emancipatie van vorm. De kunstenaar probeerde nu vooral de impulsen van de ziel uit te drukken, met onverwachte trekken die soms aan het bizarre grensden.
C. P. E. Bach Sonatas for Flute and Fortepiano François Lazarevitch Justin Taylor cd ALPHA768